Een (h)eerlijke kop koffie?

Veerle
Vermeyen

In de laatste jaren zijn we bewuster geworden in ons koopgedrag. Dit heeft geleid tot een groeiende vraag naar eerlijke, gezonde en duurzame producten. Maar wat zijn de drijfveren van boeren in het zuiden om in te gaan op deze vraag? Is de belofte van een hogere prijs voldoende? Veerle Vermeyen, bio-ingenieur aan de KU Leuven, trok naar Oeganda om dit te onderzoeken bij kleine koffieboeren.

Labels van bewuste consumenten

Koffie is één van de populairste dranken in de westerse wereld. De koffieboon groeit echter niet in onze streken en moet dus volledig ingevoerd worden vanuit tropische landen. Daar wordt koffie vaak geteeld door arme en kwetsbare boeren. Na een aantal schandalen omtrent oneerlijke en ongezonde werkomstandigheden groeide de vraag naar eerlijke en duurzaam geproduceerde koffie. Vandaag vind je dan ook verschillende koffiemerken die de sociale en ecologische meerwaarde van hun product willen promoten. Een label op de koffieverpakking toont deze bekommernis aan de koper, die zo in de winkel een bewuste keuze kan maken. De meest bekende labels voor koffie vandaag zijn Fairtrade en Rainforest Alliance, maar ook UTZ is een grote speler.

Over de jaren werd er al veel onderzoek gedaan voor welke aspecten kritische consumenten gevoelig zijn en naar wat het effect van deelname aan labels is voor de boeren. Zo blijkt dat de koper van ‘gelabelde’ koffie vooral waarde hecht aan aspecten zoals kinderarbeid en milieuvriendelijke productiemethodes. Aangezien dit voor de boer meer werk meebrengt, is de koper dan ook bereid hiervoor extra te betalen.

De huidige labels ontstonden echter voornamelijk vanuit westerse waarden en standpunten. Hierdoor is er tot op heden door bedrijven vooral gekeken naar wat de consument belangrijk vindt. Veerle Vermeyen stelt dat “het hoog tijd is om ook eens de kleine koffieboer een stem te geven. Door hun wensen te kennen kan het systeem verder ontwikkeld worden en kunnen er wellicht betere resultaten verkregen worden. Daarom heb ik onderzocht onder welke voorwaarden ze bereid zijn extra tijd en moeite te steken in ons kopje eerlijke koffie”.

 

Labels voor kleine producenten

De studente trok voor haar onderzoek drie maanden naar Oeganda. Dit ontwikkelingsland, gelegen ter hoogte van de evenaar in Oost-Afrika, is één van de belangrijkste koffieproducenten in de wereld. Zelf drinken de Oegandezen niet veel koffie, het wordt beschouwd als een waardevol product om te verkopen aan rijke landen. De koffiebonen worden hier vooral geteeld door kleine boeren op het platteland. Een ideale groep om mee in gesprek te gaan, aangezien het vaak juist deze kwetsbare boeren zijn die de bewuste consument wilt steunen.

Uit de 352 interviews bleek dat zij echt op zoek zijn naar een voordelig contract. Ze tillen zwaar aan het mogelijk verlies aan (kinder)arbeid en beseffen goed dat bepaalde organische teeltpraktijken hun koffie opbrengst in gewicht doet dalen. Aan de andere kant leeft er wel een sterk besef over de nood aan duurzame productiemethoden om hun land in de toekomst vruchtbaar te houden.

Het is dus belangrijk dat de boeren  een mooie opbrengst blijven behouden. Indien de hogere prijs gegeven door de label initiatieven dan ooit wegvalt, hebben ze nog genoeg koffie om te verkopen en te overleven. Hun interesse ligt dus voornamelijk in labels die de extra arbeid en lagere opbrengst per hectare compenseren, zowel financieel als met productieprogramma’s. Voor het aanleren van nieuwe, betere technieken die de hoeveelheid koffie die ze kunnen produceren verhogen, tonen ze een sterke interesse. Dit is een dimensie waar kritische consumenten niet snel aan denken.

Het is dus belangrijk dat de kritische koper, die vaak de beste bedoelingen heeft, er rekening mee houdt dat hij misschien te hoge verwachtingen stelt aan de kleine producenten. Het is erg belangrijk dat de boeren op lange termijn erop vooruit kunnen gaan. Een loutere focus op financiële compensaties volstaat vaak niet indien er een sterk verlies is van opbrengst. Veerle Vermeyen besluit: “Bedrijven die de labels ontwikkelen zouden er dus goed aan doen om beide standpunten te integreren. Zo kunnen ze efficiënter te werk gaan en betere resultaten behalen. Enkel dan zullen ze de beloftes die ze aan de consumenten maken, volledig kunnen waarmaken.

Download scriptie (1.82 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Miet Maertens