Norbert Laude (1888-1974). Leven in teken van de kolonie

Lisa
Busschaert

Norbert Laude (1888-1974). Leven in teken van de kolonie

Op 30 juni 1960 vierde de centraal Afrikaanse staat Congo het einde van zijn koloniale periode. Als lid van verschillende prestigieuze koloniale instellingen was Norbert Laude uitgenodigd op de onafhankelijkheidsceremonie in Kinshasa. Laude was echter met wrange gevoelens naar Congo afgereisd.  Al sinds het begin van de twintigste eeuw had hij zich gedreven ingezet om de kolonie en zijn inwoners naar een ‘Europees niveau’ van beschaving te leiden. Norbert Laude had het Belgisch kolonialisme steeds als een nobel werk beschouwd, en net daarom kon hij moeilijk begrijpen waarom het zo snel tot zijn einde had moeten komen.

Een controversiële geschiedenis

Meer dan vijftig jaar na de Congolese onafhankelijkheid is het voor ons moeilijk te begrijpen waar de aantrekkingskracht van het kolonialisme vandaan kwam. Het koloniale verleden geldt immers als een gecontesteerd stukje geschiedenis, dat vaak in een adem vernoemd wordt met zaken als slavernij, uitbuiting en racisme. Toch heeft het kolonialisme die negatieve connotatie niet altijd gehad. Heel wat vooraanstaande kolonialen, zoals Norbert Laude, waren rotsvast overtuigd van het belang ervan. Net om die curiositeit leek het mij, als historica, interessant de koloniale carrière van Laude onder de loep te nemen en op zoek te gaan naar zijn drijfveren, zijn visies en zijn ideeën.

Het levensverhaal van Norbert Laude, geboren in 1888 te Schaarbeek, was nooit eerder het onderwerp van een wetenschappelijke studie. Toch was hij een actief koloniaal figuur met een opvallende levensloop. Zijn rol in beide wereldoorlogen, zijn contacten met het koningshuis, zijn vele publicaties, zijn sterk en principieel idealisme, maar vooral zijn verwoede engagement voor het koloniale project leidden ertoe dat zijn biografische studie een erg veelzijdig werk is geworden dat raakt aan verschillende onderwerpen.

Norbert Laude: WO I als startpunt

Voor Norbert Laude begon het allemaal tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen hij zich als vrijwilliger aandiende om het Belgische leger in Congo te vervoegen. Hij vocht er zij aan zij met de Congolese soldaten en kon onder meer in Tabora het Duitse leger een halt toeroepen. Dit eerste contact met Afrika liet een diepe indruk bij hem na en hij voelde een grote genegenheid voor dat ongerepte land en zijn bevolking. Deze oorlogservaring zou Laudes loopbaan een definitieve wending geven. Na de oorlog maakte hij carrière aan het ministerie van Koloniën en gaf hij talloze voordrachten over het belang van het kolonialisme. Laude ondersteunde de koloniale politiek van de regering voornamelijk uit idealistische en patriottische overwegingen. Hij redeneerde immers dat dit ‘beschavingswerk’ niet alleen de Congolezen ten goede zou komen, maar ook het Belgische prestige ten aanzien van het buitenland.

In 1926 werd Laude door de minister van Koloniën aangesteld als directeur van de Koloniale Hogeschool van Antwerpen. Dit instituut was opgericht in 1920 en had als doel toekomstige koloniale ambtenaren zo goed mogelijk voor te bereiden op hun taak. Onder Laudes bewind, dat 32 jaar zou duren, kreeg de school een sterk elitair en idealistisch karakter. Ook patriottisme speelde hier opnieuw een grote rol: tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde Laude de Koloniale Hogeschool uit tot een centrum van verzet en groeide hij zelf uit tot een belangrijk verzetsleider.

Norbert Laude: De Tweede Wereldoorlog als kantelmoment

Al snel na de Tweede Wereldoorlog bleek dat de tijd van enthousiasme rond het koloniale project voorbij was. Critici stelden zich hardop vragen bij de geldigheid van het systeem en in de kolonies zelf klonk de roep om onafhankelijkheid steeds luider. Die veranderende sfeer zou ook Laudes houding beïnvloeden. Na de oorlog had hij, als geroemd verzetsheld, de kans gekregen om toe te treden tot prestigieuze koloniale instellingen, waaronder de Koloniale Raad, het politiek adviesorgaan van de minister van Koloniën. In die hoedanigheid reisde hij meermaals naar Congo af om er polshoogte te nemen van de situatie. Uit Laudes reisverslagen komt zijn ergernis over het economisch gewin en de besluitloosheid van de Belgische regering duidelijk naar voren. 

Terwijl Laude voor de oorlog veel meer optrad als een onvoorwaardelijk propagandist van het Belgische beleid, nam hij later dus een meer kritische houding aan. Hij pleitte uitdrukkelijk voor meer sociale hervormingen en maatregelen om de band tussen Congo en België te kunnen behouden. Ondanks zijn kritiek heeft Laude echter nooit openlijk getwijfeld aan de integriteit van het koloniale project. Hij probeerde kost wat kost de onafhankelijkheid van Congo te vermijden. De beschavingsmissie, waar hij zich sinds de Eerste Wereldoorlog voor had ingezet, was in zijn ogen nog niet volbracht.  

Een roemloos einde

Op 30 juni 1960 maakte Laudes idealisme plaats voor bittere ontgoocheling. De onafhankelijkheidsceremonie, en vooral de harde antikolonialistische speech van eerste minister Lumumba, had hem  duidelijk gemaakt dat er nog weinig sprake zou zijn van een stabiele vriendschappelijke relatie tussen de nieuwe staat en zijn voormalige moederland. Opgegroeid in een tijd van enthousiasme en optimisme rond het koloniale project, was Laude niet in staat die antikolonialistische sfeer te kunnen plaatsen.  

In de scriptie Norbert Laude (1888-1974). Leven in teken van de kolonie staat een figuur centraal die typerend is voor een grote groep kolonialen uit de twintigste eeuw, namelijk zij die zich vanuit een groot idealisme en patriottisme hebben ingezet voor het koloniale project. Het levensverhaal van Laude geeft een uniek inzicht in de ideeën en acties van een koloniaal intellectueel en toont hoe die beïnvloed werden door de veranderende opinies over het kolonialisme. Net door die sterke focus op de individuele beleving kan deze studie een interessante aanvulling vormen op het grotere verhaal van het Belgische kolonialisme. 

Download scriptie (2.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014
Promotor(en)
Promotor prof. dr. Kaat Wils
Thema('s)