Another Perspective on the Built Environment: Confronting Architects' View with the Experience of Persons with Disabilities

Caroline
Van Doren

Een ander perspectief op de gebouwde ruimte

Stel je het maar eens voor dat je leven plots helemaal verandert.  Een auto-ongeval op weg naar het werk waardoor je been verlamd raakt, te luide muziek op een gezellig feestje dat je trommelvlies beschadigt, een oogontsteking waarbij je nietsvermoedend blind wordt, een spierziekte die je plotseling treft,..   Niet enkel door een ongelukkig toeval kan je  te maken krijgen met een handicap.  Met de vergrijzende maatschappij in gedachte, worden we steeds meer en meer geconfronteerd met beperkingen van het menselijk lichaam.

In plaats van deze beperkingen te zien als een gebrek, is er in deze thesis getracht om te kijken naar wat men kan leren van de limitaties op het lichaam.  Mensen met een beperking kunnen kwaliteiten of obstakels van een gebouw aangeven waarvoor architecten vaak minder aandacht hebben, maar die iedereen wel onbewust ervaart.  Door middel van twee case studies wordt de uitvoering van het concept bedacht door de architect vergeleken met de ervaringen van mensen met een visuele of fysieke beperking.  Aan de hand van interviews en bezoeken ter plaatse met personen met een handicap worden zowel Museum M in Leuven als het Paviljoen van de Kennis in Lissabon geanalyseerd.

Literatuurstudie

Om de lezer vertrouwd te maken met het onderwerp worden eerst gepaste woordenschat en modellen aangereikt om met ervaringen van mensen met een beperking om te gaan.  In dit deel wordt er ook aangetoond dat er bij de ervaring van een omgeving niet enkel aandacht wordt geschonken aan de visuele perceptie, zoals men meestal veronderstelt, maar dat een ruimte in feite wordt ervaren door alle zintuigen.  Hierbij worden voorbeelden gegeven van hoe mensen met een fysieke of visuele beperking de gebouwde omgeving ervaren aan de hand van de zintuigen.  Een treffend voorbeeld hierbij is dat van de viskom: een blind kind dat gevraagd wordt om een foto te nemen van haar goudvis, steekt het fototoestel helemaal in de viskom.  Het effect van transparantie is niet duidelijk voor mensen die volledig blind zijn.  Door dergelijke voorbeelden wordt de lezer vertrouwd met zulke ervaringen om zich nadien beter te kunnen inleven in de twee case studies.

Case studies

Het belangrijkste deel van de thesis zijn uiteraard de twee case studies zelf.  In Lissabon wordt het Paviljoen van de Kennis (architect João Luís Carrilho da Graça), een wetenschapsmuseum met verschillende activiteiten gericht op kinderen tussen 9 en 14 jaar, onderzocht.  In Leuven analyseren we Museum M (architect Stéphane Beel), een museum voor oude en hedendaagse kunst.  Deze twee gebouwen zijn zeer bekende musea die bijgevolg een groot aantal bezoekers aantrekken.  De respectievelijke architecten besteedden reeds vanaf het begin van het ontwerpproces veel aandacht aan personen met een beperking. 

De case studies starten met algemene informatie betreffende de locatie, het architecturaal concept en de tentoonstellingsruimtes zelf.  Dit deel is vrij uitgebreid en behandelt elk museum ruimte per ruimte omdat de analyse zelf een kruisanalyse is.  In dit eerste deel van de case studies maakt de lezer kennis met het gebouw.  Tijdens het lezen van de analyse zelf kan hij/zij er makkelijk naar teruggrijpen als er iets niet helemaal duidelijk zou zijn.

Deze gebouwen bezoeken we telkens samen met iemand met een fysieke beperking en een persoon met een visuele beperking.  Ook de architect en een medewerker van het museum worden naar hun mening gevraagd.  Door middel van publicaties verkrijgen we nog meer informatie, zowel objectief als subjectief, over de twee musea.  Vertrekkend vanuit telkens acht intenties van het concept  van de architect vergelijken we hun ervaringen en meningen.  Op deze manier wordt duidelijk in welke mate de bedoelingen van de architect door de bezoekers ook zo ervaren worden of net niet opgemerkt worden.

In het Paviljoen van de Kennis lijken de ervaringen van de personen met een beperking niet altijd overeen te stemmen met het effect dat de architect voor ogen had.  Zo wilde de architect een moment van stilte creëren voor men het museum binnengaat.  De persoon in een rolstoel ondervindt echter veel problemen om de ingang te vinden.  In plaats van een moment van stilte ervaart zij eerder een moment van chaos.  De tentoonstellingsruimtes zijn ontworpen door de architect als ‘witte lakens’ waar allerlei dingen kunnen plaatsvinden.  Doordat de ruimtes onderling vaak verschillen in grootte, temperatuur, hoogte, .. worden de ruimtes zelf niet als ‘wit’ ervaren, maar kunnen ze net makkelijk onderscheiden worden.

De ervaringen van de bezoekers van Museum M zijn beduidend meer in overeenstemming met de intenties van de architect.  De hoofdingang wordt gemarkeerd door een originele portiek.  Omwille van de symboliek als museumingang wordt de ingang makkelijk herkend door de bezoekers.  Een speciaal kenmerk van het gebouw is dat de bezoeker doorheen het museum geleid wordt door van lichtpunt naar lichtpunt te gaan.  Onbewust worden de personen met een beperking steeds aangetrokken door de ramen.  Dit aspect van het concept blijkt dus zeker te kloppen.

Resultaten

Na de  analyses van de case studies is er een overkoepelende vergelijking van alle voorbeelden, zowel uit de literatuur als onze twee eigen case studies.  We benaderen deze vergelijking met aandacht voor de zintuiglijke ervaringen.  Op deze manier konden we zien dat er veel overeenkomsten zijn tussen de bestaande case studies uit de literatuur en de case studies die we zelf uitgewerkt hebben.  Architectuur wordt niet enkel gezien, maar wordt ervaren door alle zintuigen.  Door de voorbeelden te bestuderen, is het ook duidelijk dat het woord esthetiek een bredere betekenis heeft.  Zintuigen worden soms uitgeschakeld of versterkt door de natuur, bv.  blind zijn schakelt het zintuig ‘zien’ uit.  Door de museuminrichting en –handhaving kunnen de ervaringen van zintuigen eveneens bewust of onbewust uitgeschakeld of benadrukt worden.

Op het einde worden de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken samengevat.  We tonen aan hoe expliciet stilstaan bij de ervaring van de gebouwde omgeving tot interessante inzichten kan leiden.  Architectuur kan bijdragen tot een bepaalde ervaring, niet enkel een visueel effect.  De architect kan een bepaald doel voor ogen hebben, maar dit komt niet altijd zo over bij de gebruiker (met een beperking).  Aandacht hebben voor de ervaringen van mensen met een beperking biedt een andere kijk op een gebouw, waarvan iedereen veel kan leren.

Download scriptie (7.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011