Drijfveren van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg: "Opbouwen van een positieve identiteit"

Joeri
Vandewalle
  • Sofie
    Verhaeghe
  • Bart
    Debyser

Drijfveren van ervaringswerkers in de geestelijke gezondheidszorg.

‘Opbouwen van een positieve identiteit’

INTRODUCTIE

Je kent het wel: een rotdag op het werk, een uitbrander krijgen van je baas of een moeizaam contact met collega’s. Misschien is jouw droomjob helemaal niet wat je ervan had verwacht? Daarom moeten we beseffen dat mensen geen machines zijn maar een eigen wil en drijfveren hebben. Datgene wat iemand drijft beïnvloed zijn of haar gedrag en emoties. Dit draagt dan weer bij aan de vorming van onze identiteit. Misschien heb jij behoefte aan uitdagingen maar blijkt jouw job doordrongen van routine? Misschien heb jij nood aan een schouderklop maar blijkt jouw werkgever allerminst een motivator? Stel je dan eens voor dat je een ervaringswerker zou zijn. Wablief?

Ervaringswerkers in de geestelijke gezondheidszorg hebben ervaring met een psychische aandoening. Het zijn personen die bijvoorbeeld een depressie of een alcoholafhankelijkheid hebben gehad en daarvoor behandeld werden. Doorheen hun herstelproces bouwen deze (ex-)patiënten aan kennis en vaardigheden. Niet zomaar iets maar specifieke competenties in het leven met hun psychische kwetsbaarheid. Als ervaringswerker benutten ze deze competenties in diverse taken zoals het ondersteunen van lotgenoten, het onderwijzen van studenten en het samenwerken met zorgverleners.

Om een succesvolle tewerkstelling van ervaringswerkers te ondersteunen is een beter begrip van hun drijfveren van belang. De wetenschappelijke literatuur toont namelijk dat hun drijfveren vaak niet gerespecteerd worden. Bijgevolg raken ervaringswerkers sneller gedemotiveerd en dalen hun kansen op succes. Het huidige onderzoek ging daarom op zoek naar hun drijfveren. Wat drijft deze mensen om als ervaringswerker in de geestelijke gezondheidszorg aan de slag te gaan? Dit gebeurde via 36 interviews die op band werden opgenomen en werden uitgeschreven. De drie onderzoekers lazen herhaaldelijk de interviews en achterhaalden de belangrijkste thema’s.

RESULTATEN

“Mijn job geeft mij stabiliteit, een groot verantwoordelijkheidsgevoel, heel veel erkenning, ja. Want als uw ziekte zo lang aansleept dan stel je uw identiteit en uw zelfwaarde enorm hard in vraag. Als je dan een succesverhaal hebt met dat werk, dan brengt dat dit allemaal terug op een normaal niveau.”

Ervaringswerkers wensen te bouwen aan een positieve identiteit. Daarbij komen ze los van een gedevalueerde identiteit die is gerelateerd aan een negatieve zelfwaarde, een rol als psychiatrische patiënt en een plaats aan de rand van de maatschappij. Twee hoofddrijfveren, die in voortdurende wisselwerking staan, sturen ervaringswerkers aan in dit groeiproces. Het gaat om een verlangen naar normalisatie en een drang naar stabilisatie.

Het verlangen naar normalisatie betekent dat ervaringswerkers hun lage zelfwaarde op een hoger niveau willen krijgen. Deze hoofddrijfveer wordt opgedeeld in drie nadrukkelijke thema’s.

  1. Gedreven om een zinvolle tewerkstelling te realiseren.

Ervaringswerkers willen een gewaardeerde maatschappelijke bijdrage leveren. Hierbij zijn ze gedreven om lotgenoten te ondersteunen, de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren en hulpverleners te inspireren. Verder willen ze demonstreren dat mensen met een psychische aandoening van tel kunnen zijn. Functioneren in een team betekent dan ook meer zijn dan ‘een laagje vernis’. Ze willen gehoord worden en een praktisch gevolg zien van hun participatie.

  1. Gedreven om zich te ontdoen van beperkende rolpatronen.

Het gaat om patronen zoals een eenzame positie, een gebrek aan perspectief en een plaats in de maatschappelijke marge. Het gevoel ‘er bij te horen’ heeft bijgevolg een bijzondere betekenis. Ervaren van begrip en betrokkenheid staan centraal in dit integratieproces. Verder krijgen ervaringswerkers een ruim aanbod aan kansen. Het schenkt hen een doel voor ogen en kansen om hun competenties te benutten.

  1. Gedreven om de stigmatisering en het taboe te doorbreken.

Stigma gaat gepaard met vooroordelen zoals: ‘Mensen met een psychische aandoening zijn niet bekwaam om te werken.’  Het verlangen naar normalisatie wordt hierdoor sterk belemmerd. Stigma zorgt er immers voor dat veel ervaringswerkers hun ware identiteit verbergen. Bijgevolg brengen ervaringswerkers normaliserende getuigenissen om een realistische beeldvorming te ondersteunen.

Ervaringswerkers dragen een psychische kwetsbaarheid met zich mee. Hierdoor komt een drang naar stabilisatie bovendrijven. Deze hoofddrijfveer wordt opgedeeld in twee nadrukkelijke thema’s.

  1. Gedreven door de positieve invloed van ervaringswerk op hun stabilisatie.

De waakzaamheid voor hun zelfbehoud stuurt mensen met een psychische kwetsbaarheid richting een functie waarin ze, in een begripvolle context, een ongedwongen engagement kunnen aangaan. Via hun taakinvulling ontwikkelen ze vaardigheden voor hun zelfzorg en emotieregulatie. Bovendien bouwen ervaringswerkers door hun tewerkstelling aan structuur en regelmaat.

     2. Gedreven om het ervaringswerk behoedzaam uit te oefenen.

Ervaringswerkers kiezen voor een voorzichtige aanpak om zich te behoeden voor een terugval. Zo willen ervaringswerkers betrokkenheid tonen maar zich niet laten overspoelen door de emoties van lotgenoten. Bijgevolg moeten ze grenzen stellen en op tijd op de rem staan. Verder komen ervaringswerkers tot inzicht dat het niet altijd lukt om lotgenoten op het goede spoor te krijgen. Zodoende wordt de drijfveer om ‘mensen te helpen’ gecontroleerd door een gedachtegang die realisme predikt.

Opvallend is de wisselwerking tussen beide hoofddrijfveren. Ervaringswerkers zoeken naar een acceptabel evenwicht waarbij ze tegelijk hun lage zelfwaarde normaliseren én hun zelfbehoud handhaven. In bijlage 1 worden deze drijfveren weergegeven.

SLOTBESCHOUWING

Uit onderzoek blijkt dat 1 op 4 (!) van de bevolking in zijn of haar leven een psychische aandoening ontwikkelt. Daarbij is er vaak een connectie met werk. Enerzijds kunnen problemen op het werk een psychische aandoening uitlokken. Anderzijds zorgen psychische problemen ervoor dat we ons werk niet langer kunnen uitvoeren. Het lijkt daarom noodzakelijk om voldoende ondersteuning te krijgen op het werk. In het geval van ervaringswerkers moeten werkgevers aandacht hebben voor hun kwetsbaarheid én hen tegelijk voldoende kansen bieden voor hun zelfontplooiing.

Het respecteren van drijfveren geldt echter niet enkel voor ervaringswerkers. Dit inzicht is van toepassing bij alle mensen. Wat heb jij nodig om je goed te voelen op je werk? Hoe bouw jij aan een positieve identiteit? Welke ondersteuning wil jij graag krijgen? Mogelijk kunnen de inzichten uit het huidige onderzoek een inspiratiebron vormen. Meer bepaald hoe de arbeidscontext kan afstemmen op de drijfveren en mogelijkheden van werknemers. Op die manier kunnen psychische problemen worden voorkomen en krijgen kwetsbare groepen de kans om een gewaardeerde sociale rol in te vullen.

Download scriptie (715.04 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
Prof. Dr. Sofie Verhaeghe, copromotor: Bart Debyser