De extinctie van de Homo Neanderthalensis. Een kritische status quaestionis

Ine
Leonard

 

De waarheid achter het uitsterven van de neanderthaler ontraadseld?

 

Ooit was de aarde bevolkt met verschillende mensensoorten. Elke soort bezat zijn eigen herseninhoud, lichaamsbouw en fysieke en intellectuele mogelijkheden. Het is dan ook verwonderlijk dat er vandaag slechts één enkele mensensoort overgebleven is en dat die bovendien alle gebieden op aarde bevolkt. Om dit te verklaren gingen wetenschappers er vroeger van uit dat al deze mensensoorten voorlopers waren van het ‘eindproduct’, de moderne mens. Sindsdien is echter gebleken uit archeologisch onderzoek dat onze evolutie complexer is dan eerst werd vermoed. Veel van deze mensensoorten blijken slechts doodlopende straten in ons evolutionair traject en hebben dus weinig of niets te maken met de mens van vandaag. Toch doet de verdwijning en de mogelijke bijdrage aan onze evolutie van een aantal soorten veel stof opwaaien. Een voorbeeld van zo een fel betwiste mensachtige is de neanderthaler (Homo neanderthalensis). Hij leefde vanaf ongeveer 300.000 jaar geleden in Europa en grote delen van West-Azië, maar verdween van de aardbol 30.000 jaar geleden. Wat zijn verdwijning vooral bijzonder maakt, is dat omstreeks dezelfde tijd de moderne mens (Homo sapiens) zijn intrede deed in Europa. Het verbaast waarschijnlijk niemand dat veel onderzoekers tot het besluit kwamen dat de moderne mens hiervoor verantwoordelijk was. Maar is dat effectief zo? En zou er seksuele interactie zijn geweest met de neanderthaler in de relatief korte periode van ‘samenleven’?

Vooraleer de toenmalig moderne mens wordt  veroordeeld als een oorlogsmisdadiger, is het belangrijk dat wij ons realiseren dat ook andere factoren mogelijk een rol hebben gespeeld in het uitsterven van de neanderthaler. Omstreeks 40.000 jaar geleden was het noordelijk deel van de wereld in de greep van een ijstijd. De temperaturen schommelden in onze streken tussen 12 °C in de zomer en -18 °C in de winter. In feite was dit niets nieuws voor de neanderthalers. Hun volledige bestaansperiode werd gekenmerkt door snel opeenvolgende warme en koude fasen. Bij elke koude periode trokken ze zich samen met fauna en flora terug naar meer zuidelijke gebieden. Daar verbleven ze dan in kleine vluchtoorden (refugia) totdat het klimaat weer verbeterde. Aangezien hun volledige aantal op dat moment nooit groter geweest kan zijn dan 10.000 personen, was het aantal individuen per vluchtoord waarschijnlijk erg klein. Inteelt binnen deze groepjes kan daarom niet uitgesloten worden. Doordat inteelt of seksuele interactie tussen nauwe familieleden steeds resulteert in misvormd nageslacht, kan dit uiteindelijk het einde van de groep betekenen. De koude deed bovendien het aantal planten en dieren afnemen, waardoor de voedselvoorraad snel slonk. Deze schaarste liet de neanderthalers in bepaalde sites zelfs geen andere keuze dan aan kannibalisme te doen, wat de groepjes nog meer moet hebben uitgedund. Hoewel de neanderthaler in vorige koude perioden ook wel met deze factoren geconfronteerd werd, was deze ijstijd langer en kouder waardoor deze zaken ernstigere gevolgen konden hebben dan normaal. Het zou dus perfect mogelijk zijn dat door de langdurig koude een domino-effect ontstond en de meeste neanderthalers reeds  verdwenen waren vooraleer de moderne mens voet zette in de vluchtoorden. Aangezien de laatste (gekende) neanderthalerkolonie op Gibraltar dateert van 28.000 jaar geleden, kan contact tussen moderne mensen en neanderthalers niet zomaar worden uitgesloten. Omwille van beter isolerende kledij en een andere lichaamsbouw koloniseerden ze initieel de lege gebieden in het Noorden. Toen ook zij afzakten naar het zuiden kwamen zij mogelijk in contact met de neanderthalers. Competitie over het beetje voedsel dat er te vinden was kon niet uitblijven. Overleven was enkel mogelijk als men beschikte over het juiste dieet, de nodige communicatievaardigheden, de beste reactie op stresssituaties, een efficiënte jachttechniek, een goede sociale en economische organisatie, etc. Of uiteindelijk één of meerdere van deze factoren de neanderthalers fataal is geworden, is nog de vraag. Wat wel vaststaat, is dat na een bestaansperiode van 270.000 jaar elk spoor van de neanderthalers voorgoed verdwijnt.

Dit is alleszins wat tot op enkel jaren gedacht werd. Uit genetisch onderzoek is namelijk intussen gebleken dat het DNA van de mensen in Europa en Azië 1 tot 4% neanderthalergenen zou bevatten. Dit zou betekenen dat tussen neanderthalers en toenmalig moderne mensen seksuele interactie zou hebben plaatsgevonden, waaruit ook vruchtbaar nageslacht zou zijn voortgekomen. Het zou ook bevestigen dat de neanderthalers niet uitgestorven waren voor de aankomt van de toenmalig moderne mensen in Europa en Azië. Maar als onze voorouders genetisch ‘verzoenbaar’ waren met de neanderthalers, waarom is dit percentage dan zo laag? Waren er nog maar zo weinig neanderthalers over in de refugia dat een seksuele interactie tussen beiden erg zeldzaam was? Of vonden de toenmalig moderne mensen de neanderthalers gewoon niet aantrekkelijk genoeg om seks mee te hebben? Of hebben we te maken met sporadische verkrachtingen? Dit zijn natuurlijk allemaal mooie theorieën maar het percentage kan evengoed verklaard worden door een fout in het genetische onderzoek. Het neanderthaler-DNA kan door een simpele aanraking al besmet geraken met ons DNA vooraleer een onderzoek zelfs maar kon plaatsvinden. Elke theorie valt of staat uiteindelijk naargelang de juistheid van het beschikbaar bewijsmateriaal en de kwaliteit van het onderzoek. Het zou bovendien fout zijn om te beweren dat dit percentage in ons DNA altijd zo laag is geweest. Het is niet abnormaal dat deze neanderthalergenen verdwijnen uit ons DNA simpelweg omdat er geen aanvoer meer is van nieuwe genen. Neanderthalers zijn immers uitgestorven.

Het is met andere woorden nog helemaal niet duidelijk of en in hoeverre de moderne mens direct of indirect het lot van de neanderthaler heeft bezegeld. Net zoals er ook nog maar weinig zekerheid bestaat over de bijdrage, in welke zin ook, van de neanderthaler aan ons DNA.

Download scriptie (1.58 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011