Computergebruik en ouderlijke mediëring: onderzoek naar het effect op schooltaken

Patrick
Soreyn

JONGEREN STUDEREN MEER ALS OUDERS COMPUTERGEBRUIK BETER BEGELEIDEN

Leerlingen uit het secundair onderwijs nemen hun schoolwerk ernstiger als hun ouders hun computer- en internetgebruik beter begeleiden. Dat blijkt uit de masterproef van Patrick Soreyn (Universiteit Antwerpen), die zelf docent is in een lerarenopleiding. Verder kwam hij tot de conclusie dat meisjes meer begeleiding krijgen dan jongens.

De computer en het internet beheersen het leven van heel wat jongeren. Ze gebruiken de nieuwe media niet alleen voor huiswerk, maar vooral ook voor sociale doeleinden en als ontspanning. Leerkrachten hebben het niet altijd gemakkelijk om hun leerlingen te motiveren voor schooltaken en ook ouders zitten vaak met de handen in het haar. Ze zijn zich bewust van de voordelen die de nieuwe media hebben, maar zien ook dat die media het schoolwerk van de kinderen vaak in het gedrang brengen.

Hoe kunnen ouders het computer- en internetgebruik van hun tieners zodanig begeleiden dat het schoolwerk niet verwaarloosd wordt? Om een antwoord te vinden op deze vraag legde Soreyn in 5 verschillende scholen een vragenlijst voor aan 452 leerlingen uit de eerste en tweede graad secundair onderwijs. De leerlingen uit de steekproef spendeerden per week gemiddeld 5,44 uur aan schoolwerk zonder daarbij gebruik te maken van de computer en 1,93 uur met gebruik van de computer. Daarnaast zaten ze gemiddeld 12,44 uur per week aan de computer als vrijetijdsbesteding.

Communicatie is sleutelwoord

“Uit mijn onderzoek blijkt dat hoe meer begeleiding jongeren ervaren bij hun computer- en internetgebruik, hoe meer tijd ze besteden aan schoolwerk”, zegt Soreyn. “Communicatie lijkt het sleutelwoord te zijn binnen die begeleiding: praten met je kinderen over het gebruik van de nieuwe media en over hun veiligheid op het net en samen gebruik maken van die nieuwe media, hebben een positief effect op de studietijd. Een sterk communicatieve aanpak, gecombineerd met een beperkte controle van wat je kinderen op de computer doen, eventueel aangevuld met enkele beperkingen i.v.m. het tijdstip en/of de duur van het gebruik blijkt de beste strategie te zijn om de studietijd te bevorderen.”

Deze aanpak werkt zowel bij jongens als bij meisjes en bij leerlingen uit de eerste en tweede graad secundair onderwijs. Als leerlingen meer begeleiding ervaren, gaan ze ook minder vrije tijd aan de computer doorbrengen.

Meer controle bij meisjes

Het onderzoek bracht ook aan het licht dat jongeren meer vrijheid krijgen in hun computergebruik naarmate ze ouder worden en dat ouders het computergebruik meer met hun dochters bespreken dan met hun zonen. Meisjes worden ook meer gecontroleerd dan jongens maar krijgen niet meer tijdsbeperkingen opgelegd.

“Meisjes besteden ook meer tijd aan schoolwerk dan jongens en maken daarbij meer gebruik van de computer”, besluit Soreyn. ”Jongens brengen dan weer meer tijd aan de computer door als ontspanning. Leerlingen die meer vrije tijd doorbrengen aan de computer, gaan de computer ook meer inzetten voor schoolwerk.”

Download scriptie (1.03 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2012