Kunnen we nog iets leren van onze bovenburen? Analyse van het Crownies project (NL) om 'de jeugd van tegenwoordig' te activeren.

Lore
Claeys

KUNNEN WE NOG IETS LEREN VAN ONZE BOVENBUREN? ANALYSE VAN HET CROWNIES PROJECT (NL) OM ‘DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG’ TE ACTIVEREN.

Enkele jaren geleden ging ik op werkbezoek bij het Crownies project in Nederland. Dit project motiveert jongeren om zich in te zetten voor hun wijk door kleine klusjes uit te voeren in het straatbeeld. Ik was onmiddellijk geïnteresseerd. Waarom hebben we dit niet in België? Zou het kunnen werken? Hebben we hier nood aan? Wat is de doelstelling er achter? Werkt het preventief naar jeugdcriminaliteit toe?

Afbeelding verwijderd.Crownies, wat?

Het Crownies project motiveert Nederlandse jongeren tussen 8 en 15 jaar om zich in te zetten voor hun eigen buurt. De jongeren kunnen zich online inschrijven (zie foto: website) om klusjes uit te voeren in hun eigen wijk bijvoorbeeld verkeersborden schoonmaken, graffiti verwijderen, flyeren voor het goede doel… Als ze deze taakjes – onder begeleiding – goed uitvoeren, krijgen ze in ruil een virtueel kapitaal: Crownies. Deze kunnen ze op hun beurt inruilen tegen beloningen zoals waardebonnen, bioscoop-tickets of zelfs een storting voor het goede doel.

image-20180927212453-1

Crownies, waarom?

Het hoofddoel van het Crownies project is om jongeren meer te betrekken in hun eigen buurt. Dit zorgt ervoor dat ze zich nuttig bezighouden en dat er bijgevolg minder hangjongeren zijn. Ook wordt de buurt meer onderhouden en verzorgd. Doordat jongeren zich op deze manier meer betrokken voelen op hun omgeving zullen ze minder geneigd zijn om criminaliteit te plegen. Het is dus een win – win situatie.

Cijfermateriaal toont aan dat jongeren zich wel degelijk willen engageren voor dit project. Ze voelen zich gewaardeerd, hebben iets nuttigs te doen, betekenen iets voor de maatschappij en krijgen er nog iets voor terug ook. De beloningen zijn zeker een drijfveer om zich in te zetten maar als het werkt, waarom niet?

Toch zijn er ook nadelen aan verbonden. Zo kan het overkomen alsof de jongeren gestraft zijn en daarom taken moeten uitvoeren. Om dit te vermijden, is het cruciaal dat het project gekend is in de buurt en dat buurtbewoners weten dat het helemaal geen sanctie is maar een vrijwillig initiatief. Ook is het maar de vraag of iedereen betrokken wordt die het nodig heeft. Mensen zonder internettoegang bijvoorbeeld vallen al uit de boot, net als jongeren die geen Nederlands kunnen. Tenslotte vergt het project enorm veel organisatie: website onderhouden, vrijwilligers motiveren, partners zoeken die willen meewerken, alles coördineren, subsidies proberen verkrijgen,… Hoe kunnen deze minpunten worden weggewerkt of omgezet worden in sterktes, om het project nog te optimaliseren?

Crownies, nodig in België?

In deze masterproef wordt onderzocht of een gelijkaardig project wenselijk is in België. Op dit moment is dit er niet, is daar een reden voor? Wat zijn de sterke en de zwakke punten van het Crownies project? Moest het in België ook worden geïnstalleerd, wat moet dan anders en wat moet zeker behouden blijven? Zit België te wachten op een dergelijk initiatief? Is er ruimte voor?

Dit wordt onderzocht vanuit verschillende invalshoeken. Leerlingen uit een secundaire school in Sint-Niklaas (Oost-Vlaanderen) werden bevraagd over het project. Hiernaast werd in de literatuur gezocht naar de voor- en nadelen van het project, alsook naar de wetenschappelijke onderbouwing ervan. Ook de coördinator en medeoprichter van het Crownies project werd uitvoerig geïnterviewd. Er werd een groepsdiscussie gevoerd met allerlei deskundigen die kennis hebben over de materie: het hoofd van de preventiedienst van de politie, een pedagoge, een medewerkster bij de stad Sint-Niklaas, een jeugdwerker enzovoort. Deze experts discussieerden over het Crownies project om er de kwaliteiten en de valkuilen uit te halen. Tenslotte werd het Crownies project geëvalueerd door de Qualiprev tool, hierover meer in de volgende alinea.

Qualiprev tool?

Europa kent enorm veel projecten om (jeugd)criminaliteit te voorkomen. Jaarlijks is er een enorme vraag naar subsidies voor deze preventieve projecten. Maar hoe kan deze portefeuille best verdeeld worden? Welk project krijgt hoeveel subsidies en wie valt uit de boot? Om orde in deze chaos te scheppen, werd op vraag van het EUCPN (European Crime Prevention Network) de Qualiprev tool ontwikkeld. Dit is een scorelijst waarbij elk preventief project op een aantal elementen wordt beoordeeld. Wanneer alle vragen beantwoord zijn, krijgt het project een score toegekend in procent. Hoe hoger deze score, hoe meer beloftevol het project is op papier. Op basis hiervan worden de subsidies verdeeld: hoe hoger de score, hoe meer kans op geld vanuit Europa om het project op te starten en draaiende te houden.

Omdat de Qualiprev tool nog maar zeer recent in werking is getreden, was er nog geen evaluatie beschikbaar. In de praktijk wist men nog niet of de tool echt wel meet wat ze bedoelt te meten. Om hieraan tegemoet te komen, is in deze masterproef ook de Qualiprev tool geëvalueerd aan de hand van het Crownies project dat hierboven reeds werd omschreven. Het doel hiervan is het optimaliseren van dit instrument om het zo correct mogelijk te kunnen gebruiken.

En dan nog dit…

Afbeelding verwijderd.Deze masterproef gaat over het Crownies project, meer bepaald de evaluatie ervan. Zit België te wachten op een gelijkaardig initiatief? Is het onverantwoord om jongeren aan het werk te zetten, ook al is het voor een beloning? Of is het juist een mooi initiatief om hangjongeren te vermijden, criminaliteit te doen dalen en jongeren te doen ervaren wat het is om zich maatschappelijk in te zetten?

Dit alles wordt zo breed mogelijk onderzocht. Ook wordt de Qualiprev tool onder de loep genomen, omdat deze nog in zijn kinderschoenen staat. Hoe betrouwbaar is de score die er uit voortvloeit? Betekent een lage score automatisch dat een project afgevoerd moet worden en niet beloftevol kan zijn? Met hoeveel korrels zout moeten we het resultaat nemen?

Jongeren uit Sint-Niklaas die bevraagd werden, stonden alvast te popelen om te starten met een gelijkaardig initiatief. Ze wilden zich massaal engageren. Het is maar de vraag of het sop de kolen waard is.

image-20180927212519-2

Download scriptie (883.97 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. W. Hardyns