Geen uitstel chemotherapie als gevolg van vruchtbaarheidsbehandeling

Cynthia
D'Hondt

Kreeg je onlangs een diagnose van kanker waarvoor chemotherapie werd voorgesteld en wil je later nog graag kinderen? Of ken je iemand in deze situatie? Niet getreurd, de wetenschap heeft de laatste jaren grote vooruitgang geboekt. Er bestaan nu allerlei mogelijkheden, reeds voor de start van de chemotherapie, om je latere kans op een kind te verhogen, zonder dat dit de kankerbehandeling hoeft uit te stellen of de kans op genezing in het gedrang brengt.

 

Wetenschappelijke vooruitgang in de oncofertiliteit

In het domein van de oncofertiliteit – de discipline die zich bezighoudt met kankerpatiënten met nog een actuele of toekomstige kinderwens – werd de laatste jaren een grote vooruitgang geboekt. Binnen de oncologie is men reeds in staat kanker in een vroeg stadium op te sporen en werden de behandelingsmogelijkheden uitgebreid en verbeterd met een hogere overlevingskans als gevolg. Binnen de fertiliteit – het domein dat zich bezighoudt met de menselijke voortplanting – zijn er steeds meer en betere behandelingen voor handen voor mensen die te kampen hebben met vruchtbaarheidsproblemen, met inbegrip van behandelingsmogelijkheden om de vruchtbaarheid te bewaren voor later, al dan niet om medische redenen.

 

Chemotherapie en vruchtbaarheidsbehandelingen

Een veelgebruikte behandeling voor kanker is chemotherapie. Deze werkt doordat het een toxisch effect heeft op snel delende cellen, zoals kankercellen. Afhankelijk van het type chemotherapie tast deze echter ook andere cellen in het menselijk lichaam aan, zoals de eicellen en zaadcellen. Dit kan aldus de vruchtbaarheidscapaciteit achteraf beperken. Om dit te voorkomen bestaan er allerlei mogelijkheden om eicellen of eierstokweefsel bij vrouwen, of zaadcellen of teelbalweefsel bij mannen, in te vriezen voor de start van de chemotherapie. Dit materiaal kan na de kankerbehandeling gebruikt worden om een zwangerschap te bekomen wanneer dit spontaan niet meer lukt. Tot op heden is deze mogelijkheid echter nog onvoldoende bekend of gaat men deze preventieve aanpak uit de weg uit angst voor uitstel van de kankerbehandeling en aldus een slechtere oncologische uitkomst en een gedaalde overlevingskans.

 

Onderzoek bij borstkankerpatiënten

Naar aanleiding van mijn masterthesis in de richting geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) voerde ik een onderzoek naar het tijdsinterval tussen de diagnose van borstkanker en de start van de chemotherapie bij vrouwen tussen 18 en 41 jaar oud, de meest voorkomende kankerdiagnose bij vrouwen binnen de reproductieve leeftijd waarvoor chemotherapie meestal noodzakelijk is. Hierbij vergeleken we 59 vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergingen voor de start van de chemotherapie in het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) van het Universitair Ziekenhuis (UZ) te Brussel met 59 vrouwen die in de Borstkliniek van het UZ Brussel behandeld werden zonder eerst een vruchtbaarheidsbehandeling te ondergaan. Binnen deze groep werden 58 vrouwen behandeld met neo-adjuvante chemotherapie – chemotherapie gegeven voor een heelkundige ingreep – en 60 vrouwen behandeld met adjuvante chemotherapie – chemotherapie toegediend na een heelkundige ingreep. Verschillende technieken voor de vruchtbaarheidsbehandeling werden gebruikt: invriezen van rijpe eicellen na een kuur van hormonale stimulatie of na een rijping in het laboratorium; alsook het wegnemen van (een deel van) een eierstok met invriezen van het eierstokweefsel en rijpe eicellen die gerijpt werden vanuit de bekomen onrijpe eicellen in dit weefsel. Voor de vergelijking van de tijdsintervallen in deze studie werden geschikte controlepatiënten met vergelijkbare tumortypes en behandelingsschema’s gezocht voor iedere patiënte die een fertiliteitspreservatie onderging voor de start van de chemotherapie. De controlepatiënten waren weliswaar beduidend ouder dan de patiënten die een fertiliteitspreservatie ondergingen, gezien patiënten binnen de reproductieve leeftijd quasi automatisch doorverwezen worden naar een fertiliteitscentrum.

 

Resultaten

Borstkankerpatiënten met neo-adjuvante chemotherapie

Uit dit onderzoek bleek dat borstkankerpatiënten behandeld met neo-adjuvante chemotherapie, die eerst bij een fertiliteitscentrum waren langsgegaan om eicellen, embryo’s en/of eierstokweefsel te laten invriezen, gemiddeld reeds 27 dagen na de kankerdiagnose konden starten met chemotherapie. Patiënten bij wie geen fertiliteitspreservatie was gebeurd, konden gemiddeld na 30 dagen starten met de chemotherapie, een verschil dat aldus verwaarloosbaar klein is. Dit tijdsinterval ligt tevens ver onder de aanbevolen tijdspanne van zes tot acht weken na de diagnose waarbinnen de chemotherapie zou moeten starten. Daarnaast is dit tijdsinterval eveneens kleiner dan beschreven in de literatuur, met een gemiddelde gaande van 38 tot 41 dagen voor de start van de chemotherapie.

 

Borstkankerpatiënten met adjuvante chemotherapie

Voor patiënten behandeld met chemotherapie na een heelkundige ingreep gelden gelijkaardige resultaten. De tijd tussen de diagnose en de start van de chemotherapie betrof gemiddeld 57 dagen bij patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergingen (39 dagen na de heelkundige ingreep) en 61 dagen bij patiënten die dit niet deden (37 dagen na de heelkundige ingreep), opnieuw een verwaarloosbaar klein verschil. Ook hier liggen de resultaten binnen de aanbevolen tijdspanne van acht weken volgens het Belgische Federaal KennisCentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en van twee tot zes weken volgens de European Society for Medical Oncology (ESMO) tussen het moment van de heelkunde en de start van de chemotherapie. Onze cijfers liggen bovendien ook onder het gemiddelde beschreven in de literatuur gaande van 67 tot 87 dagen tussen het moment van de kankerdiagnose en de start van de chemotherapie.

 

Enkele bemerkingen

Voorzichtigheid is wel geboden gezien het slechts om een onderzoek in één Belgisch ziekenhuis gaat met een relatief beperkt aantal patiënten. Hoewel deze cijfers reeds veelbelovend zijn, zou een grootschaliger onderzoek noodzakelijk zijn om een breder en representatiever beeld te krijgen.

Daarnaast stelt zich de vraag, gezien het benodigde tijdsinterval voor de start van de chemotherapie sterk onder het aanbevolen tijdsinterval gelegen is, of dit resulteert in een betere oncologische uitkomst of dat hier nog tijd beschikbaar is voor het uitvoeren van een andere of extra vruchtbaarheidsbehandeling om de reproductieve kansen te vergroten.

 

Conclusie

De start van de chemotherapie bij vrouwen met borstkanker wordt niet uitgesteld door het uitvoeren van een vruchtbaarheidsbehandeling. Gelijkaardige resultaten zijn te verwachten voor andere kankerdiagnoses. Ook voor mannen en kinderen getroffen door kanker bestaan er opties ter bewaring van de vruchtbaarheid. Vraag naar de mogelijkheden bij uw behandelend geneesheer of maak een afspraak in een fertiliteitscentrum. Geef de moed niet op!

Download scriptie (750.37 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Michel De Vos; Dr. Marian Vanhoeij
Thema('s)