Wat is de rol van het proces-verbaal in de vertolking van politieverhoren?

Lies
Van Poucke

Het opstellen van het proces-verbaal is essentieel in een politieverhoor. Maar wanneer de verbaliserende agent, d.w.z. de agent die dit document moet opstellen tijdens het verhoor, en de verhoorde niet dezelfde taal spreken, moet een tolk worden ingezet. Een verhoor met een anderstalige verdachte is een complex proces: de agent stelt vragen, de verdachte antwoordt en al deze uitingen moeten neergeschreven worden in het proces-verbaal. De tolk moet tussenkomen om de boodschap van de ene taal om te zetten naar de andere en omgekeerd. Kenmerkend aan Belgische verhoren is dat aan het einde van het verhoor, het pv voorgelezen wordt aan de verhoorde. Hoe een tolk omgaat met het opstellen van het pv en het voorlezen achteraf is echter niet duidelijk. Daarom ben ik in deze masterproef nagegaan wat de verhouding is van het tolkwerk tot het proces-verbaal en anderzijds wat invloed is van het opstellen van dit document op de vertolking van politieverhoren. De studie is gebaseerd op een observationeel onderzoek. Zo streeft deze masterproef ernaar om bij te dragen tot de studies over de vertolking van politieondervragingen, een onderzoeksveld dat nog maar weinig bestudeerd werd. Zes verschillende verdachtenverhoren met verschillende tolken werden geanalyseerd.



Tijdens een conversatie praten de gesprekspartners in gespreksbeurten of “turns”. Dat wil zeggen dat elke deelnemer aan het gesprek gedurende een bepaalde periode spreekt. De studie van Komter (2006) toont aan dat het typen van het pv tijdens een verhoor als een aparte turn of gespreksbeurt kan worden beschouwd aangezien de gesprekspartners in haar studie wachtten om opnieuw het woord te nemen tot de agent klaar was met typen. Het eerste deel van deze studie gaat na hoe de tolk omgaat met deze "written turn", de gespreksbeurt gekenmerkt door het typen van het pv. De resultaten tonen aan dat tolken de “written turn” niet altijd respecteren aangezien ze toevoegingen van de verhoorde tolken wanneer de agent typt.



Ten tweede analyseert deze studie welke tolkmodus wordt toegepast om het pv te vertalen en wanneer er overgegaan wordt op de vertolking. Daarnaast beoogt deze studie te analyseren of tolken de taak van de agent om de uitspraken van de verhoorde te noteren, vergemakkelijken, net zoals Pöchhacker en Kolb (2009) aantoonden in hun studie met getolkte asielverhoren. Uit de observaties blijkt dat het pv altijd aan het einde van het verhoor vertolkt wordt en dat er altijd van het blad getolkt wordt. Bovendien grijpen tolken vaak in om het opstellen van dit document te vergemakkelijken. Zo integreren sommige tolken elliptische zinnen of korte antwoorden in de formulering van de vraag om volledige zinnen op te vormen of spellen ze bepaalde termen of namen zodat de agent die makkelijk kan noteren. Sommige tolken spreken langzamer of structuren de uitingen van de verhoorde, zodat de verbaliserende agent een meer coherente versie krijgt dan de oorspronkelijke uitingen van de verhoorde.



Een laatste aspect betreft de analyse van de tolkmodus om zo vast te stellen of een verandering van de tolkmodus gevolgen heeft voor het opstellen van het pv. De resultaten van de observatie tonen dat de uitingen van de verdachte bijna altijd consecutief worden getolkt. Dat wil zeggen dat de agent of de verhoorde spreekt en dat de tolk na de gespreksbeurt de boodschap omzet naar de andere taal. Deze keuze kan onder meer het turn management

ondersteunen. Door deze modus toe te passen is het namelijk makkelijker om de gespreksbeurten te beëindigen zodat die niet te lang worden. Hoe langer de turn, hoe moelijker het namelijk is om de boodschap te tolken. Bovendien kan de tolk de agent, de machtige persoon in het gesprek, het woord sneller terug geven. Door te tolken na elke gespreksbeurt en niet tegelijkertijd met de spreker (=simultaan tolken), kan de tolk de uitingen van de verdachte eveneens beter structureren, waardoor het opstellen van het pv wordt vergemakkelijkt. Anderzijds blijkt uit de analyse dat tolken, en vooral degenen die meer ervaring hebben, vaak de uitingen van de politieagent simultaan tolken. De tolk zet in dat geval de boodschap tegelijkertijd om naar de andere taal. Daardoor wordt het tussentraject tussen de vraag en het antwoord korter en krijgt de politieagent sneller een antwoord op de gestelde vraag, hetgeen ook het opstellen van het pv ten goede kan komen.

Tot slot blijkt uit de observaties dat het proces-verbaal een belangrijke plaats inneemt in de vertolking van politieverhoren. We kunnen besluiten dat de meeste tolken bewust zijn van het complexe proces dat nodig is om dit document op te stellen en houden daarom in de vertolking rekening met deze doelstelling van de verbaliserende politieagent

Download scriptie (933.79 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Bart Defrancq