Belgische oorlogsvrijwilligers in Finland?

Tobias
Vander Stockt

 

Belgische oorlogsvrijwilligers in Finland?

Het Belgisch strijdengagement tijdens de Tweede Wereldoorlog roept vooral associaties op met binnenlandse verzetsactiviteiten tegen de bezetter of de ongeveer 18.000 ‘oostfronters’ die zich aansloten bij het Duitse leger. Slechts weinigen kennen daarentegen het verhaal van de 52 Belgische oorlogsvrijwilligers tijdens de Fins-Russische Winteroorlog (1939-1940). In zijn masterscriptie onderzocht Tobias Vander Stockt dit stukje tot nog toe onontgonnen geschiedenis.

 

De Fins-Russische Winteroorlog?

 

De Finse deelname aan de Tweede Wereldoorlog begon in de vroege ochtend van 30 november 1939 met een onaangekondigd Russisch artilleriebombardement in het Zuidoostelijke grensgebied. Het Rode leger stak op diverse plaatsen de 1600 kilometer lange grens over, en bestookte de hoofdstad en 13 andere steden met luchtbombardementen. De gehoopte Blitzkrieg en een snelle opmars naar Helsinki kwam er evenwel niet. Het slecht uitgeruste Finse leger slaagde er immers in het Rode leger een halt toe te roepen in het Zuidoosten van het land, op het Karelische schiereiland. Dit relatieve succes was te danken aan diverse factoren. Enerzijds maakte het Finse leger handig gebruik van omgevingsfactoren. Zo zetten ze ski-troepen in, die zich veel sneller en behendiger door het barre, ondergesneeuwde landschap konden voortbewegen. Ook de dichte bebossing langsheen de Russisch-Finse grens, die het Rode Leger dwong om hun kolonnes langs een beperkt aantal bospaden te sturen, zorgde voor een defensief voordeel. Het leidde tot het ontwikkelen van de motti-tactiek, het doen stoppen, afsnijden, omcirkelen en het met beperkte mankracht aanvallen van kolonnes voertuigen en troepen. Ten slotte had het Finse leger, de dreiging sterk voelend, haar voorbereidingen getroffen. In de zomer van 1939 startte men op het Karelische schiereiland immers met de bouw van een verstevigde aaneenschakeling van betonnen bunkers, mijnvelden en tankbarricaden.

 

Internationale inmenging en aandacht: Toekijkende reuzen

 

De amper drie-en-halve maand durende Winteroorlog werd met argusogen aanschouwd in de Westerse pers. De Russische aanval op het militair zwakkere Finland werd al snel vergeleken met die van Goliath tegen de dappere David. Verder sprak de wijze waarop de strijd werd gevoerd tot de verbeelding, en leek bovendien ver af te staan van de beter gekende mechanische, industriële wijze van oorlogsvoering. Men kreeg gedetailleerde verslagen van man-tot-man gevechten, gevoerd door troepen op ski’s in barkoude, desolate Finse wouden. De oorlog à l’ancienne leek herboren. Talloze Europese correspondenten, die berichtten over de ontwikkelingen aan het Finse front deden hun publiek meeleven met het Finse volk door een kleurrijke verslaggeving. De verslaggeving werd enerzijds namelijk gekenmerkt door een algemene, grote publieke aandacht en quasi unanieme sympathie voor de Finse strijd. Naast de veelvuldige overname van persberichten van de grote persbureaus, stuurden ook enkele Belgische kranten, waaronder Le Peuple en La Nation Belge, eigen correspondenten uit om ter plekke verslag te geven. Echter, hoewel verhalen over de verwoede strijd aan het Fins-Russische front breed werden uitgesmeerd in de internationale pers, bleven grootschalige politieke, humanitaire of militaire reacties te lang uit. Een combinatie van voorzichtige diplomatische relaties en de neutraliteitswens van enkele staten, kunnen worden aanzien als enkele van de oorzaken.

 

Belgen ingelijfd bij de Osasto Sisu

 

Hoewel de eigen mobilisatie moeizaam verliep en de uitrusting van het leger te wensen overliet, maakte de Finse legertop een prioriteit van het aantrekken van buitenlandse strijdkrachten. Op 9 januari 1940 werd de eenheid Osasto Sisu, wat zich vrij laat vertalen naar ‘harde eenheid’, opgericht. Op haar hoogtepunt zou de eenheid 717 man sterk zijn, komend uit 22 verschillende staten. Aan Belgische kant stonden de Fédération Nationale des Volontaires de Guerre en haar subcomité Aide à la Finlande in voor de rekrutering van de vrijwilligers, en de logistieke organisatie van hun reis naar Finland. In een bijzaaltje van een café aan de Lakensestraat in Brussel, werden de rekruten ontvangen en ingeschreven. De groep laat zich kenmerken door een grote verscheidenheid. De gemiddelde leeftijd was 36 jaar, de jongste en oudste vrijwilliger respectievelijk 17 en 51 jaar oud. Ook hun sociale achtergrond verschilde sterk. Zo zijn een brede waaier aan beroepen vertegenwoordigd: van een advocaat over een jockey tot een fabrieksarbeider.

 

De eerste lichting Belgen arriveerde al in februari 1940 in Tornio, Finland, waar ze een korte militaire opleiding genoten. De reis van de laatste lichting rekruten verliep allesbehalve vlot. Na hun vertrek vanuit het station Brussel-Zuid, strandden de ze in Parijs, waar ze een controle ondergingen van het Franse leger. Eens in Dieppe werd hen de oversteek naar Groot-Brittannië aanvankelijk geweigerd. De groep is op zee onderweg naar Noorwegen wanneer ze het nieuws van de Fins-Russische wapenstilstand te horen krijgen. Niemand van de 52 Belgische vrijwilligers zou ooit de frontlijn te zien krijgen.

 

Drijfkrachten: idealisme, avonturisme of escapisme?

 

Golven van Belgische oorlogsvrijwilligers blijken een wederkerend fenomeen doorheen de geschiedenis. Zo gaat de geschiedenis van dergelijke vrijwilligers terug tot de tweede helft van de 19e eeuw, wanneer de Zoeaven de paus hielpen met de verdediging tegen de Italiaanse seculiere legermacht die het op de Pauselijke Staat gemunt had. Een andere voorbeeld zijn de Belgische vrijwilligers in de Internationale Brigades aan de republikeinse kant in de Spaanse Burgeroorlog van 1936-1939. Ook na de Winteroorlog, wanneer de Tweede Wereldoorlog losbarst in West-Europa, trekken talloze jongeren een Duits uniform aan om te vechten aan de zijde van het Naziregime. Tenslotte is er het meer recente fenomeen van de exodus van Belgische, ‘geradicaliseerde’ jongeren naar Syrië en Irak om er te strijden ten gunste van de Islamitische Staat (IS). Een vraag die telkens snel komt bovendrijven in het maatschappelijke debat is: wat drijft hen?

 

Ook voor de casus van de Winteroorlogvrijwilligers is die vraag bijzonder moeilijk te beantwoorden, voornamelijk door een acute bronschaarste. Niettemin werden enkele sporen teruggevonden die wijzen op een complexe verzameling aan motivaties. Enkele vrijwilligers lieten uitschijnen sterke anti-communistische gevoelens te hebben, anderen hun grote sympathie voor Finland en haar dappere inwoners. Sommige vrijwilligers leken zich te engageren uit avonturisme en de wil om elders een nieuw leven op te bouwen.  

Download scriptie (1.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dr. Koen Aerts
Thema('s)
Kernwoorden