The EU Energy Efficiency Directive and thermal retrofits of residential buildings in Flanders

joris
depouillon

Energie besparen: is Vlaamse regering ambitieus genoeg?

Europese directieve biedt hefbomen om hoog energieverbruik terug te dringen

Het Vlaams beleid ter bevordering van energiebesparing in bestaande gebouwen mist visie. Een nieuwe Europese directieve biedt de kans voor een meer ambitieuze en coherente aanpak. Hoe ambitieus is Vlaanderen bij de omzetting van de directieve naar het Vlaams beleid?

Gebouwen die minder energie verbruiken hebben een dubbel voordeel. Ten eerste daalt de uitstoot van broeikasgassen door een lager verbruik van fossiele brandstoffen. Ten tweede draagt het bij tot lagere energiekosten en een meer competitieve economie. Er is echter nog werk aan de winkel in Vlaanderen. Het is namelijk de op een na meest energie-intense regio van West-Europa.

Het Vlaamse en federale energie-efficiëntiebeleid was de voorbije jaren allesbehalve stabiel en duidelijk te noemen. De plotse afschaffing van de federale belastingaftrek voor energiebesparende maatregelen in 2011, de wirwar van steunmaatregelen bij allerhande instanties, het kluwen aan regelgeving en het gebrek aan coördinatie tussen de beleidsvelden van wonen en energie getuigen van een gebrek aan visie en lange termijnperspectief.

Opvallend is dat de overheid bij bestaande huizen vooral gebruik maakt van steunmaatregelen in plaats van regelgeving. Dat maakt het beleid onvoorspelbaar. ‘Subsidies zijn nu eenmaal minder stabiel dan regelgeving, aangezien ze tijdens budgettaire beslissingen herbekeken worden’, zegt Jan Schaerlaekens, adviseur van minister Freya Van den Bossche. Ingrid Holmes, expert op het vlak van energiebeleid van de toonaangevende NGO E3G, merkt op dat coherent beleid noodzakelijk is. ‘Toekomstig beleid moet voor investeerders en eigenaars van gebouwen een coherent verhaal zijn dat de nodige verandering in de markt drijft.’

De nieuwe Energie-Efficiëntie Directieve (EED) van de Europese Unie reikt Vlaanderen noodzakelijke hefbomen aan om het volume bestaande huizen minder energie te doen verbruiken. De directieve verplicht de overheid om op lange termijn te denken. Zo moet de overheid onder andere een analyse maken van de huidige drempels die verhinderen dat gezinnen investeren in energie-efficiëntie, daarop een visie baseren die tegemoet komt aan de CO2-reductiedoelen van 2050 en meteen een (niet-bindende) doelstelling poneren om het energieverbruik terug te dringen in 2020. Bovendien kan Vlaanderen nu haar eigen energie-efficiëntiebeleid uitstippelen. De zesde staatshervorming hevelt namelijk zo goed als alle belangrijke instrumenten over naar Vlaanderen.

De EED bevat echter bindende en niet-bindende maatregelen. Een van die facultatieve maatregelen is een certificatieschema voor uitvoerders van isolatie en dubbel glas. De kennis en het vakmanschap van plaatsers van deze maatregelen is momenteel onvoldoende. ‘Slechts 25% van de vaklui hebben een adequate kennis van energiebesparende maatregelen en technieken’, aldus Geert Ramaekers van Bouwunie. Europa laat echter ruimte voor interpretatie aan de Vlaamse regering of deze maatregel noodzakelijk is.

De vraag is dus hoe ambitieus Vlaanderen de Europese directieve zal omzetten. De verplichte maatregelen uit de EED zullen Vlaanderen hoe dan ook vooruit helpen om energie te besparen. Het lijkt echter noodzakelijk om verder te durven gaan dan die minimale verplichtingen. Concrete en doelgerichte maatregelen zijn nodig. Vlaanderen moet vermijden gebruik te maken van de achterpoortjes in de directieve. In het licht van de dreigende klimaatcrisis en de aanslepende economische crisis zal Vlaanderen anders in slechte papieren geraken. De Vlaamse regering moet nu de politieke moed aan de dag leggen die nodig is om Vlaanderen uit de benarde situatie van energie-intensieve regio te halen.

 

Download scriptie (2.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013