Palestijnse cinema

Chloé
Op de Beeck

Palestijnse Cinema

Nationale cinema in een staatloze natie

Het Israëlisch-Palestijns conflict, waarbij Palestina al decennialang bezet wordt door Israël, is één van de langst durende conflicten in het Midden Oosten. De meeste mensen hebben vaak al wel gehoord van de onderlinge strijd, maar niet iedereen is op de hoogte van de omstandigheden. Palestijnen worden meestal geassocieerd met terorrisme of bestempeld als arme vluchtelingen. Weinigen die daarbij de link leggen naar enige vorm van kunst of film in het bijzonder.

Het beeldmateriaal dat ons vanuit de regio tussen Israël en Palestina bereikt omvat bijna uitsluitend datgene van bomaanslagen of gevechten. We stelden ons de vraag of er in Palestina hoegenaamd een medium in de vorm van 'cinema' bestaat en in welke omstandigheden deze filmindustrie zich dan wel ontwikkelt. Het antwoord op het eerste deel van die vraag is alvast positief, want de Palestijnse cinema is aan een opmars bezig. Het blijkt echter dat het bereik naar de eigen bevolking toe nog heel miniem is. Dit argument wordt bovendien vaak aangehaald in de discussie of er al dan niet een nationale cinema bestaat in Palestina. Sommige critici zijn van mening dat er helemaal geen ‘Palestijnse cinema’ bestaat

Het concept 'nationale cinema' is op zich al vaak onderwerp van discussie. Het kan namelijk op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Zowel in termen van de technische en economische aspecten, waarbij men kijkt naar de productie, distributie en de vertoning van de films binnen een bepaalde staat, als in termen van de representatie. Hier betreft het de films zelf; de inhoud, of ze een bepaalde stijl of visie delen en of ze ingaan op een nationale identiteit. Om de Palestijnse cinema zo goed mogelijk in al deze aspecten te bestuderen, werd er ondermeer een empirisch onderzoek verricht in Palestina zelf. Verscheidene bioscopen, culturele centra en instituties werden bezocht, specialisten inzake Palestijnse cinema en filmmakers - zoals Rashid Masharawi, Michel Khleifi, George Khleifi, Ahmad Habash en anderen – werden geïnterviewd om inzicht te krijgen in deze materie.

Bioscooploze cinema

Als een industrie bestaat Palestijnse cinema eigenlijk niet. Als een Palestijn een film wilt maken, moet die rekenen op financiering van buitenaf en meestal wordt er zelfs gebruik gemaakt van buitenlandse crews en materiaal. Er bestaat in de Palestijnse Gebieden bovendien geen school of een opleiding voor fictiefilm. In Bethlehem bieden ze in het Dar Al Kalima College wel een tweejarige opleiding voor documentaire op hoger niveau, maar voor fictiefilm blijken er nog onvoldoende middelen te zijn. Toch worden er pogingen ondernomen om een filmindustrie op te bouwen in Palestina. Zo werd in 1996 The Cinema Production Center opgericht door Rashid Masharawi, regisseur van onderandere Laila’s Birthday. Het bedrijf hielp Palestijnse filmmakers met financiering van fictiefilms en documentaires. In 2002 verhuisde Masharawi echter voor een tijdje naar Parijs en sindsdien bestaat het bedrijf niet meer. Gelukkig is er sinds 1998 de A.M. Qattan Foundation die Palestijnse filmmakers steunt. Zij organiseren verschillende workshops en bieden financiële hulp aan de ambitieuze filmmakers. Eén van hen, Ahmad Habash, ziet nog een ander probleem behalve het soms moeilijke financiële plaatje. Een belangrijk euvel is dat er immers bijna geen bioscopen zijn in de Palestijnse Gebieden. “I think the main issue we have in Palestine is we don’t have cinemas, actually only a few. There are screenings in different areas, but people don’t watch movies here. They don’t go to watch a movie. The other thing is that because of that we don’t produce a lot of movies.” Cinema speelde vroeger nochtans een belangrijke rol in het leven van de Palestijnen. Sommige steden hadden zelfs meer dan één bioscoop. Door de opkomst van video en televisie en de verslechterde veiligheidssituatie, sloot vanaf de jaren '70 echter de ene bioscoop na de andere. Momenteel zijn er amper drie bioscopen op de Westelijke Jordaanoever, de bekendste is Al Kasaba Cinematheque in Ramallah. Er worden evenwel vooral Egyptische films vertoond, omdat die luchtig zijn en het publiek gezien de leefomstandigheden entertainment verkiest. Hoewel er de laatste jaren vanuit de westerse wereld dan wel meer interesse is voor Palestijnse cinema blijft het voor de lokale bevolking zelf moeilijk om de films te bekijken. Acteur en regisseur Mohammed Bakri is gefrustreerd door de situatie: "This is probably the biggest problem. We are not reaching the people we are talking about. For me it's very painful, because obviously I want my people to see my films." Vanuit dit standpunt is het dan ook moeilijk om te spreken van cinema als een nationaal begrip.

Inhoudelijk aspect

In de boodschap die de films met zich meedragen kan anderzijds wel een duidelijke lijn worden waargenomen. Elke regisseur vertelt zijn verhaal op een eigen manier en gebruikt zijn eigen stijl, maar op inhoudelijk vlak delen de films toch een aantal kenmerken. “If we are speaking about the messages in Palestinian cinema, like what the Palestinians do with cinema, we can see that they always talk about the Palestinian identity, because the Palestinians are missing their identity", zo zegt filmmaker Yousef Al Deek. Alle Palestijnse films handelen over het leven onder de bezetting en de moeilijkheden die Palestijnen ondervinden onder het Israëlische bewind, al wordt dit soms op een subtiele manier aangebracht. Vooral de dagdagelijkse beslommeringen in het leven van de Palestijnen worden aangewend als leidraad. Zo wordt er ook aandacht geschonken aan interne Palestijnse conflicten, zoals gender- of generatieverschillen. Bovendien zijn veel recente Palestijnse films humoristisch met een ironische toets. Aan de hand van de films zelf, is Palestijnse cinema dus wel een nationale cinema.

Conclusie

Het blijft uiteindelijk moeilijk om een nationale cinema te definiëren en in het geval van de Palestijnse cinema is het nog eens dubbel zo complex. Hoewel de Palestijnen hun cinema in een transnationale context maken, speelt het nationale gevoel een steeds terugkerende en belangrijke rol. De stijging in populariteit van Palestijnse films in de westerse wereld is hoedanook een  belangrijk gegeven aangezien film een toegankelijk medium is dat mensen kennis laat maken met het Palestijns-Israëlisch conflict.

 

Download scriptie (120.5 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2011