De berichtgeving over archeologie in de Belgische Nederlandstalige gedrukte dagbladpers in 2012

Ine
Leonard

Archeologen en journalisten zijn geen goede maatjes

Archeologie is meer dan ooit een hot topic. In 2012 verschenen maar liefst 800 kranten-artikelen over archeologie, waarvan er 600 gingen over Vlaanderen. Toch heeft de helft van de Vlaamse archeologische instanties naar eigen zeggen nauwelijks contact met de pers. 18 procent is zelfs ronduit ontevreden over de berichtgeving.

INE LEONARD

Een nieuw masteronderzoek van de Hogeschool-Universiteit Brussel heeft de berichtgeving over archeologie van 2012 in de Vlaamse kranten doorgelicht. Onderzoeker Ine Leonard nam daarvoor niet alleen de krantenartikelen van de zeven grootste Vlaamse dagbladen onder de loep, ze vroeg ook aan de Vlaamse archeologische instanties naar hun relatie met de pers.

Communicatie

In totaal verschenen in 2012 meer dan 800 artikelen over archeologie in de zeven grootste Vlaamse kranten. Bijna 80 procent daarvan gingen over Vlaanderen. “De kranten beschouwen archeologie duidelijk als een nieuwswaardig onderwerp. Nochtans heeft vijftig procent van de Vlaamse archeologische instanties zelden of nooit contact met de pers,” zegt Leonard. Vooral de journalisten van de kwaliteitskranten komen er vrijwel nooit over de vloer. Bovendien komt dat contact er niet zomaar. “Er moet iets bijzonders gaande zijn, zoals een spectaculaire vondst of een grootschalige opgraving, om de aandacht van de journalisten te trekken. De ‘minder’ grootse bevindingen halen vaak de krant niet,” aldus Leonard.

Sensatiezucht

44 procent van de artikelen gingen dan ook alleen maar over vondsten en opgravingen. Bijna 60 procent van de artikelen zette bovendien de spectaculaire aard van de vondsten in de verf. Ook opgravingen werden soms extra beklemtoond. De toon van die berichtgeving is echter veel minder positief. Krantenkoppen, zoals ‘Archeologische vondsten vertragen bouw van kazerne Duffel’ (GVA 21/1/2012), ‘650.000 euro kosten en 6 maanden ellende voor een zootje scherven’ (DM 9/7/2012) en ‘Archeologisch onderzoek vertraagt werken in Guigoven’ (BVL 15/12/2012) doen uitschijnen dat archeologisch onderzoek een dure en tijdrovende zaak is. 12 procent van de artikelen verwezen dan ook naar het kostenplaatje. 10 procent beklemtoonde dan weer de vertragingen.

Onzin in de krant

Om de kwaliteit van de artikelen te verhogen en om clichés te vermijden, verspreidt de helft van de archeologische instanties persberichten over hun projecten. “Vooral de archeologische overheidsinstellingen investeren actief in hun communicatie met de pers,” verklaart Leonard. Een aantal de instanties vraagt zelfs om de berichten over hun projecten na te lezen om zo de kwaliteit van de artikelen te waarborgen.

Ondanks al die inspanningen is de kwaliteit van de berichtgeving toch nog vaak ondermaats. 40 procent bevat minstens één fout. “Het gaat om incorrecte jaartallen, verkeerde benamingen en wilde speculaties,” aldus nog Leonard. 18 procent van de instanties is dan ook ronduit ontevreden over de manier waarop de kranten over hun projecten berichten. Bijna de helft van de archeologische instanties twijfelt zelfs aan de oprechtheid van de journalisten. 65 procent vindt dat de journalisten te weinig weten over archeologie.

De archeologische sector neemt echter de bluts met de buil. Die beschouwt het als zijn taak om duidelijk over archeologie te communiceren. Zo krijgen de journalisten alle informatie die ze nodig hebben en ligt de bal in hun kamp.

Download scriptie (3.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2013