Early life programming en energie homeostase bij kinderen en adolescenten

Meulenijzer
Evelien

Programmering van zwaarlijvigheid tijdens het vroege leven

De toename van zwaarlijvigheid bij kinderen en adolescenten is alarmerend. Ziekten die verwant zijn met zwaarlijvigheid worden meer en meer vastgesteld bij jongeren. Zwaarlijvigheid bij kinderen heeft een enorme impact op  de latere  lichamelijke en geestelijke gezondheid, onafhankelijk of het volwassen lichaamsgewicht normaal is of niet. Momenteel is er al veel geweten over zwaarlijvigheid, toch blijven echter nog tal van vragen onbeantwoord. Zo is er nog veel ontbrekende kennis over elementen tijdens het vroege leven die een mogelijke invloed hebben op het ontwikkelen van zwaarlijvigheid. De vraag stelt zich dus of een zekere programmering van zwaarlijvigheid tijdens het vroege leven plaatsvindt?

Zwaarlijvigheid of obesitas is een complexe ziekte. De voedselinname en lichamelijke activiteit van personen kunnen beïnvloed worden door hun gedrag, omgeving en erfelijke factoren. Het gevolg hiervan is een grotere vatbaarheid voor vetweefselopstapeling. Zwaarlijvigheid is het gevolg van een ‘positieve energiebalans’. Deze omvat het onevenwicht tussen enerzijds inname van voedsel en anderzijds lichamelijke activiteit.

De ‘Body Mass Index’ of BMI is een berekening die aangeeft of je een gezond gewicht hebt. BMI wordt berekend door je gewicht (in kilogram) te delen door het kwadraat van je lengte (in meter). Een voorbeeld is 57kg : (1,66m x 1,66m) = 20,7 en wijst op een normaal gewicht. Hoe hoger je BMI, hoe meer kans op aandoeningen zoals een te hoge bloeddruk.

 

BMI

Risico op aandoeningen

Ondergewicht

< 18,5

Laag

Normaal gewicht

18,5 - 24,9

Gemiddeld

Overgewicht

25 - 29,9

Licht verhoogd

Zwaarlijvigheid

≥ 30

Matig tot zeer ernstig verhoogd

Omdat kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar nog volop groeien kunnen deze BMI waarden niet toegepast worden bij hen. Een belangrijke benadering om een hoog lichaamsgewicht bij kinderen en adolescenten te identificeren werd daarom ontwikkeld. BMI z-waarden leggen de link tussen BMI ‘afkapwaarden’ tijdens de kindertijd en adolescentieperiode met volwassen overgewicht en zwaarlijvigheid.

‘Early life programming’ omvat verschillende elementen in de eerste levensfasen van een kind. De leeftijd, voedingsgewoonten en levensstijl van de moeder tijdens de zwangerschap, alsook de zwangerschapsduur, het al dan niet krijgen van borstvoeding en de borstvoedingsduur zijn enkele voorbeelden.

‘Energie homeostase’ omvat het behouden van hetzelfde lichaamsgewicht doorheen de tijd, ondanks een wisselende voedselinname en lichamelijke activiteit van dag tot dag. Het voldane gevoel (verzadigingsgevoel) dat ontstaat bij een persoon die voldoende gegeten heeft en hoeveelheid lichamelijke activiteit van een persoon worden geregeld door de verschillende reacties binnen de energie homeostase.

De gezondheid zou op lange termijn kunnen beïnvloed worden door factoren die inwerken op het ongeboren kind en ook kort na de geboorte. De relatie tussen bijvoorbeeld een laag geboortegewicht en het later krijgen van zwaarlijvigheid, hart- en vaatziekten en suikerziekte werd veelvuldig bewezen. Ook de voeding tijdens de vroege levensjaren is een belangrijk element bij de ontwikkeling van zwaarlijvigheid op latere leeftijd. Deze bevindingen ondersteunen het begrip ‘programmering’ van ziekten.

De huidige aanpak om de toename van zwaarlijvigheid in te dijken blijkt weinig effectief. Zwaarlijvige kinderen en adolescenten hebben een grote kans om blijvend zwaarlijvig te zijn op volwassen leeftijd. Daarom is het belangrijk om zwaarlijvigheid te voorkomen (preventief werken) en zo vroeg mogelijk een gezonde leefstijl aan te leren.

Wat is het effect is van early life programming op energie homeostase bij kinderen en adolescenten? Momenteel is er nog veel onduidelijkheid over een mogelijk effect en hoe deze mechanismen in elkaar zitten. Bestaat een relatie tussen enerzijds zwangerschapsduur, geboortegewicht, geboortelengte, borstvoeding en borstvoedingsduur en anderzijds de doorbraak van de eerste maandstonden (menstruatie), energie homeostase en lichaamssamenstelling bij kinderen en adolescenten? Met behulp van statistische software werden deze relaties nagegaan bij een groep van Europese kinderen en adolescenten die deelnamen aan de HELENA studie (HELENA is de afkorting van HEalthy Lifestyle in Europe by Nutrition in Adolescence).

Zwangerschapsduur heeft geen verband met BMI z-waarde, lichaamsvetpercentage, energie-inname en fysieke activiteit. Er is dus geen samenhang of wisselwerking tussen deze factoren.

Geboortelengte en geboortegewicht hebben geen verband met lichaamsvetpercentage, energie-inname en fysieke activiteit. Geboortelengte en geboortegewicht hebben wel een verband met BMI z-waarde. Hoe groter de geboortelengte of hoe hoger het geboortegewicht, hoe hoger de BMI z-waarde van het kind of de adolescent is (en omgekeerd). Toch blijken geboortegewicht en geboortelengte geen voorspellers te zijn van ondergewicht, overgewicht of zwaarlijvigheid. Dus aan de hand van zwangerschapsduur, geboortegewicht en geboortelengte kan niet gezegd worden of een persoon in zijn latere leven een grotere of kleinere kans heeft op het ontwikkelen van ondergewicht, overgewicht of zwaarlijvigheid.

Kinderen en adolescenten die bij de geboorte uitsluitend borstvoeding kregen hebben 1,46 maal minder kans om zwaarlijvig te worden ten opzichte van flesgevoede kinderen en adolescenten. Afgaande op het feit of een kind of adolescent van bij de geboorte uitsluitend borstvoeding gekregen heeft, kan niet gezegd worden of dat kind of die adolescent in zijn latere leven een grotere of kleinere kans heeft op het ontwikkelen van ondergewicht of overgewicht.

Hoe lang kinderen en adolescenten bij de geboorte uitsluitend borstvoeding kregen heeft geen verband met BMI z-waarde, vetpercentage, energie-inname en fysieke activiteit. Er is dus geen samenhang of wisselwerking tussen deze factoren.

De leeftijd waarop de eerste menstruatie zich voordeed heeft geen verband met energie-inname en fysieke activiteit, zwangerschapsduur, geboortelengte en uitsluitend borstvoeding gekregen hebben bij de geboorte. De leeftijd waarop de eerste menstruatie zich voordeed heeft wel een verband met geboortegewicht. Hoe hoger het geboortegewicht is, hoe later de leeftijd waarop de eerste menstruatie zich voordoet (en omgekeerd). Verder heeft de leeftijd waarop de eerste menstruatie zich voordeed een verband met BMI z-waarde en vetpercentage. Hoe lager de BMI z-waarde of het vetpercentage van het kind of de adolescent is, hoe later de leeftijd waarop de eerste menstruatie zich voordoet  (en omgekeerd).

Deze bevindingen komen slechts gedeeltelijk overeen met wat de bestaande onderzoeken vonden. Sommige van deze bevindingen suggereren wel dat programmering van ziekten plaats vindt. Verder onderzoek rond dit onderwerp is vereist, dit omdat het belangrijk is overgewicht en zwaarlijvigheid bij kinderen en adolescenten te voorkomen.    

 

Gebruikte literatuur bij het schrijven van dit artikel

  • Cottrell, E. C., & Ozanne, S. E. (2008). Early life programming of obesity and metabolic disease. Physiology & Behaviour, 94(1), 17-28.
  • Crocker, M. K., & Yanovski, J. A. (2009). Pediatric obesity: etiology and treatment. Endocrinol Metab Clin North Am, 38(3), 525-548.
  • De Jonge, I., & Van Den Broecke, N. (2006). Cursus toegepaste dieetleer theorie deel 1. Katholieke Hogeschool Sint-Lieven.
  • Druce, M., & Bloom, S. R. (2006). The regulation of appetite. Archives of disease in childhood (BMJ), 91(2), 183-187.
  • Farooqi, I. S., & O’Rahilly, S. (2000). Recent advances in the genetics of severe childhood obesity. Archives of disease in childhood (BMJ), 83(1), 31-34.
  • Gale, S. M., Castracane, V. D., & Mantzoros, C. S. (2004). Energy homeostasis, obesity
  • and eating disorders: recent advances in endocrinology. The Journal of Nutrition, 134(2), 295-298.
  • Gardner, D. S., & Rhodes, P. (2009). Developmental origins of obesity: programming of food intake or physical activity? Adv Exp Med Biol, 646, 83-93.
  • Rolland-Cachera, M. F., Deheeger, M., Maillot, M., & Bellisle, F. (2006).  Early adiposity rebound: causes and consequences for obesity in children and adults. International Journal of Obesity, 30(1), S11-S17.
  • Savino, F., Liguori, S. A., Fissore, M. F., & Oggero, R. (2009). Breast milk hormones and their protective effect on obesity. International Journal of Pediatric Endocrinology, 2009, 1-8.

 

Download scriptie (2.67 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2011
Thema('s)