The influence of health on overeducation. An econometric evaluation.

Robin
Deman

ONDERZOEK WIJST OP GEZONDHEID ALS MEDE-OORZAAK VAN OVERSCHOLING

Het gemiddelde scholingsniveau van de beroepsbevolking is de voorbije decennia stelselmatig gestegen. Hiertegenover staat de vaststelling dat heel wat mensen ‘overgeschoold’ zijn: ze zijn tewerkgesteld in jobs waarvoor hun scholingsniveau strikt genomen niet noodzakelijk is. Recente cijfers spreken van 25 tot 33% overgeschoolde werknemers. Overscholing kwam voor het eerst ter sprake omstreeks 1970, en werd lange tijd belicht vanuit een strikt economische invalshoek: het is nadelig voor de productiviteit en het loon van de werknemer, de overheid ‘overinvesteert’ in onderwijs, etc. “Het wordt tijd dat overscholing uit zijn isolement wordt gehaald”, aldus Robin Deman. Het thesisonderzoek van Deman is daar alvast een eerste aanzet toe. Meer dan 100.000 werkende respondenten, verspreid over dertig Europese landen, werden betrokken bij een studie naar de relatie tussen gezondheid en overscholing. Uit de resultaten blijkt dat ongezonde werknemers dubbel zoveel kans hebben om overgeschoold te zijn, in vergelijking met werknemers die zichzelf een goede gezondheid toe-eigenen. Dit werpt een nieuw licht op het fenomeen overscholing.

De academische interesse voor overscholing ontstond omstreeks 1970 in de Verenigde Staten. “Rond dit tijdstip werd het duidelijk dat de Amerikaanse arbeidsmarkt de steeds groter wordende groep hoog–geschoolde arbeidskrachten niet meer kon bijhouden. Meer en meer mensen werden tewerkgesteld onder hun scholingsniveau”, zegt Deman. In eerste instantie hadden Amerikaanse onderzoekers vooral interesse voor de financiële gevolgen van overscholing. Later kwam daar arbeidstevredenheid bij. De laatste twintig jaar is men zich tevens gaan toespitsen op de oorzaken van overscholing. “Toch blijft overscholing onderbelicht. Traditionele media zoals de geschreven pers en televisie hebben het nog steeds niet opgepikt. Als zoekterm vindt Google amper vijf interessante resultaten”, aldus Deman.

De definitie van overscholing lijkt vanzelfsprekend: men heeft ‘teveel’ gestudeerd. Juist? Deman nuanceert. “Op zich kan men nooit teveel studeren. Het scholingsniveau van een werknemer dient altijd te worden afgewogen tegenover het niveau dat noodzakelijk is om voor de job gekwalificeerd te zijn. Bij overeenstemming spreekt men van een ‘correcte allocatie’. Een overgeschoolde werknemer is iemand met een te hoog scholingsniveau voor zijn of haar job.”

“Een onderzoeker kan overscholing op twee manieren in kaart brengen”, gaat Deman verder. “Men kan werknemers vragen welk scholingsniveau zij noodzakelijk achten om hun job goed te kunnen uitvoeren. Vervolgens wordt vergeleken met de genoten scholing. Het vereiste niveau kan echter ook door arbeids–marktspecialisten worden bepaald. Het is niet altijd duidelijk welke methode de beste is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hier veel discussie rond is.”

De gestegen gemiddelde scholingsgraad van de Europese beroepsbevolking is één van de belangrijkste verklaringen voor de huidige overscholingcijfers. In het begin van de jaren ’90 waren er 3 laaggeschoolde arbeidskrachten voor elke hooggeschoolde. Anno 20102 zijn de proporties laag– en hooggeschoolde werknemers ongeveer gelijk. Een hoge gemiddelde scholingsgraad is een indicator van een welvarende maatschappij. Maar er is ook een keerzijde van de medaille: een diploma wordt steeds minder waard.

“Dit wordt ook wel ‘diploma-inflatie’ genoemd. Vandaar dat sommige studenten steeds vaker een tweede of derde diploma nastreven”, zegt Deman. “De hoge werkloosheidscijfers in vele Europese landen spelen ook een rol. Het verminderd aantal vacatures zorgt ervoor dat jobs die voorheen door laag– en gemiddeld geschoolden werden uitgevoerd, nu worden ingepalmd door hooggeschoolde arbeidskrachten. Dit proces heeft een dubbel negatief effect. Enerzijds neemt de overscholingsgraad toe, en anderzijds stijgt de werkloosheid onder laagopgeleiden. In het laatste geval spreekt men van een verdringingseffect.”

Het thesisonderzoek van Deman toont aan dat ook gezondheid een niet te onderschatten oorzaak is van overscholing. Een werknemer met een slechte gezondheid heeft dubbel zoveel kans om overgeschoold te zijn in vergelijking met een werknemer met een goede gezondheid. Eén van de verklaringen is een gebrek aan ‘menselijk kapitaal’. “Ongezonde werknemers benutten niet al hun vaardigheden, ervaring, kennis, etc. Hun productiviteit is aangetast. Aldus kan overscholing geïnterpreteerd worden als een vorm van compensatie voor een slechte gezondheid”, zegt Deman. “Echter, overscholing is niet automatisch een ongewenste situatie”, gaat Deman verder. “In sommige gevallen gaat de ongezonde werknemer vrijwillig op zoek naar een overgeschoolde job om aan de stress en druk van een ‘geschikte’ job te ontsnappen.”

Naar beleid toe wil Deman vooral benadrukken dat de stijging van het aantal overgeschoolde werk–nemers niet enkel een sociaaleconomische dimensie heeft. “Studies wijzen al te vaak naar de democratisering van het hoger onderwijs en een vertroebelde arbeidsmarkt als boosdoeners. Strengere voorwaarden om aan een hogeschool of universiteit te kunnen studeren, of een verbetering van de begeleiding van werkzoekenden, worden dan naar voren geschoven als potentiële oplossingen. Echter, of deze maatregelen doeltreffend zijn verdient meer wetenschappelijk onderzoek. Met mijn studie heb ik willen aantonen dat ook de fysiek en de psychologie van werknemers een rol kunnen spelen. Dit is een nieuw inzicht.”

Download scriptie (356.26 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012