Wordt de Relatie tussen Gendertokenisme en Mentale Gezondheid Gemodereerd door een Feminine/Masculine Organisatiecultuur? Masterproef II

Elien
Moereels

Voelt een man zich goed in zijn vel tussen alleen maar vrouwen?

 

Vrouwen houden graag een koffieklets op het werk, bespreken de laatste modetrends en maken zich samen zorgen over hun kinderen. Allemaal heel gezellig maar voelt een mannelijke collega zich hierdoor uitgesloten? Mannen daarentegen praten graag over sport en halen weleens een grap uit met elkaar. Heeft een vrouwelijke collega daardoor gevoel dat ze niet geaccepteerd wordt?


Uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid1 uit 2008 blijkt dat één op vier Belgen een slechte mentale gezondheid heeft. En dit cijfer lijkt te stijgen. Dit is een zorgwekkende trend aangezien een slechte mentale gezondheid zorgt voor heel wat kosten, zowel voor de maatschappij als voor het individu en zijn werkgever. Denk maar aan het verlies van inkomen door arbeidsongeschiktheid, de kost van medicatie, het verlies aan productiviteit en nog zoveel meer. Daarom is het van cruciaal belang om te onderzoeken welke factoren invloed hebben op onze mentale gezondheid.

Beïnvloedende factoren
Voorgaande onderzoeken hebben verschillende factoren blootgelegd die een invloed hebben op de mentale gezondheid van mensen. Zo zorgen bepaalde hormonen en fluctuaties in deze hormonen voor een verhoogd risico op een slechte mentale gezondheid2. Ook bepaalde persoonlijkheidstrekken3en de manier waarop iemand omgaat met stress en traumatische gebeurtenissen4 zijn factoren die een invloed hebben op het ontwikkelen van een depressie. Verder blijkt dat mensen die leven in armoede5, vaak geconfronteerd worden met racisme of seksueel ongewenste intimiteiten6 vaker te kampen hebben met mentale problemen.

Gender
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vrouwen mentaal meer kwetsbaar zijn dan mannen7. Hiervoor worden verschillende verklaringen naar voor gebracht. Vrouwen zouden meer dan mannen te maken krijgen met traumatische ervaringen, zoals seksueel misbruik en partnergeweld8. Deze kunnen een trigger zijn voor het ontwikkelen van een depressie. Verder hebben vrouwen een grotere genetische kwetsbaarheid en zorgen hunhormoonniveaus en de fluctuaties hierin voor een verhoogd risico op een slechte mentale gezondheid9.
 

Werkomstandigheden
Ook in de werksituatie zijn er verschillende factoren te vinden die een invloed kunnen hebben op onze mentale gezondheid. Zo blijken mensen die een hoge werkdruk ervaren vaker last te hebben van een depressie of burn-out10. Mensen die zelf kunnen bepalen hoe ze hun werk organiseren en zelf beslissingen kunnen maken over verschillende aspecten vanhun job hebben een betere mentale gezondheid dan mensen die de kans hier niet toe krijgen11. Verder is ook de mate van steun die men krijgt op het werk een belangrijke factor. Deze steun kan van zowel van collega’s als leidinggevenden komen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die veel steun ervaren minder kans hebben op het krijgen van een depressie of een burn-out12.

Minderheidspositie
Hoewel er reeds veel onderzoek werd gedaan naar factoren die invloed hebben op de mentale gezondheid van de mens, zijn er nog heel wat potentiële factoren die verdere aandacht verdienen. In deze masterproef werd voornamelijk gefocust op factoren die gerelateerd zijn aan de werkcontext, namelijk de samenstelling van het werkteam en de organisatiecultuur.
Vandaag de dag bestaan er nog steeds veel beroepen waarin vrouwen of mannen ondervertegenwoordigd zijn. Denk maar aan het beperkt aantal vrouwelijk professoren die werken voor één van de Vlaamse universiteiten,het aantal vrouwen die werkzaam zijn in de bouw of het aantal mannelijke kleuterleiders in Vlaanderen. In deze masterproef werd de vraag gesteld of mensen die werken in en team dat voornamelijk bestaat uit mensen van het andere geslacht, zich slechter in hun vel voelen dan mensen die behoren tot een team dat voornamelijk bestaat uit mensen van hun eigen geslacht. Om dit te onderzoeken werden 3659 doctoraatsstudenten bevraagd over verschillende aspecten van hun werksituatie en hun mentale gezondheid. Uit deze bevraging blijkt dat zowel mannen als vrouwen die werken in een team, dat voornamelijk bestaat uit mensen van het andere geslacht, geen slechtere mentale gezondheid hebben dan mensen die werkzaam waren in een team dat voornamelijk bestaat uit mensen van hun eigen geslacht. Mannen die voornamelijk moeten samenwerken met vrouwelijk collega’s hebben geen slechtere mentale gezondheid dan mannen die voornamelijk moeten samenwerken met mannelijke collega’s. Hetzelfde werd gevonden voor vrouwen. Vrouwen die voornamelijk samenwerken met mannelijke collega’s hebben geen slechtere mentale gezondheid dan vrouwen die enkel vrouwelijke collega’s hebben.

Organisatiecultuur
Naast de teamsamenstelling werd ook gekeken naar de cultuur binnen de organisatie. Hieruit blijkt dat mensen die werkzaam zijn in een organisatie waar competitiviteit belangrijk is en waar men weinig overleg pleegtalvorens men beslissingen neemt, een slechtere mentale gezondheid rapporteren dan mensen die werkzaam zijn in een organisatie waar samenwerking en gezamenlijk besluitvorming belangrijk zijn. Het is dus van essentieel belang dat de werkgever samenwerking en gezamenlijk besluitvorming zoveel mogelijk stimuleren onder hun werknemers om ervoor te zorgen dat ze zich goed in hun vel voelen.

 

Kortom mannen voelen zich goed in hun vel tussen de vrouwen en andersom geldt hetzelfde. Verder blijkt uit deze masterproef dat werkgevers verschillende maatregelen kunnen treffen om ervoor te zorgen dat al hun medewerkers zich goed in hun vel voelen. Zo kunnen ze alert zijn voor de werkdruk en deze aanpassen indien zij ondervinden dat deze te zwaar is. Ook kunnen ze hun werknemers aanmoedigen om samen te werken en gezamenlijk beslissingen te nemen. De werkgever heeft dus ook een belangrijke rol in de mentale gezondheid van zijn werknemers.

 

1Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. (2008). Gezondheidsenquête België, 2008: Rapport I - Gezondheidstoestand. Geraadpleegd via https://his.wiv-isp.be/nl
/Gedeelde%20%20documenten/WB_NL_2008.pdf

 

2Swaab, D. F., Boa, A. M., &Lucassen, P. J. (2005). The stress system in the human brain in depression and neurodegeneration. Ageing Research Reviews, 4(2), 141-194. doi:10.1016/j.arr.2005.03.003

 

3Van den Heuvel, N., Smits, C. H. M., Deeg, D. J. H., & Beekman, A. T. (1996). Personality: A moderator of the relation between cognitive functioning and depression in adults aged 55-85,  Journal of Affective Disorders, 41(3), 229-240. doi:10.1016/S0165-0327(96)00088-2

 

4World Health Organization. (2001). Mental health: New understanding, new hope. Geraadpleegd via http://www.who.int/whr/2001/en/whr01_en.pdf?ua=1

 

5 World Health Organization. (2001). Mental health: New understanding, new hope. Geraadpleegd via http://www.who.int/whr/2001/en/whr01_en.pdf?ua=1

 

6Pieterse, A. L., & Carter, R. T. (2007). An examination of therelationshipbetweengeneral life stress, racism-related stress, andpsychological health among black men. Journal of Counseling Psychology, 54(1), 101-109. doi:10.1037/0022-0167.54.1.101

 

7Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. (2008). Gezondheidsenquête België, 2008: Rapport I - Gezondheidstoestand. Geraadpleegd via https://his.wiv-isp.be/nl
/Gedeelde%20%20documenten/WB_NL_2008.pdf

 

8Nolen-Hoeksema, S. (2001). Gender differences in depression. CurrentDirections in PsychologicalScience, 10(5), 173-176. doi:10.1111/1467-8721.00142

 

9Nolen-Hoeksema, S. (1987). Sexdifferences in unipolardepression: Evidenceandtheory. Psychological Bulletin, 101(2), 259-282. doi:10.1037/0033-2909.101.2.259

 

10Sanne, B., Mykletun, A., Dahl, A. A., Moen, B. E., & Tell, G. S. (2005). Testingthe job demand-control-support model withanxietyanddepression as outcomes: The Hordaland Health Study. OccupationalMedicine-Oxford, 55(6), 463-473. doi:10
.1093/occmed/kqi071

 

11De Lange, A. H., Taris, T. W., Kompier, M. A. J., Houtman, I. L. D., & Bongers, P. M. (2004). The relationshipbetweenworkcharacteristicsandmental health: examiningnormal; reversedandreciprocalrelationships in a 4-wave study. Workand Stress, 18(2), 149-166. doi:10.1080/02678370412331270860

 

12Marchand, A., Demers, A., &Durand, P. (2006). Socialstructures, agent personalityandworkers’ mental health: A longitudinal analysis of thespecificrole of occupationand of workplaceconstraints-resources on psychologicaldistress in the Canadian workforce. Human Relations, 59(7), 875-901. doi: 10.1177/0018726706067595

Download scriptie (884.35 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015