Barbaren uit een vreemd land: Vroegmoderne etnografie en cartografie uit de Chinese provincie Yunnan

Mario
Cams

 

China in de 17de eeuw: even sterk als Europa?

 

In de 17de en 18de eeuw gebruikten verschillende grote rijken een hele reeks nieuwe technieken om hun macht en grondgebied uit te breiden. Deze nieuwe technieken lieten machthebbers bijvoorbeeld toe om specifieke informatie over vreemde volkeren te verzamelen en om correctere kaarten van hun rijk te produceren. Hierdoor konden zij op een efficiëntere manier de grenzen van hun grondgebied verleggen en vreemde volkeren onderwerpen aan hun gezag. Dit zijn ontwikkelingen die nog niet zo lang geleden enkel aan Europa toegeschreven werden, een Europa dat ver van huis kolonies stichtte en razendsnel ontwikkelde. Nu blijkt echter dat andere, niet-Europese rijken uit die tijd met net dezelfde nieuwe technieken ook hun macht lieten gelden, zij het iets minder ver van huis. Zelfs China, waarvan men vaak aanneemt dat het in die periode zichzelf isoleerde van de buitenwereld, is hier een voorbeeld van.

 

Enkele academici zijn namelijk van mening dat ook China haar grondgebied en macht uitbreidde in de 17de en 18de eeuw. Net zoals Europa kende het land in die periode een ongeëvenaarde ontwikkeling. Maar mede omdat zij de enige sterke staat was in vrijwel geheel Noordoost-Azië, ging het gebieden aan de rand van het rijk kolonialiseren. Europa daarentegen ging ver van huis op veroveringstocht, onder meer omdat de verscheidene Europese staten erg aan elkaar gewaagd wagen en zij dus niet zomaar binnen Europa konden uitbreiden. China isoleerde zichzelf dus helemaal niet van de buitenwereld, maar ging in tegendeel net zoals de Europese rijken haar macht uitbreiden.

 

Zo zijn verschillende experten het erover eens dat China bepaalde gebieden in de huidige provincie Guizhou ging kolonialiseren. De Chinese machthebbers konden dit doen omdat zij – net als de Europeanen - over nieuwe technieken beschikten om betere kaarten te produceren en om vreemde volkeren op te delen in etnische groepen. Daarom zijn verschillende professoren en onderzoekers nu van mening dat China - net als Europa - haar toenemende macht en kennis ging gebruiken om afgelegen gebieden in het binnenland te kolonialiseren. Dat zou betekenen dat Europa pas na de eerste Industriële Revolutie over voldoende macht en kracht beschikte om rijken zoals China economisch en technisch voorbij te steken, en dus niet beginnende vanaf de periode van de grote ontdekkingsreizen, zoals algemeen wordt aangenomen.

 

De redenering gaat ongeveer als volgt: ten tijde van Ghengis Khan, die heer en meester was van een rijk dat zich uitstrekte van China tot Hongarije, konden handelaars zonder al te veel problemen tussen Europa en China reizen. Hierdoor kwamen de verschillende grote rijken in de wereld stilaan vaker met elkaar in contact en werd men zich beter bewust van het feit dat die andere rijken wel eens een grote bedreiging zouden kunnen vormen. Bovendien waren er niet veel later een reeks nieuwe technologieën voorhanden. Vanaf dat moment gingen Europeanen en Chinezen proberen om hun eigen rijk te versterken door uit te breiden en door de buitengrenzen te gaan vastleggen.

 

De provincie waarvan experten beweren dat China er bepaalde gebieden ging kolonialiseren was volledig omgeven door gebieden waar de Chinezen al een tijdje de plak zwaaiden. Het was dus wellicht slechts een kwestie van tijd voordat ook deze gebieden veroverd werden. Daarom is het des te interessanter om te gaan kijken naar de buitengrenzen van China: werd er daar ook gekolonialiseerd? Anders gezegd, probeerde China ook aan haar buitengrenzen om met nieuwe technieken en kaarten haar grondgebied te vergroten en om de mensen die daar woonden op te nemen in het keizerrijk?

 

Om die vraag te beantwoorden focust mijn onderzoek zich op de provincie Yunnan, de meest zuidwestelijke provincie van China. Een heel aantal oude kaarten van de provincie uit die periode werden onder de loep genomen: komen de grenzen op de kaart overeen met de werkelijke grenzen?

 

Kaarten zijn namelijk de middelen bij uitstek voor een land om begeerde gebieden voor te stellen als een deel van dat land, terwijl deze in werkelijkheid misschien nog niet veroverd zijn. Wanneer we dus bewijzen zouden kunnen vinden dat de grenzen op een bepaalde kaart niet overeen komen met de werkelijke grenzen, dan kunnen we er vanuit gaan dat de staat haar macht projecteerde en volop met gebiedsuitbreiding bezig was.

 

Waterdichte bewijzen heb ik hiervan niet gevonden, omdat de nauwkeurigheid en ontstaansgeschiedenis van de onderzochte documenten soms moeilijk te achterhalen is. Toch is het duidelijk dat het Chinese keizerrijk inderdaad ook aan de buitengrenzen haar grondgebied ging uitbreiden met behulp van nieuwe en correctere kaarten. We weten immers dat het uiterste zuidwesten van de provincie Yunnan pas laat in de geschiedenis onder controle kwam te staan van het Chinese leger en van de keizerlijke administratie. Toch kwamen de buitengrenzen van de provincie op de meeste kaarten al vanaf de 17de eeuw overeen met de huidige grenzen. China probeerde destijds dus aanspraak te maken op gebieden die men nog niet veroverd had. Bovendien vertellen secundaire bronnen ons dat de toenmalige keizerlijke regering alles op alles zette om deze gebieden ook effectief te gaan veroveren en kolonialiseren.

 

Ik onderzocht ook enkele zogenaamde ‘Miao Albums’ van de provincie Yunnan. Dit zijn werken waarin de verschillende vreemde volkeren die men aantrof in deze gebieden ingedeeld werden in etnische groepen, telkens vergezeld van een afbeelding en een kort tekstje over hun zeden en gewoonten. Op die manier kreeg men een soort catalogus of index van die etnische minderheden en konden lokale ambtenaren hen beter gaan beheren en opnemen in het rijk. Uit tekstanalyses blijkt inderdaad dat men deze werken produceerde om de bevolkingsgroepen in het zuidwesten van de provincie Yunnan beter te doen gehoorzamen. Ik wilde ook aan de hand van de informatie die in deze werken opgenomen werd aantonen dat men in die periode stilaan meer informatie ging vergaren over deze groepe, dat de Chinezen hen als het ware leerden kennen door deze gebieden te veroveren. Maar dat kon niet aangetoond worden met behulp van de door mij geselecteerde bronnen.

 

De studie van de ‘Miao Albums’ en oude kaarten van de provincie Yunnan biedt ons dus een uniek perspectief op het China van de 17de en 18de eeuw. Het land stond tot aan het einde van de achttiende eeuw technologisch wellicht inderdaad op gelijke voet met Europa. De studie van de Miao Albums en de oude kaarten van Yunnan is echter niet enkel van belang voor de studie van de Chinese geschiedenis, maar kan ook een licht werpen op het ontstaan en de ontwikkeling van andere rijken en de gevolgen daarvan voor de plaats van etnische minderheden in die rijken, en in de natie-staten die eruit ontstaan zijn.

 

Bibliografie

 

Akerman, James R., (ed.), The Imperial Map: Cartography and the Mastery of Empire, Chicago: Univ. of Chicago Press, 2009.

 

Allan, Nigel, (ed.), Pearls of the Orient: Asian Treasures from the Wellcome Library, London and Chicago: Serindia/The Wellcome Trust, 2003.

 

Bello, David A., “To Go Where No Han Could Go for Long”, Modern China 31.3 (2005), pp. 283-317.

 

Boleslaw, Szczesniac, “The Seventeenth Century Maps of China. An Inquiry into the Compilations of European Cartographers”, Imago Mundi 13 (1956), pp. 116-136.

 

Cerreti, Claudio, (ed.), Carte di riso: Peoples, Landscapes, Colours in the Collections of the Italian Geographical Society, Roma: Societa geografica italiana, 2001.

Chang, Michael G., A Court on Horseback: Imperial Touring & the Construction of Qing Rule, 1680 – 1785, Cambridge: Harvard Univ. Asia Center, 2007.
Chuai Zhenyu 揣振宇, (ed.), Diansheng yiren tushuo diansheng yudi tushuo 滇省夷人图说 滇省舆地图说 [Album van de Yi van de provincie Dian – Album van het territorium in de provincie Dian], Beijing: Zhongguo shehui kexue chubanshe中国社会科学出版社, 2009.
Clossey, Luke & Brandon Marriott, “Exploring Periodization in the Classroom: A Seminar on the Early-Modern World”, History Compass 6.5 (2008), pp.1368-1381.
Crossley, Pamela K. & Donald S. Sutton, Empire at the Margins: Culture, Ethnicity, and Frontier in Early Modern China, Berkeley: Univ. of California Press, 2006.
Darwin, John, After Tamberlane: The Global History of Empire since 1405, New York: Bloomsbury Press, 2008.

Deal, David M. & Laura Hostetler, (trans.), The Art of Ethnography: A Chinese “Miao Album”, Seattle: Univ. of Washington Press, 2006.

 

Deimel, Claus et al., Das Yunnan Album Illustrierte Beschreibung Der YI-Stämme Im Westen Und Süden Der Provinz Dian, Leipzig: Museum für Völkerkunde zu Leipzig, 2003.

 

Diamond, Norma, “The Miao and Poison: Interactions on China’s Southwest Frontier”, Ethnology 27 (1988), pp. 1-25.

 

 

du Halde, Jean-Baptiste, Description géographique, historique, chronologique, politique, et physique de l’empire de la Chine et de la Tartarie Chinoise, 4 Vols., Den Haag: Henri Scheurleer, 1736.

 

Elliott, Mark C., The Manchu Way: The Eight Banners and Ethnic Identity in Late Imperial China, Stanford: Stanford Univ. Press, 2001.

 

Elman, Benjamin A., “Geographical Research in the Ming-Ch’ing Period”, Monumenta Serica 35 (1981-1983), pp. 1-18.

 

Evans, Grant, A Short History of Laos: The Land in Between, Crows Nest: Allen & Unwin, 2002.

 

Foss, Theodore, “A Western Interpretation of China: Jesuit Cartography”, in East Meets West: The Jesuits in China, 1582-1773, Chicago: Loyola Univ. Press, 1988, pp. 209-251.

 

Gellner, Ernest, Nations and Nationalism, Oxford: Blackwell, 1993.

 

Giersch, Charles P., Asian Borderlands: the Transformation of Qing China’s Yunnan Frontier, Cambridge: Harvard Univ. Press, 2006.

 

Harley, John B., “Silences and Secrecy: The Hidden Agenda of Cartography in Early Modern Europe”, Imago Mundi 40 (1988), pp. 57-76.

 

Harrell, Stevan, Ways of Being Ethnic in Southwest China, Seattle: Univ. of Washington Press, 2001.

 

Herman, John E., Amid the Clouds and Mist: China's Colonization of Guizhou, 1200-1700, (Harvard East Asian Monographs 293), Harvard Univ. Asia Center, 2007.

 

Ho, Ping-Ti, “In Defense of Sinicization: A Rebuttal of Evelyn Rawski’s ‘Reenvisioning the Qing’”, The Journal of Asian Studies 57.1 (1998), pp. 123-155.

 

Hostetler, Laura, Qing Colonial Enterprise: Ethnography and Cartography in Early Modern China, Chicago: Univ. of Chicago Press, 2001.

 

Lieberman, Victor, “Transcending East-West Dichotomies: State and Culture Formation in Six Ostensibly Disparate Areas”, Modern Asian Studies 31.0 (1997), pp. 463-546.

 

Lieven, Dominic, Empire: The Russian Empire and Its Rivals, New Haven/London: Yale Univ. Press, 2000.

 

 

Lo Sardo, Egenio, Atlate della Cina di Michele Ruggieri, Rome: Archivio di Stato di Roma, 1993.

 

Martini, Martino, Opera Omnia 3: Novus atlas sinensis, 2 Vols., Trento: Univ. degli Studi di Trento, 2002.

 

Martini, Martino, Novus atlas sinensis: tavole, Trento: Univ. degli Studi di Trento, 2003.

 

Morison, John, (ed.), Ethnic and National Issues in Russian and East European History, Basingstoke: Macmillan, 1998.

 

Morrison, Alan S., Russian Rule in Samarkand 1868-1910: A Comparison with British India, Oxford: Oxford Univ. Press, 2008.

 

Mungello, David E., Curious Land: Jesuit Accommodation and the Origins of Sinology, Stuttgart: Steiner, 1985.

 

Nebenzahl, Kenneth, Mapping the Silk Road and Beyond: 2,000 Years of Exploring the East, London/New York: Phaidon Press Inc., 2004.

 

Perdue, Peter, “Boundaries, Maps and Movement: Chinese, Russian and Mongolian Empires in Early Modern Central Eurasia”, International History Review 20.2 (juni 1998), pp. 263-286.

 

Qi Qingfu 祁庆富, “Xuanli duocai de qingdai minzu huajuan” 绚丽多彩的清代民族画卷 [De prachtige en kleurrijke werken over etnische minderheden uit de Qing dynastie], Journal of the Central University for Nationalities 中央民族大学学报 (2003:3), pp. 109-114.

 

Qi Qingfu 祁庆富 & Li Delong 李德龙, “‘Bolin tushuo’ kaoyi: ‘Yuzhi waimiao tushuo’ he ‘diansheng yiren tushuo’ shulüe” 《伯麟图说》考异: 《御制外苗图》 和 《滇省夷人图说》述略 (The Variant Editions of Bolin Tushuo: Introduction to the Yuzhi Waimiao Tu and Diansheng Yiren Tushuo), Ethno-National Studies 民族研究 (2007:1), pp. 82-87.

 

Qing shilu – Gaozong chun huangdi shilu 清实录 – 高宗纯皇帝实录 [Waarachtige optekeningen van de Qing-dynastie – Waarachtige optekeningen van zuivere keizer Gaozong], 19 Vols., Beijing: Zhonghua shuju 中华书局, 1977.

 

Quaini, Massimo & Michele Castelnovi, Visioni del celeste impero: l’immagine della Cina nella cartografia occidentale, (Orsa minore 3), Genova: Il Portolano, 2007.

 

Rawski, Evelyn S., “Presidential Address: Reenvisioning the Qing: The Significance of the Qing Period in Chinese History”, The Journal of Asian Studies 35.4 (1996), pp. 829-850.

Sancai tuhui三才图会 [Verzamelde illustraties van de drie krachten], 6 Vols., Taibei: Chengwen chubanshe 成文出版社, 1974.

 

Shin, Leo K., The Making of the Chinese State: Ethnicity and Expansion on the Ming Borderlands, Cambridge: Cambridge Univ. Press, 2006.

 

Shintag, David, Taal, beeld en barbaren: Beschrijvingen van westerse landen in de Huang Qing zhigong tu, (licentiaatsverhandeling), K.U.Leuven, 2007.

 

Smith, Richard J., Chinese Maps: Images of ‘All under Heaven’, Hong Kong: Oxford Univ. Press, 1996.

 

Spence, Jonathan D., The Search for Modern China, New York/London: W.W. Norton and Co., 1990.

 

Standaert, Nicolas, (ed.), Handbook of Christianity in China 1: 635-1800, Leiden: Brill, 2001.

 

Struve, Lynn A., (ed.), The Qing Formation in World Historical Time, Cambridge(Mass.): Harvard Univ. Press, 2004.

 

Subrahmanyam, Sanjay, “Connected Histories: Notes towards a Reconfiguration of Early Modern Eurasia”, Modern Asian Studies 31.3 (1997), pp. 735-762.

 

Vitiello, Giovanni, “Opera Omnia (review)”, China Review International 2.1 (2005), pp. 194-197.

 

von Richthofen, Ferdinand, China: Ergebnisse eigener Reisen und darauf gegrundeter Studien, 5 vols., Berlijn: Reimer, 1877-1912.

 

Waley-Cohen, Joanna, “The New Qing History”, Radical History Review 88 (2004), pp. 193-206.

 

Wang Qianjin 汪前进 & Liu Ruofang 刘若芳, Qingting sanda shice quantuji 清廷三大实测全图集 [De drie grote volledige kaartencollecties van het Qing hof, gebaseerd op exacte waarnemingen], 3 Vols., Beijing: Waiwen chubanshe 外文出版社 (Foreign Languages Press), 2007.

 

Ward, Julian, Xu Xiake (1587-1641): The Art of Travel Writing, Richmond: Curzon, 2001.

 

Winichakul, Thongchai, Siam Mapped: A History of the Geo-Body of a Nation, Honolulu: Univ. of Hawai’i Press, 1994.

 

 

 

Wu Xiujie 吴秀杰, “Yidi de tushuo: yiben guanyu Yunnan minzu de ‘miaotu’” 异地的图说: 一本关于云南民族的‘苗图’ [Een album uit een vreemd land: een ‘Miao Album’ van de etnische minderheden van Yunnan], Ethnic Arts Quarterly 民族艺术 (2005:2), pp. 105-108.

 

Yang, Bin, Between Wind and Clouds: The Making of Yunnan (Second Century BCE to Twentieth Century CE), Columbia Univ. Press: New York, 2009.

 

Zhang Zhirong 张植荣, Zhongguo bianjiang yu minzu wenti 中国边疆与民族问题 (China’s Border Regions and Ethnic Nationalisms), Beijing: Beijing daxue chubanshe 北京大学出版社, 2004.

 

Zhao Gang, “Qing Colonial Enterprise: Ethnography and Cartography in Early Modern China (review)”, China Review International 15.1 (2008), pp. 105-109.

 

Zögner, Lothar, (ed.), China cartographica: chinesische Kartenschätze und europäische Forschungsdokumente. Ausstellung anlässlich des 150. Geburtstages des Chinaforschers Ferdinand von Richthofen, Berlin: Kiepert, 1983.

 

 

Digitale bronnen

 

Daqing yitong zhi 大清一统志 [Regionale beschrijvingen van de grote verenigde Qing-dynastie], Siku quanshu 四库全书: http://skqs.leidenuniv.nl

 

Huangqing zhigong tu皇清职贡图 [Geïllustreerde beschrijvingen van de tribuutgezanten van de Qing-dynastie], Siku quanshu 四库全书: http://skqs.leidenuniv.nl

 

Download scriptie (15.95 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2010
Thema('s)