Resistentie bij T. congolense in de Ghibe vallei, Ethiopië

Jana
Pauwels

De slaapziekte ontwaakt

Stelt u zich eens voor dat uw gehele financiële vermogen bestond uit twee Zeboe koeien en een kalf. Dat zij er voor zorgden dat u uw zes kinderen kon voeden, dat zij onmisbaar waren bij het ploegen en bewerken van uw land en dat zij bovendien de basis vormden voor uw aanzien binnen het dorp.

Wat zou u doen als u wist dat uw dieren dagelijks, tijdens het grazen, risico liepen om geïnfecteerd te worden met slaapziekte? Een ziekte waarvan de symptomen evolueren van asymptomatische bloedarmoede, over algemeen wegkwijnen en verminderde productie van vlees en melk tot, ten slotte, sterfte?

De besmetting is vergelijkbaar met de overdracht van malaria. Het insect, in dit geval de tseetseevlieg, zuigt bloed bij mens of dier en injecteert terzelfdertijd een parasiet in de bloedbaan van zijn slachtoffer. De parasieten die slaapziekte veroorzaken bestaan elk uit slechts één cel en bezitten een zweepachtig staartje waarmee zij zich tussen de rode bloedcellen van hun gastheer kunnen bewegen. Zij worden “trypanosomen” genoemd. Er bestaan verschillende soorten trypanosomen, waarvan Trypanosoma congolense potentieel de gevaarlijkste is voor runderen. Een Trypanosoom van de congolense soort kan echter ook zeer milde symptomen veroorzaken waar de koe nog jarenlang mee kan leven.

U zou uw koeien waarschijnlijk vaccineren? Dit zou een schitterend idee zijn, ware het niet dat een vaccin tegen slaapziekte om verschillende redenen niet geproduceerd kan worden. De voornaamste reden is dat de parasiet constant van “jasje” (oppervlakte antigenen) verandert. Hierdoor komt het immuunsysteem van de koe steeds te laat. Immers, wanneer het lichaam antistoffen gevormd heeft tegen jasje A, zijn er alweer parasieten in het bloed aanwezig die jasje B dragen. Deze variabiliteit is oneindig en niet te vatten in een vaccin.

U zou preventief de tseetseevliegen kunnen bestrijden met behulp van tseetseevallen. Deze vallen bestaan uit blauwe netten waarop een giftige stof is aangebracht. De blauwe kleur trekt de vliegen aan en de stof doodt hen nadat zij op de val geland zijn. Maar u zal merken dat het onderhoud van zulke vallen enig werk vergt en dat er bovendien vallen zullen gestolen worden door uw buren, die met hetzelfde probleem kampen als uzelf. Ook de vacht van de koeien behandelen met een middel dat tseetseevliegen afstoot of doodt, is geen ideale oplossing, daar het duur is alle dieren keer op keer te behandelen.

Misschien moeten enkel de zieke dieren behandeld worden. Al sinds de jaren ’60 zijn geneesmiddelen op de markt om trypanosomen in de bloedbaan van een geïnfecteerd dier af te doden. Echter, steeds vaker en in steeds meer gebieden wordt resistentie tegenover deze middelen gerapporteerd. In 2009 ging dit over één derde van het hele Afrikaanse continent. “Resistentie” betekent dat de trypanosomen niet meer gevoelig zijn aan een middel waarmee zij vroeger bestreden konden worden, net zoals “antibiotica-resistentie”. De middelen kunnen de symptomen wel nog tijdelijk verzachten, maar meer dan het uitstellen van de dood doen zij niet.

Er bestaan twee hypothesen rond het oprukken van deze resistentie. Enerzijds is het mogelijk dat de parasieten “gewend” geraakt zijn aan de geneesmiddelen. De drie zelfde stoffen worden al sinds jaar en dag gebruikt en vaak worden de geneesmiddelen onterecht of in een te lage dosis toegediend, waardoor selectie optreedt in het voordeel van de resistente trypanosomen. Namelijk: als een rund besmet is met honderd parasieten, waarvan er twee resistent zijn, dan zullen, na behandeling, enkel die twee nog levend in het bloed van het rund aanwezig zijn. Vervolgens hebben die twee alle ruimte om te vermenigvuldigen en de hele koe te vullen met resistente parasieten. Als een tseetseevlieg nu bloed zuigt uit deze koe en er later enkele nieuwe koeien mee besmet, dan gebeurt dit dus garantie met resistente parasieten. Anderzijds zou het ook kunnen dat de geneesmiddelen eigenlijk nooit meer hebben gedaan dan het verzachten van de symptomen. Deze hypothese wordt gesteund door de isolatie van resistente trypanosomen uit gebieden waar nooit eerder behandeld werd en die bovendien ver genoeg verwijderd lagen van getroffen gebieden om overdracht door tseetseevliegen uit te sluiten.

Stel u tenslotte voor dat u in Ethiopië woont, een land waarvan één zesde bezet wordt door tseetseevliegen. Slaapziekte is in Ethiopië één van de grootste hindernissen op de ontwikkeling van de vee- en landbouwproductie.  Onze studie wees uit dat, als u een veehouder bent in de buurt van de Ghibe vallei, in het zuidwesten van het land, gemiddeld  één derde (32,6%) van uw koeien geïnfecteerd zal zijn met trypanosomen en bij meer dan de helft hiervan (17,8%) zal het gaan het om T. congolense, de potentieel gevaarlijkste stam voor runderen. Bovendien bleek, na het testen van de resistentiestatus, dat 100% van de T. congolense, geïsoleerd uit koeien in dit gebied, resistent was tegen de twee meest gebruikte geneesmiddelen. Het behandelen van de zieke dieren heeft in uw situatie dus weinig kans op slagen.

Wat u wel zou kunnen doen, is uw ziek dier behandelen met een combinatie van enkele geneesmiddelen tegen trypanosomen of één ervan combineren met een antibioticum. Onderzoek toonde reeds aan dat de parasieten voor zulke cocktails vaak wel nog gevoelig zijn. U zou ook kunnen overstappen op een ander ras, er bestaan immers rassen die minder gevoelig zijn aan slaapziekte dan Zeboes. Zou u het echter aandurven om over te stappen op een ras waar u verder niets vanaf weet? Waarvan u niet eens weet waar u het kunt kopen en of het uw geld wel waard zal zijn? Op een nieuw geneesmiddel in de toekomst hoeft u niet te rekenen. Door de hoge kost om een nieuw product te ontwikkelen en op de markt te brengen en daar tegenover de beperkte financiële capaciteit van de Afrikaanse landen, toont de farmaceutische industrie hiervoor weinig interesse.

U zou kunnen hopen dat, doordat de dieren niet behandeld kunnen worden, er selectie optreedt in het voordeel van de minst gevaarlijke individuen. Het is immers zo dat een trypanosoom die zijn gastheer snel doet sterven weinig kans heeft om, tijdens het korte leven van de koe, opgezogen te worden door een tseetseevlieg en weer bij andere koeien geïnjecteerd te worden. Zo een parasiet zal dus sterven, samen met zijn gastheer. Een trypanosoom die daarentegen wel in het bloed van de koe aanwezig is, maar weinig last veroorzaakt en de koe een lang leven gunt, zal een heel koeienleven lang de kans krijgen om opgepikt te worden door een tseetseevlieg. Zo een trypanosoom zal verder leven in andere koeien wanneer de eerste koe uiteindelijk bezwijkt, al dan niet ten gevolge van slaapziekte.

Tenslotte wens ik u te bedanken voor het gastvrije verblijf dat ik in uw land genoten heb. De resultaten van dit onderzoek zullen mij mooie punten opleveren en de foto’s zullen jaloerse blikken wekken bij mijn vrienden. Ik wens u het beste voor u en uw koeien.

Download scriptie (2.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2011