Hoe visualiseer je het verband tussen uiteenlopende verhalen?

Mathieu
De Guchtenèere

Nazi’s deporteren een van de Drie Koningen naar een concentratiekamp Om Obelix te parafraseren: “Rare jongens, die kunstenaars!”. Wetenschapslui gaan multidisciplinair te werk. Politici streven naar een eengemaakt, multicultureel Europa. Iedereen die op een klavier kan tokkelen, is verbonden via het internet. Beeldende kunstenaars, die het nochtans vaak hebben over hun artistieke vrijheid, begrenzen echter uit vrije wil (!) zowel inhoudelijk als vormelijk hun werk. Het onderwerp is vaak slechts één bepaalde gebeurtenis. Na het drogen van de verf wordt daarenboven meestal een extra afbakening aangebracht in de vorm van een lijst rond het doek. Striptekenaars gaan nog verder met dat eng vakjesdenken: het avontuur van hun helden persen ze in een voor hen typische reeks van afzonderlijke beeldkaders. Is een grenzeloze creatieve kruisbestuiving dan niet weggelegd voor de beeldende kunstenaar? Om daarop te antwoorden werd experimenterend en soms frustrerend onderzocht of het mogelijk zou zijn om tussen totaal uiteenlopende verhalen een verband te visualiseren. Bijvoorbeeld tussen een Waffen-SS’er en Caspar, één van de Drie Koningen … Vooraleer een geschenkentransport richting Betlehem te laten eindigen in Auschwitz, was een uitgebreid onderzoek nodig. Daarbij diende uiteindelijk na - soms onverwacht - vallen en opstaan (alles voor de kunst) zelfs gezocht te worden naar een nieuwe visualisatievorm: de “Promcomic”. De etappes van deze moeizame hindernissentocht worden hier kort besproken. Als uitgangspunt werden de slagbomen tussen disciplines en kennisvelden consequent genegeerd. Relevante voorbeelden en bruikbare informatie werden niet alleen gezocht in de schilderkunst, maar ook in fotografie,film en literatuur (poëzie). Dit leverde boeiende en onverwachte verbanden op zoals een analogie tussen enerzijds de manier waarop Quentin Tarantino in “Inglourious Basterds” in beeld brengt hoe een SS-officier een geheim achterhaalt dat een boer angstvallig wil bewaren - en anderzijds het rijmschema dat de dichter Leo Vroman gebruikte. Uit dezelfde film kon daarenboven één bepaald shot in verband worden gebracht met een 16de eeuws schilderij van Giovanni Bellini.Maar ook binnen de wetenschappen (chemie) werd nagegaan welke kennis bruikbaar zou zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Zo leidde de scheikundige techniek van de papierchromotografie tot een gevoelsanalyse van een persoon door middel van aquarel, kleurpotlood en pen. Ook bij de talrijke beeldende experimenten werd consequent opzettelijk gekozen voor uiteenlopende materialen en technieken. Zelfs geluid was uiteindelijk geschikt te zijn om iets uit te beelden. De vrijheid opzoeken bleek echter het synoniem te zijn van ergernis en frustratie wanneer bijvoorbeeld het vinden van een antwoord meteen aanleiding gaf tot een nieuwe vraag. Of wanneer duidelijk werd dat tot nu toe bedroevend weinig onderzoek werd verricht om een afdoend antwoord te vinden op een vraag, zoals de mogelijkheden om beweging te suggereren in een tekening. Meerdere keren bleek het dan ook nodig bijkomende zoektochten en experimenten te organiseren, bijvoorbeeld wanneer het verbanden over tijdsgrenzen heen betreft. Helemaal ergerlijk was het compromissen te moeten sluiten omdat totale vrijheid van beeldende associatie onmogelijk is.  Ondanks het rondneuzen in alle hoeken van het Beeldende kunst-huis, bleek het vinden van de meest geschikte vorm om uiteenlopende verhalen met elkaar in beeldend verband te brengen een bijzonder moeilijk te nemen hindernis. Het bestuderen van het tapijt van Bayeux, het doornemen van een foldertje van een DHZ-zaak voor de amateur-vloerder en alles wat daartussen lag, gaf mij niet meteen hét antwoord. Zo werd een film realiseren of een stripverhaal tekenen reeds vlug als ontoereikend ervaren. Zelfs de door dé Scott McCloud bewierookte mogelijkheden van de “Hypercomic” bleken onvoldoende te zijn en werden ervaren als een “Leuven-Centraal voor illustratoren”.  De ideale ontsnappingsmethode was uiteindelijk een nieuwe vorm van vertellen door middel van beelden: de “Promcomic”. Om te vermijden dat het verband tussen beelden onderbroken zou worden door beeldkaders en stroken, werd deze kaderloze stripvorm gebruikt. Om de verbondenheid tijdens het beleven evenmin te onderbreken door het bladeren van de ene pagina naar de andere, werden alle verhaallijnen daarenboven op één groot draagvlak bij een gespecialiseerde firma afgedrukt. Het eindresultaat is een stripverhaal van meer dan 20 m2 waar men zonder hindernissen visueel doorheen kan wandelen. Uiteindelijk kunnen verschillende besluiten getrokken worden. Een illustrator beschikt wel degelijk over voldoende mogelijkheden om met louter getekende beelden zijn kijker het verband te laten zien én ervaren tussen inhoudelijk totaal verschillende verhaallijnen. Het kaderloos werken is een must om zonder een vorm van afbakening de gewenste verbondenheid visueel aan te voelen. Het suggereren van beweging is hierbij een noodzakelijk hulpmiddel want het publiek moet op een subtiele manier in de gewenste kijkrichting geleid worden. Door het bewust weglaten van grafische begrenzingen loopt het oog van de kijker immers verloren zodat men uiteindelijk de inhoudelijke samenhang onvoldoende ervaart. Totale vrijheid is dan ook onmogelijk; zelfs in de beeldende kunsten …

Download scriptie (6.51 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2013