Terreuraanslagen verharden de taal van politici

Liesbet
Polspoel

Kenners vermoedden het al. Nu is het ook wetenschappelijk bewezen: het discours van Vlaamse politici is sinds de aanslagen in Parijs en Brussel verhardt. Dat blijkt uit een onderzoek van Liesbet Polspoel (VUB).

Sinds de woelige jaren ‘70 en ‘80, die gekenmerkt werden door terreuraanslagen en vliegtuigkapingen, werd België zo goed als gespaard van terreur. Voor Belgen geboren na 1985, leek terreur een ver-van-mijn-bed-show. Maar sinds januari 2015, leven we in België met terreurdreiging ‘niveau 3’. Na de aanslagen in Parijs op 13 november 2015 kwamen er militairen in het straatbeeld en werd de terreurdreiging een bijna dagelijks hoofdpunt in de media. Een dreiging die op 22 maart 2016 realiteit werd, toen de bommen ontploften in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek in Brussel. Gebeurtenissen die ook een invloed hebben gehad op het taalgebruik van politici.  

Liesbet Polspoel (VUB) onderzocht het discours van Vlaamse politici sinds verkiezingsdag 25 mei 2014 tot eind 2016. Ze focuste op het taalgebruik van de Vlaamse partijvoorzitters. “Politici spelen een grote rol in hoe we omgaan met deze terreurdreiging”, zegt Polspoel. “Het discours dat politici hanteren in de media oefent een enorme invloed uit op de publieke opinie en bepaalt hoe wij allemaal omgaan met terreurdreiging. Daarom is het belangrijk om te analyseren hoe de taal van politici evolueert”.

Voor de studie zijn 1.212 artikels uit De Standaard, Het Nieuwsblad, De Morgen en Het Laatste Nieuws onderworpen aan de Terror Management Theory (TMT). Die Amerikaanse onderzoeksmethode werd na 9/11 ook gebruikt om de uitspraken van George Bush te analyseren.

Elke aanslag verhardt het politiek discours

Het onderzoek van Polspoel (VUB) toont dat het onderwerp ‘terreurdreiging’ steeds meer aandacht krijgt in de geschreven pers maar ook dat de toon in het algemeen verhardt. Polspoel: “Met elke nieuwe aanslag gaat het crescendo, agressieve taal met een uitgesproken wij-zij discours. Verzoenende en verbindende uitspraken zijn eerder uitzondering. Hetzelfde zag je gebeuren na de aanslagen van 9/11 in de VS.  We merken wel dat elke partij een eigen evolutie doormaakt”.

N-VA blijft van mei 2014 tot eind vorig jaar dezelfde retoriek hanteren, met de nadruk op angst en agressie. De partij legt wel almaar meer de nadruk op de eigen waarden en normen. De Wever was ook de enige voorzitter die reeds voor de aanslag op Charlie Hebdo een angstdiscours hanteerde. Zo zegt De Wever onder meer dat er een reële terroristische dreiging is. Het is in die periode dat scholen hun schoolreis naar Brussel annuleren.  

Bij Open Vld en CD&V is er pas na de aanslag op Charlie Hebdo sprake van agressie in het taalgebruik, met een hoogtepunt na de aanslagen in Parijs. De liberalen leggen vooral de nadruk op het beschermen van de eigen normen en waarden. Bij CD&V verzacht de agressieve toon na verloop van tijd.

Opvallend zijn de resultaten voor Groen en sp.a. De groenen houden tot eind 2016 hetzelfde verzoenende taalgebruik aan en kunnen enkel na de aanslagen in Brussel op enig agressief taalgebruik worden betrapt. Ze delen wel het angstdiscours met de andere partijen na de aanslagen in Brussel. Sp.a voert al vanaf de periode tussen de aanslagen op Charlie Hebdo en die in Parijs een relatief agressief discours en moet hierin niet onderdoen voor N-VA. De socialisten verklaren dat ze het veiligheidsthema niet langer aan rechts wil overlaten en voorzitter Crombez gebruikt gespierde taal.

De Wever neemt voortouw, andere partijen in de achtervolging

Het discours van de voorzitters van sp.a, Open Vld en CD&V is eerder reactief, ze reageren op uitspraken van N-VA. Bij bijna alle partijen zien we een opmerkelijke wijziging in het gebruik van reacties die wijzen op meer agressie, meer vooroordelen en een grotere bescherming van de eigen waarden en normen. Maar het onderzoek toont dat N-VA-voorzitter Bart De Wever een belangrijke rol heeft gespeeld in het bepalen van de manier waarop terreur in het nieuws kwam. Hij opende en bepaalde bijna altijd de toon van het debat. En bijna alle andere partijvoorzitters gingen mee in het frame van De Wever.

Polspoel: “Zo zagen we na de aanslag op Charlie Hebdo dat De Wever voor het eerst rechtstreeks naar de islam verwijst als bron van gevaar. Het gevolg is een aanzwellend veiligheidsdiscours, waarin vooral sp.a en Vlaams Belang meegaan, sp.a telkens in een reactie op uitspraken van De Wever. Enkel Groen deed dat niet en gebruikte doorheen bijna de hele onderzoeksperiode een verzoenend discours”.

Welke invloed heeft een politiek hard discours ?

De resultaten spreken voor zich. De terreuraanslagen van de afgelopen jaren hebben een duidelijke invloed gehad op het discours van de Vlaamse partijvoorzitters. We weten wel nog niet welke gevolgen deze verharding in het discours zal hebben. Onderzoek naar de invloed van terreurdreiging in op taalgebruik en gedrag van politici en burgers is in België nog zo goed als onontgonnen terrein. Polspoel hoopt dan ook dat er een vervolg komt aan haar onderzoek.

Polspoel: “Het politiek discours in tijden van terreur is een nieuw onderzoeksterrein in dit land. Maar het is niet onbelangrijk. In de VS hebben we gemerkt dat de populariteit van toenmalig president Bush na 9/11 de hoogte in schoot. Een succes dat door verschillende onderzoeken gelinkt werd aan zijn harder taalgebruik. Het lijkt erop dat onze Vlaamse politici hier lessen hebben uit getrokken. Al is het nog afwachten of hen dat iets zal opleveren in het stemhokje. Om die resultaten te kennen en te kunnen onderzoeken moet we voorlopig nog wachten tot 2019.”

 

 

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dimokritos KAVADIAS
Kernwoorden