Sculpting the hill, cultivating the valley: re-claiming the West Rand's post-mining landscape

Griet Juwet
& Marjolein Lyssens
  • Marjolein
    Lyssens

Wat als het goud op is? Een visie voor het landschap en de bewoners van de West Rand, Johannesburg.

door Griet Juwet & Marjolien Lyssens

Hoe zou jouw streek eruit zien als er een eeuw geleden goud was ontdekt in de ondergrond? Voor de bewoners van de West Rand, een regio ten westen van Johannesburg, is dit geen hypothetische vraag, maar dagelijkse realiteit. De goudkoorts laat heuvels met mijnafval achter, zuur water heeft de lokale ecosystemen en rivieren vervuild, en jaren van exploitatie en segregatie veroorzaakten vele sociale problemen. Nu het tijdperk van de goudmijnen ten einde loopt, rijst de vraag wat de toekomst zou kunnen worden voor dit vervuilde landschap en de vaak arme gemeenschappen rondom.

Mijnen hebben overal ter wereld een enorme impact op hun omgeving. Naast de goudmijnen in Zuid Afrika, hebben ook bijvoorbeeld de steenkoolmijnen rond Charleroi en in Limburg het landschap en de lokale samenleving ingrijpend veranderd. Niet alleen trekken ze migrantenarbeid aan en beïnvloeden de sociale structuur en regionale economie, door het ontginnen van goud of steenkool wordt ook het natuurlijke landschap vervuild en radicaal getransformeerd. Eens de mijnbedrijven wegtrekken, wacht voor deze gebieden en hun bewoners een onzekere toekomst.

Deze thesis formuleert een mogelijke toekomstvisie voor het westelijke deel van de Witwatersrand, die gebaseerd is op ontwerpend onderzoek. Verschillende onderzoeksmethodes legden hierbij de basis voor een ruimtelijk ontwerp dat een dialoog over de toekomst van de West Rand zou kunnen stimuleren. Intensief veldwerk, interviews met inwoners en actiegroepen, bezoeken aan een actieve mijn, gesprekken met lokale experts, onderzoek over de specifieke impact van goudmijnen op ecosystemen en over mogelijke methodes voor landschapsherstel, werden samengebracht in een visie die vanuit ruimtelijke structuren een basis legt voor mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. Het project doet creatieve voorstellen voor een alternatieve economie en stedelijke transformatie, op gang getrokken door de remediatie van het vervuilde landschap en natuurlijke watersysteem.

Door het ontrafelen van de ingewikkelde problematieken op het vlak van watervervuiling, bodemverontreiniging, sociale tegenstellingen en gebrekkige ruimtelijke kwaliteit, kon een heldere benadering worden ontwikkeld. Hierbij worden deze verschillende aspecten omgezet in kansen voor een meer ecologisch, economisch en sociaal duurzame toekomst voor de regio. De complexe dynamieken van socio-economische ongelijkheid en ecologische vervuiling werden vertaald in een visie die is opgebouwd rond de cycli van grond en water.

De ingrijpende operaties van de mijnen, die de topografie van de West Rand drastisch veranderen, kunnen als opportuniteit worden gezien om het landschap te boetseren en de bodem te zuiveren. Door de werking van de mijnen aan te passen, kan men een stabiele heuvelstructuur creëren en het landschap herstellen. Natuurlijke processen op basis van bomen en planten kunnen worden ingezet om de vervuiling op langere termijn te stabiliseren of verwijderen.

In de artificiële heuvels van mijnafval, en in ondergrondse gangen, ontstaat zuur en metaalhoudend water dat ongeremd rivieren en grondwater vervuilt. Maar de verstoorde watercyclus kan worden gecontroleerd en benut als een kans om de zuidelijke, vaak arme townships en valleihellingen van kostbaar water te voorzien. Door het vervuilde water op te pompen, en te zuiveren in aangelegde wetlands, kan het worden herbruikt voor stedelijke landbouw in de woongebieden, of landbouw van middelgrote schaal langsheen de vallei.

De aanleg van een kanaalsysteem dat bruikbaar water voorziet in deze semidroge regio, kan een stimulans vormen voor een duurzame economie en verbeterde leefomgeving. Landbouwproductie en landschapsherstel met behulp van energiegewassen en andere bruikbare planten, kunnen een alternatief bieden voor de wegtrekkende mijnindustrie en al haar gerelateerde activiteiten. Bovendien kan het kanaalsysteem een transformatie in gang zetten van het stedelijke weefsel van de townships. Door hoger te bouwen kan grond vrijkomen voor productieve activiteiten, terwijl tegelijk de densiteit van het wonen kan worden verhoogd. Daarnaast kunnen afgeleide activiteiten zoals transport en distributie, verpakking, onderzoek, kwekerijen, compost- en meststoffenverkoop enz. bijkomende werkgelegenheid bieden en de diversiteit van functies in de woongebieden verhogen.

Niet alleen actieve mijnbedrijven, lokale overheden, experts op vlak van landschapsrehabilitatie, ngo’s, en ruimtelijk ontwerpers, zijn cruciaal om een dergelijke visie in overleg op te stellen en te realiseren. Ook lokale organisaties en bewoners zijn onmisbaar bij het herstel van het landschap, en kunnen bijdragen aan een betere leefomgeving en de opbouw van een eerlijkere samenleving. Binnen een raamwerk van een gemeenschappelijke visie voor de toekomst, kunnen alle betrokken partijen een specifieke bijdrage leveren vanuit hun expertise en mogelijkheden. Zo kunnen strategische deelprojecten (zoals het opstarten van een kwekerij van planten voor landschapsremediatie, het aanleggen van een wetland voor waterzuivering, het bouwen van een deel van het kanaalsysteem, of het opstarten van een landbouwcoöperatieve) de realisatie van de visie opstarten.

Het ruimtelijk ontwerp voor een toekomstig landschap voor de West Rand vormt een aanzet tot dialoog over de mogelijke vooruitzichten en ambities voor dit gebied dat zo ingrijpend werd bepaald door de goudmijnindustrie. Maar het toont ook het belang aan van een reflectie over landschappelijke en stedelijke structuren en ontwikkelingen, in gebieden wereldwijd die te maken krijgen met ontginningsactiviteiten en de daaraan gekoppelde transformatie van het landschap, de maatschappij en de lokale economie. Deze thesis is daarom bedoeld als een onderzoek naar nieuwe denkpistes en een bijdrage aan het debat rond dergelijke gebieden en hun specifieke uitdagingen. Wie weet wordt het zo drastisch verstoorde landschap van de West Rand net een toonbeeld van de verweving tussen stedelijke en natuurlijke processen. Stel je een toekomst voor waarin het net de minst bevoorrechte bewoners zijn die het landschap doen herleven om er uiteindelijk ook zelf (letterlijk) de vruchten van te plukken!