De reactie van financiële markten op nieuwsfeiten: Een studie van de volatiliteit

Dries
Gillis

Wat bepaalt de volatiliteit van indices?

In mijn masterproef heb ik de volatiliteit van vijf belangrijke beursindices onderzocht. Een onderzoek naar de volatiliteit betekent dat je de schommelingen van deze indices bestudeert. In deze zeer woelige periode voor de aandelenmarkten is een betere kennis van de volatiliteit een meerwaarde voor alle banken en zelfs beursgenoteerde ondernemingen.

De vijf marktindices die in mijn studie aan bod kwamen zijn de  BEL20-, de AEX-, de CAC40-, de FTSE100- en de S&P500-index. Dit zijn de leidende indices voor respectievelijk België, Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Deze indices zijn meer dan het gewogen gemiddelde van de belangrijkste aandelen van deze landen. Deze indices worden ook beschouwd als algemene indicator voor de financiële markten.

In mijn masterproef heb ik niet gekeken naar het stijgen of dalen van deze marktindices, wat gelijk gesteld zou kunnen worden met een groei of daling van de economie, maar naar de volatiliteit van deze indices. De volatiliteit is een indicator voor het marktrisico dat elke belegger ondergaat. De volatiliteit van deze marktindices hebben we samen bestudeert met nieuwsfeiten. Zo kan de volatiliteit anders zijn na belangrijk goed nieuws dan na belangrijk slecht nieuws. Hierbij ging er extra aandacht naar de BEL20-index.

De belangrijkste eigenschap van mijn studie is dat ik de volatiliteit niet beschouw als een constante, maar als tijdsvariërend. Om de volatiliteit te modelleren gebruik ik verschillende soorten van (G)ARCH-modellen. Dit zijn zeer recente modellen die na het toekennen van de Nobelprijs voor Economie, uitgereikt in 2003 aan Engle, hun plaats in studies omtrent de volatiliteit hebben opgeëist.

Met deze modellen heb ik in het eerste deel van mijn onderzoek nagegaan of twee bekende effecten uit de literatuur aanwezig zijn in deze indices. Dit zijn het day-of-the-week-effect en het leverage-effect. Het day-of-the-week-effect houdt in dat de gemiddelde return en de gemiddelde variantie verschillend is voor elke weekdag. Dit heb ik onderzocht door in elk (G)ARCH-model extra variabelen toe te voegen die één zijn voor specifieke weekdagen. De aanwezigheid van het leverage-effect testen we in twee specifieke (G)ARCH-modellen, namelijk het GJR-GARCH- en EGARCH-model. Dit effect houdt in dat de volatiliteit na slecht nieuws groter is dan na goed nieuws. Het GJR-GARCH en EGARCH-model kunnen dit nagaan vermits deze een extra parameter schatten in de variantievergelijking die asymmetrie in het model toelaat.

In het tweede deel van mijn onderzoek richt ik mij enkel op de BEL20-index. Voor deze index heb ik verschillende news impact curves getekend. Deze curven geven op een grafische manier weer hoe nieuwsfeiten zich verhouden tot de volatiliteit van de BEL20-index. Daarnaast onderzoek ik wat de invloed is van macro-economische nieuwsaankondigingen op ons model. Ik ga dus na of mijn model verbeterd kan worden door rekening te houden met aankondigingen van het BBP, CPI, renteveranderingen van de ECB en het consumentenvertrouwen. Dit doe ik met behulp van twee verschillende modellen. Het eerste model bevat dummyvariabelen die 1 zijn op de dag van een macro-economische nieuwsaankondiging. In het tweede model houden we ook rekening met de nieuwswaarde van de aankondiging. Zo delen we de dummyvariabelen uit het eerste model op in twee nieuwe dummyvariabelen. Eén dummyvariabele voor wanneer het gaat over een stijging van het BBP, de rente van de ECB, de CPI of het consumentenvertrouwen en één dummyvariabele voor een daling van elk kengetal.

Met mijn onderzoek bekwam ik vier belangrijke bevindingen. Eerst en vooral heb ik geconstateerd dat de volatiliteit van de verschillende indices tijdsafhankelijk is. Er zijn dus duidelijke clusters waar te nemen van zeer hoge en zeer lage volatiliteit van de returns van marktindices. Ten tweede is het leverage-effect duidelijk aanwezig bij elke marktindex. Dit wil zeggen dat de volatiliteit na slecht nieuws groter is dan na goed nieuws. Het gebruik maken van asymmetrische modellen voor het schatten van de volatiliteit is daarom aangeraden. Ten derde besluit ik dat het day-of-the-week-effect over het algemeen niet aanwezig is bij de verschillende indices. De dag van de week heeft weinig of geen invloed op de return en variantie van een marktindex. Het holiday-effect is wel sterk aanwezig bij de S&P500-index. Tot slot stel ik vast dat enkel rekening houden met de dag van publicatie van een macro-economische nieuwsaankondiging onvoldoende is in studies omtrent de volatiliteit. De nieuwswaarde van de aankondiging kan bij goed nieuws namelijk een andere invloed hebben op de volatiliteit dan bij slecht nieuws. Zo zorgt de publicatie van een stijging van het BBP of consumentenvertrouwen voor een minder volatiele index. Een rentestijging van de ECB zorgt voor een daling van de volatiliteit terwijl een rentedaling zorgt voor een stijging van de volatiliteit. De publicaties van de CPI hebben geen invloed op de volatiliteit van de BEL20-index.

Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2011