Hoe veilig is (leren) zwemmen in de Lage Landen?

Luciënne
Swinkels

Waaraan denkt u als u het woord ‘zwemveiligheid’ hoort? Een kind dat midden in een zwembad in de problemen komt? Redders die nog ternauwernood iemand uit de zee weten ‘op te vissen’? Aan welke normen moeten zwemlessen wettelijk voldoen om ‘veilig’ te zijn? En denken we daar in Nederland en Vlaanderen hetzelfde over? Op dat soort vragen zocht en vond deze bachelorproef een antwoord.

Stel je bent ouder van een kind die mag gaan beginnen met zwemlessen. Voor welke organisatie kies je en waar baseer je die keuze op? In Nederland en Vlaanderen zijn er namelijk veel verschillende organisaties die zwemlessen aanbieden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat het begrip zwemveiligheid duidelijk gekaderd wordt. Zwemveiligheid betekent op dit moment niet meer dan je weten te redden in het water en dat je je op een veilige/doelmatige manier kunt verplaatsen. Officiële zwemslagen worden hier los van gezien. Organisaties hoeven kinderen volgens dit begrip niet specifiek een schoolslag of borstcrawl aan te leren. Waarom je iemand eerder wel of niet officiële zwemslagen zou aanleren, zijn discussies over in de zwemwereld. Om die reden liggen de kwaliteiten van zwembewijzen soms ver uiteen.

Tijdens het onderzoek is er opgemerkt dat er zowel in Nederland als in Vlaanderen geen duidelijke wetgeving is omtrent de zwembewijzen. Dit is erg jammer omdat leren zwemmen te maken heeft met veiligheid voor het volk. Zeker in deze waterrijke, lage landen. Vanwege de onduidelijke wetgeving is er voor iedereen de mogelijkheid om zwemlessen op zijn manier, met zijn theorie aan te bieden. Zo kunnen ze hun eigen invulling geven aan het begrip; zwemveiligheid. In de praktijk zien we dan ook dat dit begrip erg breed opgevat wordt en dat dit soms ten koste gaat van de zwemtechnische kwaliteit. De zwembewijzen die gehanteerd worden zijn verschillend en de methode om hier toe te komen is vrij in te vullen. Dat maakt het onduidelijk op basis van welke theorie een zwemlesmethode gebaseerd is of hoort te zijn.

Uit de verzamelde literatuur is gebleken dat er geen duidelijke richtlijnen zijn over welke elementen een degelijke zwemmethodiek moet bevatten. Om aan dit praktijkprobleem tegemoet te komen is er een informatieve poster (infographic) gemaakt met elementaire aspecten die een richtlijn kunnen vormen voor het opbouwen van een zwemmethodiek. Deze informatieve poster is gebaseerd op gevonden literatuur van zwemexperten. De begrippen zijn alsnog breed te interpreteren en bieden daardoor ruimte voor eigen invulling van de zwemleraar/organisatie, maar wat betreft het begrip zwemveiligheid is er makkelijker te bepalen wanneer iemand hieraan voldoet. Namelijk wanneer de volgende 8 basiselementen worden beheerst: te water gaan, onder water gaan, ademhalen,  voortbewegen, drijven, draaien, watertrappelen, survival.

Deze elementen vormen de basis van het leren zwemmen en bestaan elk uit 4 niveaus van makkelijk naar moeilijk. De beginniveaus van elk element zou minimaal beheerst moeten zijn, vooraleer er gestart kan worden met het aanleren van zwemslagen. Belangrijk is dat lesgevers op te hoogte zijn van deze theorie en kunnen toepassen in hun lessen. Op de informatieve poster worden nog andere termen genoemd als; het motorisch leerproces, globale/analytische aanpak en de 6 didactische breinprincipes. Gebaseerd op gevonden literatuur zijn deze termen toegevoegd ter aanvulling op de methodiek en didactiek van een zwemlesmethode.

Mochten soortgelijke informatieve posters gemaakt worden door zwemexperts met ondersteuning van de overheid ben ik van mening dat de vele verschillen die er nu zijn op het vlak van zwemveiligheid zullen verminderen.

Laten we als waterrijke landen achter een goede zwemveiligheid staan en hier duidelijke afspraken/eisen rondom maken. Zo kan iedereen, zowel jong als oud op een veilige, verantwoorde manier blijven genieten van ons mooie watercultuur en wateractiviteiten.

image 106

Download scriptie (1.73 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Katrijn Mattijs
Thema('s)