Waarom de koloniale monumenten moeten blijven staan

Marte
Van Hassel

Wat dacht u wanneer u laatst voorbij een koloniaal standbeeld liep? Wandelde u er onverschillig voorbij, zuchtte u even diep of wierp u een afkeurende blik? Er werd in ieder geval weinig gedaan om uw aandacht te trekken. De koloniale standbeelden in België blijven haast onveranderd aanwezig in het Belgische landschap. Het weerspiegelt de manier waarop België omgaat met haar koloniale verleden. In plaats van de standbeelden af te schrijven aan een ver verleden, moeten we nadenken wat ze ons vandaag kunnen bieden. Op welke manier kunnen de standbeelden ons niet enkel doen nadenken over het verleden, maar ook over hedendaagse postkoloniale realiteiten? In dit onderzoek ga ik na welke alternatieven interessant zijn als mogelijke omgangsvormen met het Belgische koloniale erfgoed.

Alfred Courtens, Ruiterstandbeeld Leopold II, Brons. Oostende, 1930-1931.

Een discussie over het verleden of het heden?

Op de dijk van Oostende staat een ruiterstandbeeld van Leopold II. Het is het decor van zomerse vakantietaferelen. Mensen eten er ijsjes, rijden er voorbij in go-cars en vegen er het zand van de voeten. Onderaan het standbeeld staan naakte Congolese slaven afgebeeld. Ze staren naar Leopold II die bovenop een sokkel prijkt. De koning kijkt hen niet in de ogen, maar laat zijn blik glijden over de Noordzee in Oostende. Eén van de Congolezen ontbreekt een hand. In 2004 hakten de Oostendse activistengroep de Stoete Ostendenoare deze af. In ruil voor de hand eisten ze naast het standbeeld een foto van gemutileerde slaven tijdens Leopolds bewind in Congo. Die kwam er echter niet.

De monumenten niet enkel een restant uit een ver en koloniaal verleden waarvoor we ons moeten excuseren. We moeten ons niet alleen bewust zijn van de koloniale (mis)daden in het verleden. De beeldtaal van de koloniale standbeelden communiceren ideeën over masculiniteit, over neokoloniale machtsverhoudingen en racisme. Deze problematieken stammen niet enkel uit het koloniale tijdperk, maar zijn net zozeer hedendaags. De relaties tussen België en Congo, tussen man en vrouw, tussen zwart en blank zijn vandaag nog steeds problematisch. België onderneemt amper acties om de standbeelden te veranderen en houdt zo een status-quo over deze onderwerpen in stand. De monumenten moeten echter een plek zijn voor een dialoog over een geschiedenis die nog niet voorbij is, maar louter andere vormen heeft aangenomen.

 

De publieke ruimte als een plek voor reflectie

De publieke ruimte waar de standbeelden vandaag staan, leent zich voor zo’n discussie. Ze kan een breder publiek bereiken dan wanneer we de standbeelden in een museum plaatsen. Daar zou het debat zich enkel openen (of sluiten) voor een select publiek. In de publieke ruimte moet controverse niet verbannen worden. Integendeel, het kan juist een plek zijn waar discussie mag ontstaan.

Oostende plaatste in de zomer van 2016 een infobord bij het standbeeld van Leopold II. Toch lijkt deze de discussie eerder te willen sluiten dan te openen. Het bord verklaart enkel kort waarom het beeld koloniaal is, maar het verandert niets aan de koloniale beeldtaal van het monument. De Congolese slaven zijn nog steeds onderdanig afgebeeld en de koning behoudt zijn heroïsche uitstraling. Daardoor maakt het de controverse amper zichtbaar. De taal van het infobord kleurt, net als het standbeeld, nog steeds binnen de lijntjes van een rationeel en westers discours.

Andere partijen, zoals de activist, de kunstenaar, of de Congolees krijgen amper stem in het debat. Artistieke en activistische interventies kunnen nochtans een vertrekpunt zijn om na te denken over hoe we de dialoog met de standbeelden anders kunnen voeren. Zo deed Brusselse actiegroep Collectif Manifestement in 2004 een performance bij het standbeeld van Leopold II op het Brusselse Troonplein. Ze kondigde er de reannexatie van België bij Congo aan. Door deze fictieve aankondiging probeerde de actiegroep het taboe rond de hedendaagse relatie tussen België en Congo te doorbreken en terug aan de kaart te stellen.

 

Het koloniale monument leeft!

We moeten de koloniale monumenten niet bannen uit het straatbeeld. Daarentegen kunnen we ze gebruiken om niet alleen na te denken over verleden, maar ook over hedendaagse thema’s zoals racisme en gender. Ze kunnen de publieke ruimte tot een plek maken voor kritiek en reflectie. De standbeelden fungeren zo als tussenpersoon. Tussen een debat dat enkel gaat over geschiedenis en cultureel erfgoed naar een hedendaagse discussie. Van een rationele en westerse (beeld)taal naar een alternatieve stem in de fictie van de kunstenaar, de hiphop ritmes van Matonge of de symbolen van de activist. Het koloniale monument leeft. We moeten het als een partner in een discussie beschouwen die plaatsvind in de publieke ruimte. 

Download scriptie (5.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dr. Frederik Le Roy