Van lotgenoten onder gelijken, naar kennismaking met vreemden: over het belang van informele contacten tussen mensen in armoede en mensen die niet in armoede leven

Tim
Moerman

 

Van lotgenoten onder gelijken, naar kennismaking met vreemden

 

In bijna elk wetenschappelijk armoedeonderzoek vind je het terug: mensen in armoede hebben niet alleen erg weinig contacten, ze blijven daarenboven ook grotendeels beperkt tot die met hun lotgenoten. Mensen in armoede komen met andere woorden zelden in contact met mensen die niet in armoede leven, en als dat dan wel al eens voorvalt, voelen ze zich heel vaak door hen bekeken en beschimpt…

 

“… je krijgt dikwijls een stempel van die mensen. Ze kijken niet NAAR je, maar ze kijken NEER op je (…) ze kijken als het ware DOOR je, in plaats van NAAR je”

 

En toch kan het ook anders... Althans, dat heeft mijn thesisonderzoek uitgewezen. Wanneer mensen in armoede op gelijke voet worden behandeld, als een volwaardige persoon worden gezien en zich in geen enkele zin gestigmatiseerd voelen, kan vooral het informele contact met mensen die niet in armoede leven, in bepaalde omstandigheden, een bijzondere meerwaarde bieden.

 

De vriendschap van een vreemde

 

Wanneer bij de omschrijving van het armoedebegrip naast een kluwen van uitsluitingen, een gebrek aan kansen en grote financiële tekorten ook rekening wordt gehouden met de gevoelens en verlangens van zij die dag in dag uit in een dergelijke situatie moeten leven, wordt al vrij snel duidelijk wat een aantal informele contacten (contacten binnen de context van een vrijwilligersorganisatie die geen specifieke eisen stelt aan haar medewerkers) mogelijks met zich mee kunnen brengen. Mensen in armoede lopen immers niet alleen heel vaak rond met het gevoel dom, mislukt en alleen te zijn, ze voelen zich ook niet begrepen door anderen, verliezen het geloof in zichzelf, maar willen er tegelijkertijd toch ook ontzettend graag bijhoren. Naast een belangrijke bron van kennis en informatie, blijken de informele contacten met mensen die niet in armoede leven dan ook vooral op die veeleer immateriële aspecten in te spelen.

 

Sociaal-emotionele steun

Hoewel in eerste instantie verwacht werd dat de contacten met mensen die niet in armoede leven vooral op vlak van materiële steun (werk en geld) een meerwaarde zouden betekenen in het leven van mensen in armoede, bleek echter veeleer het tegendeel. Het feit dat iemand die niet in armoede leeft onvoorwaardelijk naar hen luistert, hen kansen geeft, steunt, even hun problemen doet vergeten of er gewoon kortweg voor hen is, betekent namelijk vaak veel meer dan de louter materiële en praktische voordelen.

 

De (positieve) gevolgen van sociale integratie

Los van het belang van de steun die mensen in armoede ervaren uit de contacten met mensen die niet in armoede leven, bieden deze ontmoetingen hen daarnaast ook een aantal handvatten om zich aan te sluiten bij de algemeen aanvaarde groepsnormen. Door in contact te treden met mensen die niet in armoede leven, leerden mensen in armoede bijvoorbeeld voor het eerst op tijd te komen, zich aan gemaakte afspraken te houden, hun verantwoordelijkheid op te nemen en beleefd te zijn. Allemaal zaken waar vooral zij die in armoede geboren zijn nog nooit echt hadden bij stilgestaan, maar die er wel steevast voor zorgden dat ze zich niet ten volle konden integreren. In een aantal welbepaalde omstandigheden zorgden de informele contacten bij een aantal mensen in armoede bovendien ook voor een gewijzigd beeld van zij die niet in armoede leven. Vooral zij die in het kader van een opleiding, onder andere als gediplomeerd ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting, al in verschillende contexten in contact gekomen zijn met mensen die niet in armoede leven, bleken hun gewijzigd mensbeeld te veralgemenen naar de rest van de samenleving. Voor de meeste anderen bleven de vrijwilligers uit de vereniging echter dé grote uitzonderingen, en werd deze andere kijk met andere woorden zelden aangehouden tot buiten de vereniging.

 

Een positief zelfbeeld als sluitstuk

Tot slot kunnen de informele contacten ook nog enkele andere bijzondere gevolgen met zich meebrengen. Heel concreet zorgt bijvoorbeeld het gevoel zichzelf te mogen zijn en vertrouwd te worden door anderen, bij heel wat mensen in armoede voor een versterkt geloof in zichzelf, en krijgen ze bovendien als het ware een volwaardige plaats toegewezen binnen de maatschappij. Daar waar daarnet vooral de factor opleiding een belangrijke verklarende factor bleek te zijn bij de veralgemening van het veranderde mensbeeld, speelt hier vooral een organisatorisch kenmerk een verduidelijkende rol. Terwijl verenigingen die er voor kiezen om mensen in armoede en mensen die niet in armoede leven paarsgewijs te koppelen (een één-op-één zorgformule) vooral een aantal extra voordelen bieden op vlak van de (on)bewuste overname van gedrag en de mogelijkheid om er gewoon een keer uit te zijn, bieden verenigingen op basis van de collectieve zorgformule (groepsbijeenkomsten) op hun beurt meer kansen op het realiseren van een verhoogd zelfbeeld. Door mensen namelijk beetje bij beetje een aantal verantwoordelijkheden toe te schuiven binnen de vereniging, wordt hen niet alleen de kans geboden om stilletjes aan weer in zichzelf te gaan geloven, het zorgt er ook voor dat hun zelfvertrouwen en zelfbeeld in vele opzichten zienderogen verhoogd.

 

Informeel en informeel is twee

Uiteraard lopen die contacten ook niet altijd van een leien dakje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat een aantal persoons- en motivatiekenmerken van de vrijwilliger van doorslaggevend belang kunnen zijn bij de totstandkoming van een goed contact. Zo gaat de ‘zelfingenomen zonderling’ bijvoorbeeld al te vaak te expliciet op zoek naar dankbaarheid en erkenning, en laat de ‘gulle gever’, ondanks de vele goede bedoelingen, te weinig ruimte voor de mensen zelf. Slechts door als een ‘gelijkwaardige tochtgenoot’ respectvol met elkaar om te gaan, krijgen mensen in armoede niet alleen de kans om op hun eigen tempo te groeien, ze worden ook aanvaard zoals ze zijn, en kunnen daardoor onder meer een versterkt vertrouwen in zichzelf krijgen.

 

Besluit

 

Ondanks een aantal moeilijk te vermijden spanningen die hier en daar dus nog wel eens de kop op steken, voelen de meeste mensen die binnen de context van een armoedevereniging in contact komen met ‘gelijkwaardige tochtgenoten’, zich niet alleen gesteund, gerespecteerd en erkend, ze krijgen daarenboven ook heel vaak de kans om een beter zelfbeeld te ontwikkelen en beetje bij beetje weer meer te gaan geloven in zichzelf. Daaruit echter concluderen dat die contacten een noodzakelijke voorwaarde zouden zijn om een leven in armoede achter zich te laten, gaat misschien wel een brug te ver, maar ze kunnen in elk geval wel zorgen voor de creatie van een omgeving waarbinnen mensen in armoede (eindelijk) de nodige kansen en mogelijkheden krijgen. In tegenstelling tot de hulpverleningsrelatie voelen mensen in armoede zich er namelijk veel meer beluisterd en erkend, terwijl ook de schrik voor achterklap en uitsluiting, iets wat blijkbaar vrij vaak verbonden is aan het lotgenotencontact, er veel minder sterk aanwezig is.

Download scriptie (2.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008