Leren debatteren als wapen tegen polarisering?

Berten
Hurkmans

In tijden van sociale media, waar sterke meningen in sneltempo gegenereerd worden, is het soms ver zoeken naar kritische, doordachte analyses die er in slagen om beide kanten van een verhaal te vertolken. Er is immers een verschil tussen een louter sterke mening en een gegronde mening.

Door de vluchtigheid van tweets en Facebookposts is het moeilijk te controleren waar meningen op gebaseerd zijn. Zelfs de president van het machtigste land ter wereld neemt vaak een loopje met de waarheid en professionele journalisten hebben grote moeite om telkens opnieuw zijn ‘Fake News’ te doorprikken. Hoe kunnen we dan van onze jongeren verwachten dat ze een kritische blik kunnen werpen op al die standpunten en stellingnames? Hoe vorm je en hoe herken je een overtuigende, gefundeerde mening? Deze vaardigheden aanleren is een enorme uitdaging voor ons onderwijs. Een argumentatie opbouwen kan je niet vanzelf en is een leerproces dat veel tijd en oefening vraagt. Argumenteren sporadisch aan bod laten komen tijdens één vak, zoals nu vaak het geval is, is onvoldoende. Het moet daarentegen een leerlijn zijn die zich manifesteert doorheen alle vakken en dat voor alle opleidingen. Grondig leren argumenteren mag niet beperkt blijven tot de lessen retorica in een zesde jaar Latijn. Nee, elke leerling die afstudeert uit het secundair onderwijs zou in staat moeten zijn om goede argumenten te herkennen. Kritische burgers zijn een voorwaarde voor onze democratie of zoals de vorige Amerikaanse president het formuleerde: ‘If our democracy is to function in a complicated society, we have to teach our kids enough critical thinking to be able to sort out what is true and what is false, what is contestable and what is incontestable’.

Naast het feit dat argumenteren een leerplandoel is bij het vak Nederlands, is het dus ook een belangrijke burgerschapsvaardigheid. Uit voorgaand onderzoek kunnen we leren dat burgerschapsvaardigheden zich ontwikkelen als leerlingen zich op de eerste plaats veilig genoeg voelen om hun mening te uiten. Er moet met andere woorden een klasklimaat gecreëerd worden waar leerlingen het met elkaar oneens kunnen zijn. Discussie zonder conflict is essentieel en daarvoor is een schooldebat een ideale werkvorm. In tegenstelling tot een gewoon debat, beslist bij een schooldebat het toeval wie welke kant van een stelling verdedigt. Zo leer je om argumenten en tegenargumenten te zoeken, zonder dat je je eigen mening verdedigt. Je leert er causaal redeneren en met overtuiging spreken voor een publiek.

In de context van deze masterproef werd gezocht naar manieren om argumentatief schrijven en burgerschapsvaardigheden te stimuleren aan de hand van een schooldebat. Om de mogelijke voordelen te onderzoeken, werden er tijdens een projectdag debatvaardigheden aangeleerd aan jongeren. Al doende en met onmogelijke stellingen zoals: ‘Ouders moeten verplicht mee op eerste dates’ of ‘Ieder huwelijk moet automatisch na 10 jaar worden stopgezet’ leerden jongeren zoeken naar argumenten en tegenargumenten. Doordat je in een schooldebat gedwongen wordt om één kant te verdedigen, leer je om vanuit verschillende perspectieven naar een stelling te kijken. De nadruk wordt niet gelegd op je eigen mening, wat een veilig klimaat schept om de eerste debatteervaardigheden te leren.

Voor en na de projectdag werd er een schrijftest en een vragenlijst afgenomen om na te gaan of leren debatteren een positieve invloed heeft op de argumentatieve schrijfvaardigheden van jongeren. Daarnaast werd ook onderzocht of er na een korte interventie al een positief effect waarneembaar was op de burgerschapsvaardigheden. In de vragenlijst werd onder andere gepolst naar of en hoe jongeren zich informeerden over politiek, of ze interesse hadden in politiek en welke kennis ze hadden over politiek. Op basis hiervan kregen we een beeld van de manier waarop jongeren omgaan met politiek. Jongeren voorbereiden om deel te nemen aan een politieke democratie ofpolitieke socialisatie wordt immers als een belangrijk deel van burgerschapseducatie gezien.  

Vanuit de resultaten kunnen we concluderen dat een korte interventie niet voldoende is. Niettegenstaande de begeleiders van de projectdag aangaven dat de leerlingen vorderingen hadden gemaakt op het vlak van mondelinge argumentatievaardigheden, kon er geen significante verbetering worden vastgesteld in de schrijf- en burgerschapsvaardigheden van de leerlingen. We konden wel vaststellen dat jongens zichzelf beter inschatten op sommige burgerschapsvaardigheden en dat leerlingen met een andere thuistaal minder goed scoren op de schrijftest.

Zoals in het begin al aangehaald, is het aanleren van argumenteren een werk van lange adem. Deze scriptie beoogde twee aparte disciplines, namelijk Nederlands en burgerschapseducatie, dichter naar elkaar toebrengen. Niettegenstaande de resultaten uitbleven, blijft het belangrijk om op zoek te gaan naar manieren om argumenteren te integreren in ons onderwijs. Want kritisch denken aanleren is essentieel als we onze jongeren willen voorbereiden om hun rol op te nemen in onze uitdagende maatschappij.

 

Projectdag debatteren

Download scriptie (1.53 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. dr. Hilde Van Keer