Een onderzoek naar het gebruik van crowdsourcing bij Vlaamse krantenjournalisten aan de hand van diepte-interviews

Stijn
Hosdez

Gezocht: Journalist (m/v) in nood

GENT - ‘Hautekiet’ op Radio 1, ‘Het Fietspadenrapport’ van Het Nieuwsblad … Eén voor één zijn het voorbeelden van mediaproducties die tot stand zijn gekomen met hulp van het publiek. Deze vorm van nieuwsgaring waarbij journalisten een beroep doen op de collectieve wijsheid van hun lezers, luisteraars of kijkers, ook wel crowdsourcing genoemd, krijgt steeds meer voet aan Vlaamse journalistieke grond. Deze relatief nieuwe vorm van nieuwsgaring heeft hiervoor een lange weg afgelegd.

Als journalist een beroep doen op de wijsheid van je publiek. Dat is het uitgangspunt van crowdsourcing. De eerste gewaarwording voor hun publiek zien redacties aan de vooravond van de jaren negentig. Het idee dat de journalistiek er niet alleen is om het publiek te informeren maar ook te betrekken in het maatschappelijk debat krijgt sindsdien steeds meer aanhang. Met 9/11 wordt pas echt duidelijk welke impact het publiek heeft. De nieuwsgaring krijgt een meer menselijke invalshoek en burgers maken door het plaatsen van video’s, foto’s en blogs hun eigen verhaal. De blijde intrede van het internet en later de sociale media, heeft van crowdsourcing een volwaardig journalistiek instrument gemaakt. De nieuwsconsument is de afgelopen decennia geëvolueerd van een passieve gebruiker naar een actieve deelnemer.

Nog in de minderheid

Door middel van diepte-interviews bij vijftien Vlaamse krantenjournalisten die reeds een beroep doen op het publiek voor een reportage of een artikel, is gepeild naar hun ervaringen met crowdsourcing. Volgens hen is het vooral tijdbesparend en gaat het in de meeste gevallen veel verder dan de grenzen van hun journalistiek netwerk. Zo plaatste de VRT-nieuwsdienst op haar nieuwssite deredactie.be onlangs nog een oproep waarin ze op zoek was naar getuigen van een scheepsramp nabij het Italiaanse eiland Lampedusa. De opmars van de sociale media, en met name Twitter, maakt dat ook individuele journalisten, dus zonder tussenkomst van hun redactie, gemakkelijker de hulp van burgers kunnen inschakelen. Sociale media hebben zich op die manier kunnen ontpoppen tot een belangrijk aspect in de journalistieke research. Hoewel sociale media alomtegenwoordig zijn en deze manier van research enorm veel voordelen kent, lijkt crowdsourcing slechts door een minderheid van de Vlaamse journalisten te worden toegepast.

Twitter op kop

In tijden van webjournalistiek en instant deadlines, waarin nieuws dag en nacht geconsumeerd wordt, speelt snelheid een grote rol. Wie als journalist actief is op Twitter weet dat het platform evenzeer inspeelt op de waan van dag met een continue stroom aan opinies en breaking news. De effectiviteit en snelheid van een medium als Twitter is een zeer geschikt platform is om als journalist te crowdsourcen. Bijna alle geïnterviewde journalisten noemen Twitter hét crowdsourcingsplatform bij uitstek. Ook een oproep op de nieuwssite van een krant kan een grote impact hebben. Crowdsourcen op Facebook is bij de bevraagde journalisten dan weer minder in trek. De oorzaak? De responsgraad is er te laag en de gebruikers zijn er te homogeen en te familiair. Slechts in heel specifieke gevallen zal men ervoor kiezen een oproep te plaatsen op Facebook. Zo getuigt freelancejournaliste Melanie De Vrieze: “Voor De Morgen had ik ooit een rubriek over renovaties en verbouwingen. Omdat er op Facebook heel wat jonge mensen zitten, zocht ik op die manier via vrienden van vrienden naar mensen die hun huis verbouwd hebben.” De keuze van het platform en de aard van de oproep, blijkt steeds heel doordacht en doelgericht te zijn.

Niet waterdicht

Toch zijn de bevraagde journalisten zich ook bewust van de mogelijke nadelen die crowdsourcing met zich meebrengt. Wie als journalist een oproep plaatst verklapt meteen ook waarover hij gaat schrijven. Koren op de molen voor de concurrentie die zo perfect te weten komt wat in de volgende editie zal verschijnen. Een aantal bevraagde journalisten worstelt soms met deze gedachte. Een ander nadeel dat zich kan opdringen is representativiteit, of toch het gebrek eraan. Wie als journalist enkel op Twitter oproepen plaatst, moet goed beseffen dat het platform geen afspiegeling is van onze samenleving. “De mensen die ik zie op Twitter zijn bijna allemaal jonge twintigers en dertigers die eigenlijk de kenmerken hebben van een Yuppie, a young urban professional”, meent Remy Amkreutz, journalist bij De Morgen.

Opportuniteit

Toen de redactie van de Britse krant The Guardian een aantal jaren geleden in het bezit kwam van zowat alle uitgaven van de Britse parlementsleden, leek het voor de redactie onbegonnen werk die zelf te analyseren . The Guardian besloot daarom alle documenten op een website te plaatsen en het werk over te laten aan alle Britten die toegang hadden tot het internet. Met succes. In geen tijd kwam de ene parlementariër na de andere in opspraak. Het ene schandaal volgde op het andere. Zulke grote crowdsourcingsprojecten kennen we in Vlaanderen niet. Toch komt ‘Het Fietspadenrapport’ van de krant Het Nieuwsblad aardig in de buurt. Om dezelfde redenen als die van The Guardian besloot Guy Fransen, hoofdredacteur van Het Nieuwsblad en initiatiefnemer van het project, om niet zijn redacteurs maar zijn lezers de Vlaamse fietspaden in kaart te laten brengen: “Los van het feit dat ik niet genoeg mankracht en onvoldoende medewerkers had, was er voor mij een enorm community-aspect aan verbonden. Ik zag de 1 miljoen lezers van Het Nieuwsblad als mijn medewerkers. Zij waren ook de ogen en de oren van mijn krant.” Marketingpraat of niet, wie als krant geholpen wil worden door zijn publiek gaat best de band aan met z’n lezer in de hoop dat die lezer zich ook achter het merk wil scharen. Inspelen op een collectief gevoel van samenhorigheid zou hier wel eens in het voordeel kunnen spelen. Zo stelt journalist Tim Van der Mensbrugghe: “Wij hebben geen nationale kranten. Een krant in België̈ is per definitie regionaal. Ik denk dat die kleinschaligheid een troef is.” Of hoe het kleine regionale karakter van Vlaanderen misschien wel maakt dat het de ideale broedplaats is voor nog meer crowdsourcing.

Stijn Hosdez - 2013

Download scriptie (657.67 KB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2013