De 'ander' door de ogen van de ander

Nadia
El Bakkali

Een kind in Jemen eet uit een voedselzak

17.000.000. Zoveel mensen dreigen er in Jemen te verhongeren door een acuut voedseltekort. De VN noemde de situatie in het land meermaals “de grootste humanitaire crisis in de wereld”. Al dat menselijk lijden komt via een beeldscherm of kort radiobericht bij ons Belgen terecht. Lijden dat veraf staat, hoe reageren we daar op? Beïnvloedt de huidskleur of afstand van een hongerig kind onze empathie? En hoe zouden we dan moeten reageren?

Sociale media staan vol oproepen tot donaties voor slachtoffers van rampen en conflicten in alle uithoeken van de wereld. We worden constant verwacht geïnformeerd te zijn, bewustwording te creëren en geld te doneren. En dat kan bijvoorbeeld leiden tot compassion fatigue. Deze term slaat op de onverschilligheid van het publiek na herhaaldelijk beelden van lijdende mensen te zien. Bovendien buigen onderzoekers, en ook het publieke debat, zich steeds vaker over termen als mediated distant suffering en alle bijhorende vragen.

Er bestaan heel wat theoretische en moraalfilosofische werken over gemediatiseerd lijden. Maar het aantal studies naar hoe mensen werkelijk reageren, blijft bescheiden. Bovendien bestuderen die onderzoeken dikwijls een wit en westers publiek. Daarom ging deze masterproef bewust de andere kant uit. In vijf exploratieve focusgroepen lieten we Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond aan het woord. Zo verlegden we de focus naar etnisch-diverse stemmen, want deze zijn nog te vaak afwezig in publieksonderzoek. 

De complexe relatie met de media

Eerder onderzoek onthulde hoe media een belangrijke invloed hebben op gemediatiseerd lijden. Onze focusgroepen voegden hier een kritisch accent aan toe en onthulden een tekortkoming in de (westerse) berichtgeving over distant suffering. Zo zouden de Vlaamse media te weinig nieuwstijd besteden aan bepaalde slachtoffers of conflicten in het buitenland. De respondenten vermeldden tijdens hun kritiek opvallend vaak voorbeelden waarbij islamitische slachtoffers betrokken waren, zoals het Palestijns-Israëlisch conflict of de burgeroorlog in Syrië. 

Wanneer de media wel rapporteren over deze tragedies, laat de beeldvorming te wensen over. Zowel een overheersende westerse framing als een focus op sensatie kwamen aan bod in de discussies. De respondenten gaven aan dat deze gebrekkige mediarepresentaties er juist voor zorgden dat ze meer medelijden hadden met de slachtoffers. Dus, kunnen de mediarepresentaties, of in dit geval de afwezigheid ervan, de gevoelens van de kijker versterken.

Al Jazeera nieuws op televisie.

Een reactie op de beperkte aandacht van de mainstream media is om zelf berichten te delen via sociale media en zo meer bewustzijn te creëren. Verder raadplegen verschillende participanten naast Vlaamse nieuwsmedia bewust buitenlandse, nieuwszenders en -sites (e.g. Al Jazeera). Ondanks de kreet om meer (westerse) media-aandacht, gaven sommige respondenten toe zich af en toe te distantiëren van beelden van menselijk leed. De aangekaarte redenen zijn divers: van ‘de beelden zijn te grafisch’ tot ‘het leven is al zuur genoeg’. Empathie voor de slachtoffers is er, maar soms primeert de bescherming van de eigen emoties. 

Afstand

Een eenvoudig antwoord bieden op de vraag “hoe reageren Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond op gemediatiseerd lijden?” is moeilijk. Vlamingen met Marokkaanse roots reageren namelijk op zeer uiteenlopende manieren op distant suffering. Toch zaten er tussen de uiteenlopende antwoorden ook enkele terugkerende elementen. Een daarvan is het belang van de factor ‘afstand’. Beelden van slachtoffers in nabije landen wekken een grotere betrokkenheid op bij de kijker. Zo voelden de respondenten meer intense reacties bij de Italiaanse slachtoffers van het coronavirus dan bij Chinese. Dat verschil in reacties vindt vaak onbewust plaats. Bovendien worstelen respondenten hier dikwijls moreel mee. 

De belangrijkste factor was de socio-culturele afstand. Het gevoel van culturele verbondenheid met het slachtoffer beïnvloedt namelijk de emotionele respons. Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond zijn zowel een religieuze als etnische minderheid in hun nieuw thuisland. Door hun complexe identiteiten ervaren ze de afstand met verre slachtoffers op een andere manier. Wat in onze studie hoofdzakelijk naar voren kwam, was hoe die religieuze band met de ‘ander’ een verschil kan maken. Bijna alle respondenten die zichzelf identificeren als moslim, accepteerden dat ze onbewust meer emotioneel betrokken zijn bij slachtoffers die ook moslim zijn. 

Protestanten demonstreren uit solidariteit voor Palestina

Hoewel er actief tegen deze selectieve emoties gevochten wordt, kunnen we deze reacties plaatsen in een bredere context van ‘ummatic consciousness’. Ummatic consciousness is een soort van bewustzijn gedeeld door moslims. Ze zijn allemaal lid van een universele islamitische gemeenschap. Dit gevoel van verbondenheid is gebaseerd op geïdealiseerde verplichtingen van verantwoordelijkheid en loyaliteit tegenover andere moslims in de wereld. Dat sentiment kan deels verantwoordelijk zijn voor de hoge betrokkenheid van moslims (en dus ook vele Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond) in het lijden van moslims elders in de wereld, zoals de Palestijnen of de Oeigoeren. 

Anders zijn

De opvallendste bevinding is de rol van de etnisch-culturele achtergrond. De manier waarop respondenten de verre ‘ander’ zien, is namelijk sterk gebonden met de minderheidspositie die ze zelf bekleden in de Vlaamse maatschappij (zowel religieus als etnisch). Toen de respondenten de eigen reacties op gemediatiseerd lijden vergeleken met die van hun autochtone vrienden, merkten sommigen een verschil op. 

Er is hier intern altijd een “wij-zij-grens” geweest. Als we dat extrapoleren naar de wereld, zijn wij [Vlamingen met Marokkaanse migratieachtergrond] nog altijd “zij” en dan horen wij bij “hen” [slachtoffers in het buitenland].

 — Hidayah, 21 

Het gevoel van anders zijn versterkt de band met de Oeigoer, de Zimbabwaan of de Jemeniet, omdat ook zij als anders gezien worden door westerse ogen. Het zijn van de ander in het westen maakt de acceptatie van de verre ‘ander’ mogelijk. Meer nog, de respondenten voelden een bepaalde verantwoordelijkheid om het op te nemen voor andere minderheden en hen de empathie te tonen die ze verdienen. 

Betekent dit dat Vlamingen met Marokkaanse roots empathischer zijn dan Vlamingen zonder? Waarschijnlijk niet. Het betekent wel dat de “kijkervaring” en het ontstaan van de reacties vasthangt aan de verschillende identiteiten van een individu.

Wij gaan ons altijd in een andere positie stellen omdat we in de minderheid zijn als moslim en omdat we als vreemdeling worden gezien. 

— Karima, 35

Download scriptie (678.85 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. dr. Stijn Joye