!Klein Gevaarlijk Lawaai of de intolerantie van de maatschappij t.o.v. lawaai van spelende kinderen

Miriam
Saron

!Klein Gevaarlijk Lawaai

of de intolerantie van de maatschappij t.o.v. lawaai van spelende kinderen

Smelt u ook weg bij het zien van een pasgeboren baby en kijkt ook u niet reikhalzend uit naar het eerste woordje of de eerste stapjes van dat kleine wonder? Niets zo vertederend als kleine kinderen die de wereld ontdekken of toch niet? Alles wordt in het werk gesteld om het kinderwelzijn zo te optimaliseren maar paradoxaal genoeg wil nagenoeg niemand ze in hun  buurt hebben. Wat maakt dat mensen kinderlawaai als ergerlijk gaan beschouwen, dat klachten neergelegd worden

Wat is de impact van dit „afwijzen‟ op de ontwikkeling van een kind en welkee normen zijn echter van toepassing op: “geluid voortgebracht door transport, laad en losverrichtingen, verkeer, ….” vallen niet onder deze normen. Gemiddeld ligt de sterkte van het geluid tussen 20 en 140 decibel. Ter vergelijking: een gillend kind produceert 90 decibel een normale conversatie 60 decibel een donderslag 130 decibel. Langdurige en permanente blootstelling aan geluidsoverlast kan inderdaad leiden tot klachten maar Spelende kinderenkinderen slapen ‟s nachts en maken tijdens hun spel niet permanent lawaai. Bovendien gelden de wettelijke normen voor de nachtrust en burenhinder.

Nederland en Duitsland hebben in hun wetgeving wel reeds bepalingen opgenomen waarbij duidelijk bepaalt wordt wat wel en niet als hinderlijk kan beschouwd worden. In het geval van Nederland werd met ingang van 1 januari 2010 in een „Activiteitenbesluit‟ dat van toepassing is op basis van geluidsbelasting geen rekening meer hoeft te worden gehouden met het geluid van spelende kinderen onderwijs, kinderdagverblijven en speelterreinen aangegeven dat “bij het bepalen”. hiermee kan minder snel worden aangegeven dat het geluid van spelende kinderen het „normale‟ overschrijdt en wordt het „normale‟ in deze context gezien als een objectieve maatstaf.

Duitsland gaat een stap verder en heeft eind januari 2010 in het Duitse parlement beslist kinderlawaai toe te laten en volgende alinea toegevoegd aan de gewestelijke verontreinigingwet: “ normale ontwikkeling en teneinde het behouden van kindeigen ontwikkelingsmogelijkheden. Storende geluiden, door kinderen veroorzaakt, zijn uitdrukking van een zijn zij principieel adequaat en dus onopeisbaar”. het voordeel van kinderen en roepen de gemeenschap op zich toleranter op te stellen ten aanzien van kinderen. Kinderen maken deel uit van de maatschappij en dienen op te groeien binnen die maatschappij.

Ook in onze wetgeving zou duidelijk aangegeven moeten worden dat kinderlawaai geen voorwerp van geding kan zijn: is principieel geen overlast. Het probleem ligt uiteraard niet enkel bij een wetgeving, die op dit punt tekort schiet. Een meer open en duidelijke communicatie bij de opstart van initiatieven zou vele problemen reeds kunnen vermijden. Een goed doordacht en uitgewerkt kwaliteitsmanagementsysteem waarbij duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is, wanneer wat gebeurt, welke middelen er aangewend worden en waarbij de buurt actief betrokken wordt zou vele vooroordelen en problemen kunnen vermijden. Onwetendheid over het initiatief en gebrek aan goed communicatie leiden er nu vaak toe dat het initiatief reeds van bij de opstart afgeketst wordt door de buurt. Hierop inspelen kan voorkomen dat mensen zich gaan verzetten. Door de buurt actief te betrekken gaat men inspelen op het medeverantwoordelijkheidsgevoel. Problemen kunnen bij dit kwaliteitsmanagementsysteem reeds van bij het begin aangepakt worden. Communicatie en wetgeving kunnen goede oplossingen bieden om deze klachten te beperken maar uiteindelijk is het aan de maatschappij om dit probleem ten gronde aan te pakken. Ouders en samenleving maken reeds van bij de geboorte van een kind een impliciete belofte

Rechters, in Duitsland oordelen vaker in waarin ze „beloven‟ hun kind op te voeden tot in het werk te stellen om dit te realiseren. Ouders nemen hierbij een pedagogisch perspectief aan waarbij ze hun kind leren omgaan met hun omgeving en de bijhorende waarden en normen aanbrengen. Een kind groeit immers niet alleen thuis op, het leeft in een maatschappij en dient te functioneren binnen die maatschappij maar net die maatschappij werkt tegen. Vijf voor twaalf dus om de maatschappij te wijzen op haar verantwoordelijkheid en te wijzen op het belang van kinderen voor onze maatschappij. Aan de hand van een sensibiliseringscampagne kan men de maatschappij oproepen om te komen tot een gedeeld pedagogisch perspectief en een expliciete opvoedingsbelofte. Hiermee wordt opvoeden niet enkel de taak van de ouders maar wordt het een gedeelde opdracht waarbij alle partijen actief betrokken worden. goede, verantwoordelijke volwassene en alles

Besluit

Mensen aanzetten tot verandering en tolerantie is een werk van lange adem maar in het belang van onze kinderen is elke poging de moeite waard want: “Alles wat je aan dacht geeft groeit” Cora Smit

mogelijke oplossingen kunnen leiden tot meer verdraagzaamheid. Deze vragen vormden de rode draad doorheen mijn eindproef tot Bachelor in de Gezinswetenschappen. Het probleem, brandend actueel, steeds frequenter en niet enkel beperkt blijft tot jonge kinderen sterkt mij in mijn overtuiging betreffende de noodzaak voor het zoeken naar een mogelijke oplossing. Kinderen spelen, alleen of in groep en zelden gebeurt dit in stilte. Het bijhorende lawaai maakt deel uit van het spel en geeft weer hoe kinderen zich inleven in hun spel. Ze leren doorheen het spel omgaan met anderen, met hun omgeving, met beperkingen maar ook met zichzelf. Nieuwe vaardigheden worden aangewend om zo hun ontwikkeling te laten evolueren tot een hoger niveau. Dat spelen essentieel is voor de ontwikkeling staat buiten kijf. Reeds in de wieg gebeurt het aanleren van vaardigheden aan de hand van spelvormen. Kinderen spelen, het is bovendien onvervreemdbaar recht volgens het Kinderrechtenverdrag. Diverse belangenorganisaties komen op voor dit recht en doen er dan ook alles aan om kinderen weer buiten te laten spelen. De Buitenspeeldag is slechts één van de vele initiatieven die jaarlijks georganiseerd worden. De omgeving waarin kinderen opgroeien en hoe die omgeving zich opstelt ten opzichte van hen bepaalt voor een aanzienlijk deel welk beeld deze kinderen meenemen van hun woonomgeving. Wanneer kinderen in een buurt opgroeien waarin ze vrijuit kunnen spelen en de integratie met de buurtbewoners op een vlotte manier verloopt nemen ze hiervan een positief beeld mee in hun verdere leven. Indien de integratie stroef verloopt en kinderen en hun ouders hier steeds op aangesproken worden kan dit ouders aanzetten om niet langer in die buurt te willen wonen. Het kan de ouders doen twijfelen om al dan niet nog andere kinderen te krijgen ook op de kinderen heeft het een nefaste invloed. Onze wetgeving heeft geen regelgeving omtrent kinderlawaai en vele klachten worden gebaseerd op de VLAREM-normen. Dez

Download scriptie (158.3 KB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2011