Wanneer kunst je naar het hoofd stijgt

Tuur
Sterckx

Hoe je met kunsteducatieve lessen het brein stimuleert en 21ste-eeuwse vaardigheden aanscherpt

Het is vrijdagnamiddag. De boekentassen zijn gemaakt, alles gaat van de banken en meester Jonas haalt knutselmaterialen uit de kast. Het is eindelijk tijd voor de knutselles. Een toffe, ontspannende afsluiter van de week waar de hele zesde klas naar uitkijkt.

De knutsellessen, of lessen Muzische vorming, zijn relaxte uurtjes om de week af te sluiten. Boeken dicht en uitkijken naar het weekend. Maar wist je dat de lessen Muzische vorming zoveel meer kunnen inhouden dan een dosis prettige ontspanning, het reproduceren van voorbeelden of een obligaat knutselwerkje rond een thema. Als de leerkracht een aantal aanpassingen doet aan de klassieke knutselles, kan hij er echte kunsteducatieve lessen van maken. En die lessen kunnen zelfs de zogenaamde 21ste-eeuwse vaardigheden aanscherpen en verschillende breinfuncties ontwikkelen.

Het doel van deze bachelorproef:

  • Onderzoeken wat kunst en kunsteducatie kan doen voor de ontwikkeling van kinderen.
  • Ontwerpprincipes bepalen die de leerkracht helpen om rijke kunsteducatieve lessen op te bouwen.
  • Ontwikkelen van een reeks van kunsteducatieve lessen die inzetten op 21ste-eeuwse vaardigheden en rijke ervaringen met kunst.

Kunsteducatie en het kinderbrein

Kinderen op allerlei manieren met kunst in contact brengen, is leuk. Maar echte kunsteducatie, het ‘doelbewust leren over en met kunst, via gerichte instructie’, kan meer betekenen voor de ontwikkeling van het kind. Deze bachelorproef onderzocht in eerste instantie welke positieve effecten kunsteducatie kan hebben op het kinderbrein.

Diverse onderzoeken bewijzen dat bewust met kunst omgaan in de klas verschillende breinfuncties stimuleert. Het waarnemen, beleven en beoefenen van kunst prikkelt namelijk verschillende delen van het brein. Algemeen gesteld, voedt kunst de kinderhersenen waardoor die complexer worden.

Enkele voorbeelden? Kunst stimuleert bepaalde hersengebieden, zoals de frontale cortex, die instaan voor plannen, beslissingen nemen en impulsbeheersing. Die frontale cortex zorgt verder ook voor een groei in creativiteit en flexibiliteit. Kunstbeleving ontwikkelt ook de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor taal. Door rijke kunsteducatieve lessen gaan kinderen op een zeer ongedwongen manier met taal om, waardoor dat deel van de hersenen zich ontwikkelt. Verder draagt kunsteducatie ook bij tot de emotionele ontwikkeling van kinderen. Het kinderbrein zit vol met spiegelneuronen. Die zorgen ervoor dat de mens zich kan inleven in anderen. Door naar kunst te kijken en te ervaren, kunnen kinderen emoties spiegelen en ontdekken.

Kunsteducatie en 21ste-eeuwse vaardigheden

Het is duidelijk dat kunst waarnemen, beleven en beoefenen een positieve invloed heeft op het brein. Maar daarnaast kan een kunsteducatieve les ook bijdragen tot de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden. Deze vaardigheden zijn competenties die kinderen nodig hebben om goed te kunnen functioneren in onze snel veranderende wereld. Het zijn dus noodzakelijke en cruciale skills zoals o.m. samenwerken, creatief denken, kritisch denken, communiceren, mediawijsheid, ICT- en informatievaardigheden en probleemoplossend denken.

image 266

Bron: duurzaamonderwijs.com

Voor deze skills is in het algemeen veel aandacht binnen het onderwijs. Maar echt interessant wordt het als kunsteducatieve lessen worden ingezet om deze vaardigheden te ontwikkelen. Aan elke les Muzische vorming kan een leerkracht een of meer 21ste-eeuwse vaardigheden koppelen, waardoor kinderen ze spontaan en op een losse manier ontwikkelen. Klinkt te goed om waar te zijn? Het is nochtans mogelijk om dergelijke rijke kunsteducatieve lessen op te bouwen. Zo’n les moet dan wel aan enkele voorwaarden voldoen.

Voorwaarden voor kunsteducatieve lessen: ontwerpprincipes

Mijn bachelorproef spitste zich dan ook toe op de vraag hoe een rijke kunsteducatieve les moet worden ingevuld om meer te zijn dan een ‘klassieke knutselles’. Het gaat immers om meer dan het ‘pimpen’ van een knutselles.

Een rijke kunsteducatieve les steunt in de eerste plaats op creativiteit in de breedste zin van het woord. Creatief denken vormt, als 21ste-eeuwse vaardigheid, de link tussen die vaardigheden en kunsteducatie. Daarnaast bepaalde ik nog een aantal andere ontwerpprincipes die noodzakelijk zijn om van lessen Muzische vorming ontspannende, maar ook stimulerende en leerrijke uren te maken. Die zijn: kunst waarnemen, beleven én creëren. De rol van de leerkracht is cruciaal om deze ontwerpprincipes te waarborgen.

De les start in de aanknopingsfase met waarnemen, beleven en genieten van kunst. Deze fase moet uitgebreid genoeg zijn: hoe meer prikkels, hoe beter. Kijken, voelen, ruiken, horen, proeven. Daardoor starten de ontwikkelingen in het brein en worden de kinderen gestimuleerd om creatief aan de slag te gaan.

In de kern van de kunsteducatieve les gaan de kinderen creëren. Alleen of in groep. Wat er gecreëerd wordt, verschilt van les tot les. De rol van de leerkracht is hier essentieel. Om denkprocessen op gang te krijgen en associaties te maken, begeleidt de leerkracht het hele belevingsproces met divergerende richtvragen. Creativiteit moet voortdurend worden gestimuleerd. De leerkracht ondersteunt de creativiteit van kinderen door zijn aanpak in de les. Dat betekent dat hij niet oordeelt over mooi of lelijk, open staat en focust op het creatieve proces en niet op het eindresultaat. Zo stimuleert hij de  intrinsieke motivatie en het zelfvertrouwen van kinderen.

Dankzij de ontwerpprincipes, creativiteit, waarnemen, beleven en creëren, haal je het meeste uit een kunsteducatieve les en uit de kinderen.. Kinderen ontdekken zichzelf, hun creativiteit en kunst.

Kunsteducatieve les in de praktijk: lessenreeks

De bachelorproef mondde uit in een didactisch doordacht lessenpakket. Dat is erop gericht om maximaal in te zetten op de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden en de ontwikkeling van de kinderhersenen.

Het lessenpakket bestaat uit vier kunsteducatieve lessen rond de klassieke oudheid, telkens gekoppeld aan een 21ste-eeuwse vaardigheid. Bijvoorbeeld: sculpturen uit de oudheid en kritisch en probleemoplossend denken. De lessen zijn zo ontworpen dat ze de ontwerpprincipes rond rijke kunsteducatieve lessen bevatten. Daarom staan bij elk lesonderdeel de relevante ontwerpprincipes en achterliggende theoretische kaders uitgebreid genoteerd. Zo biedt de les wetenschappelijke achtergrond voor de leerkracht die ermee werkt en is de aanpak ook transfereerbaar naar andere of nieuwe kunsteducatieve lessen.

Het is vrijdagnamiddag. De boekentassen zijn gemaakt, alles wordt van de banken gehaald en meester Jonas zet de computers aan en legt foto’s van Griekse beelden klaar. Muziek van Franz Liszt klinkt door de klas. Kinderen worden beeldhouwer. Straks is het tentoonstelling van de beeldhouwwerken in de tempel.

Download scriptie (1.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
UC Leuven-Limburg
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Carine Van Den Broeck, Suzanne Nelissen
Thema('s)