Lessen uit het Verenigd Koninkrijk voor Publifin, Samusocial en Co

Charlotte
Boon

0
0
1
946
5395
Solvay
44
12
6329
14.0

Normal
0

false
false
false

NL
JA
X-NONE

/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:"Table Normal";
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-parent:"";
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin:0cm;
mso-para-margin-bottom:.0001pt;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:12.0pt;
font-family:Calibri;
mso-ascii-font-family:Calibri;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-hansi-font-family:Calibri;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;
mso-ansi-language:NL;}

Lessen uit het Verenigd Koninkrijk voor Publifin, Samusocial en Co

In vele gevestigde democratieën is het niet ongewoon dat politici zich naast hun politiek mandaat tevens inlaten met allerlei extra-parlementaire activiteiten van publieke en/of private aard. Deze accessoire bezigheden krijgen veelal invulling na de gebruikelijke werkuren, die voorbestemd zijn voor het politieke mandaat. Beeldsprakelijk hanteert men de term moonlighting om ernaar te verwijzen, omdat het werk ’s avonds zou worden verzet - onder het maanlicht. Uit de aanstootgevende zaken der afgelopen maanden, zoals het Waalse Publifin-schandaal, het Brusselse Samusocial-schandaal en de Franse Penelope-gate, is nog maar eens gebleken dat politici uiteenlopende interesses hebben en functies uitoefenen in een brede waaier van bedrijven en sectoren. De connecties die op deze wijze tot stand komen tussen de private en publieke sector monden vaak uit in belangenconflicten, die in het merendeel der gevallen bovendien onzichtbaar zijn.

De publieke opinie en overheden stellen steeds vaker de legitimiteit van deze gedragspatronen in vraag. Schandalen waarbij publieke en private belangen ongestoord vermengd worden, zijn de afgelopen jaren zeker niet in aantal afgenomen. Dit ondanks de algemene indruk van de bevolking dat het plichtsbesef van de politici ten aanzien van hun politiek mandaat verbetert. Ook mede omdat het slechte beleid en daaruit voortvloeiende schandalen uit het collectieve geheugen met de tijd vervagen. Bijgevolg is het bijzonder interessant om te onderzoeken hoe een grotere transparantie kan bereikt worden als drukkingsmiddel tegen de graaicultuur die sommige politici drijft tot het doen aan moonlighting.

Het onderzoek naar de relatie tussen het tijdstip in de legislatuur en het aantal extra-parlementaire mandaten opgenomen door de politici is nuttig omdat we daarbij ook kunnen blootleggen of kiezers de extra-parlementaire activiteiten van politici hetzij positief of hetzij negatief interpreteren. De positieve interpretatie legt de klemtoon op het behoud van de band met de economische werkelijkheid, hetgeen het beslissingsproces van de politici ten goede komt. In de negatieve interpretatie wordt daarentegen de nadruk gelegd op de noodgedwongen tijdsafweging en belangenconflicten die uit een cumul van activiteiten voortvloeien.

De belangrijkste reden voor politici om te moonlighten blijft echter het objectief om opnieuw verkozen te worden. Uit de literatuurstudie blijkt echter dat ook zichtbaarheid en een hoger inkomen meestal de motieven zijn om extra-parlementaire mandaten op te nemen. Bovendien is het ook waardevol om te onderzoeken of de eigenlijke verkiezingsdag, het geslacht, de partij-affiliatie, de politieke ervaring en het soort kiessysteem van invloed zijn op het moonlighting gedrag van politici.

De onderzoeksmethode in de studie werd uitgewerkt door middel van regressie analyses om verbanden tussen variabelen te voorspellen. Er werd onder andere onderzocht hoe bovengenoemde variabelen het totaal aantal extra-parlementaire mandaten beïnvloeden. Bovendien werd een vergelijkende studie uitgewerkt tussen België en het Verenigd Koninkrijk, met respectievelijk een lijst- en district-gebaseerd systeem. Hiervoor werden data uit het Register of Members' Financial Interests van de Britse UK House of Commons en gegevens met betrekking tot de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, de lagerhuizen van beide landen, gecodeerd.

De belangrijkste bevinding uit het kwantitatief onderzoek kan bovendien gelinkt worden aan hetgeen uit de kwalitatieve realiteitscheck naar voren kwam. Het type kiessysteem speelt een primordiale rol bij het al dan niet vaststellen van een electorale cyclus in een land. Het Belgische kiessysteem werkt op basis van verkiezingslijsten in contrast met het Verenigd Koninkrijk (VK) waar verkiezingen op basis van geografische districten worden georganiseerd. De resultaten tonen aan dat extra-parlementaire mandaten in het VK in aanloop naar de verkiezingen dalen van 2005 tot 2015, wat niet overeenkomt met de Belgische resultaten.

Het stemmingssysteem heeft duidelijk een impact op zowel het niveau van de activiteiten als het tijdstip ten aanzien van de electorale cyclus. Er werd aangetoond dat parlementsleden uit district-gebaseerde systemen zoals het VK minder extra-parlementaire mandaten houden dan deze in lijst-gebaseerde systemen door de blootstelling aan hogere concurrentie tussen de kandidaten voor een verkiezing. Uit de realiteitscheck aan de hand van interviews, bleek eveneens dat een district-gebaseerd systeem gevoeliger is voor een cyclus effect waar parlementsleden hun extra-parlementaire activiteiten verminderen als gevolg van hoge lokale verkiezingsconcurrentie in aanloop naar verkiezingen. Dit in tegenstelling met België waar een lijst-gebaseerd systeem van toepassing is en campagne meer op nationaal niveau gevoerd word. De plaats op de lijst is beslissend om in het Parlement verkozen te worden.

Verder, komt uit deze studie naar voren dat de parlementsleden van de Conservatieve Partij in het VK meer mandaten verzamelen dan parlementsleden van partijen met andere strekkingen. Dit bevestigt de verwachte hypothese dat moonlighting in grotere mate plaatsvindt in rechtse partijen dan in linkse partijen. Tijdens de observatieperiode 2005-2015 hadden Britse vrouwelijke parlementsleden gemiddeld minder permanente mandaten dan hun mannelijke tegenhangers, maar hadden ze meer eenmalige jobs. Soortgelijke resultaten werden ook in België (Burrick, 2015; Goedbloed, 2016; Van den Abbeele, 2015), Duitsland (Backer et al., 2009) en Italië (Gagliarducci et al., 2010) gevonden. De link tussen het ervaringsniveau in het Parlement en de accumulatie van mandaten werd ook bevestigd. Niettemin zijn de resultaten statistisch verwaarloosbaar, wat een aanduiding geeft van een zeer zwak verband tussen de accumulatie van extra-parlementaire mandaten en ervaring in het Parlement.

Reeds in 1978 werd door de bekende onderzoeker Tufte in de eerste analyses rond de electorale cyclus geciteerd: “When you think economics, think elections; when you think elections, think economics.” Deze gedachtegang toont aan dat - ook al is de publieke druk op parlementsleden zeer groot - de baatzuchtigheid van politici een fenomeen van alle tijden is.

 

 

Download scriptie (1.63 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Tom Blockmans