Het Noordpoolgebied. Een (inter)nationale regio.

Samuël
Servaes

 

De Noordpoolrace.
Nationale acties in een internationaal wettelijk kader.          Samuël Servaes
 
Op 2 augustus 2007 plantte de Russische onderzeeër Mir I een Russische vlag op de bodem van de Arctische Oceaan. Met deze symbolische daad maakte Rusland duidelijk dat ze haar maritieme grenzen wou uitbreiden met een aanzienlijk deel van de Arctische regio.
De Arctische staten Canada, Denemarken (via Groenland), Noorwegen en de V.S. (via Alaska) kunnen in theorie ook aanspraak maken op hun deel van de Noordpoolregio. De regeringsleiders van deze Arctische landen reageerden dan ook fel en verklaarden dat ze zullen meedingen naar hun rechtmatig deel van het Noordpoolgebied. Een ‘Noordpoolrace’ was begonnen.
De internationale pers volgde de agressief ogende gebeurtenissen dan ook met argusogen. De Britse krant The Independent tittelde met ‘Cold War for the North Pole’. Meteen werd het beeld opgezet dat de Noordpoolregio het strijdtoneel zou worden van een nieuwe energieoorlog, die een nefast gevolg voor de internationale samenwerkingsverbanden in de Arctische regio zou hebben.
Desalniettemin moet dit duister beeld genuanceerd en soms zelfs tegengesproken worden. De relatie tussen de Noordpoolrace en de Arctische internationale samenwerking is er immers eerder een van continuïteit. De Noordpoolrace is in wezen een product van de UNCLOS (United Nations Convention on the Law of the Sea), het internationaal zeerecht, dat kuststaten de mogelijkheid biedt om hun maritieme grenzen te verruimen.De territoriale spanningen in de Arctische regio, die ontstaan door het vooruitzicht op nieuwe energievoorraden en nieuwe maritieme routes als gevolg van de klimaatsopwarming, lijken zich dan ook op te lossen in het internationaal wettelijk kader van de UNCLOS.
Het UNCLOS-verdrag van 1982 introduceerde de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van 200 zeemijl (370 km). In deze zone hebben kuststaten het soevereine exploitatierecht op de natuurlijke rijkdommen in zee en zeebodem. Artikel 76 voorziet kuststaten in de mogelijkheid om hun maritieme grenzen boven de EEZ uit te breiden. Dit kan indien hun continentaal plat (de natuurlijke prolongatie van de landmassa, maar dan onder water) verder reikt dan de 200 zeemijl. Kuststaten hebben na hun ratificatie van het verdrag 10 jaar de tijd om hun claims neer te leggen bij de Commission on the Limits of the Continental Shelf (CLCS). Deze 21-koppige commissie heeft louter een adviserende rol en is bovendien niet bevoegd voor grensdisputen tussen staten, tenzij de betrokken staten hierin overeenstemmen. Wel is het Internationaal Tribunaal voor het Zeerecht, gevestigd te Hamburg, bevoegd voor alle disputen met betrekking tot de UNCLOS.
De UNCLOS is een totaalpakket. Elk lid moet alle instellingen en regels die de UNCLOS voorziet respecteren, als hij partij wil worden.
 
Nationale acties in een internationaal kader: De Russische claim van 2001
 
De Russische claim naar aanleiding van de Arktika expeditie van Augustus 2007 was dezelfde als die van 2001. Op 20 december 2001 diende Rusland een dossier in om haar EEZ uit te breiden richting Noordpool (zie kaart in bijlage). De nationale grenzen tussen de Arctische staten worden volledig gerespecteerd, maar het spreekt voor zich dat Rusland een zo groot mogelijk territorium tracht te vergaren in de internationale maritieme zones. Zo eisen Rusland en Noorwegen overlappende delen van het ‘loop hole’, een internationale maritieme zone, die geografisch dichter bij Noorwegen ligt. Ook in het Noordpoolgebied eist Rusland een aanzienlijk deel, ten nadele van Canada en Denemarken (via Groenland). Rusland redeneert dat ze haar maritieme grenzen richting Noordpool kan uitbreiden omdat haar continentaal plat verder reikt dan de traditionele 200 zeemijl. Het ankerpunt van deze redenering is de overtuiging dat het Lomonosovplateau een natuurlijke prolongatie is van het Siberische vastenland. De Deense regering claimt echter dat de Lomonosovrug eerder een natuurlijke prolongatie van Groenland is dan van Rusland.
De commissie weerlegde noch bevestigde de Russische eis van 2001, maar spoorde de Russische delegatie aan om haar claim wetenschappelijk beter te onderbouwen. De Russische claim van 2001 was tevens het startschot voor de Arctische landen om hun belangen in het Arctisch gebied veilig te stellen. Canada en Denemarken ratificeerden de UNCLOS in respectievelijk 2003 en 2004 en lanceerden wetenschappelijke expedities om de Arctische zeebodem in kaart te brengen. Noorwegen ratificeerde het verdrag al in 1996 en diende in 2006 een claim bij de CLCS in om haar maritieme grenzen te vergroten. Hierbij betwistte Noorwegen de geldigheid van de Russische claim van het ‘loop hole’ in de Barentszee, waar zich enorme hoeveelheden aan olie- en gasvoorraden bevinden. De goede Noors-Russische economische relaties verklaren echter waarom Noorwegen zich niet waagt aan gedurfde uitspraken over de Russische Noordpoolclaim van 2007. Sinds 2002 hebben de twee landen een strategisch partnerschap voor ontginningsprojecten in de Barentszee. Het grensgeschil lijkt zich dan ook diplomatiek op te lossen. In Juli 2007 - net voor de Russische expeditie - kwamen beiden landen al tot een partieel akkoord over de betwistte delimitatie in de Barentszee.
Canada heeft nog tot 2013 om een claim bij de CLCS in te dienen, Denemarken tot 2014. Hoe de Noordpoolregio verdeeld zal worden hangt af van de wetenschappelijke bewijzen en de diplomatische onderhandelingen tussen de Arctische staten. Tijdens de ‘Noordpooltop’ van 27-29 Mei 2008 in het Groenlandse Ilulissat bevestigden de Arctische staten om naar een onderhandelde oplossing te streven in het wettelijke kader van de UNCLOS. Een energieoorlog in de Arctische regio lijkt dus veraf. Integendeel, het UNCLOS-regime lijkt zich nog te versterken, wat de internationale samenwerking in de regio enkel in de hand kan werken. De Noordpoolrace ervoor heeft gezorgd dat de V.S. onder een zeer grote druk staat om het UNCLOS verdrag te ratificeren. De V.S. tekende de UNCLOS wel, maar slaagde er sinds 1982 niet in om de Senaat te overtuigen voor ratificatie. Bij ratificatie zou de VS haar continentaal plat aan de olierijke kust van Alaska kunnen uitbreiden boven de traditionele 200 zeemijl. De energievooruitzichten zorgen evenwel al een tijdje voor onenigheid over de delimitatie van de Amerikaans-Canadese grens in de Beaufortzee. Echter, indien Canada haar maritieme grenzen via de UNCLOS wil uitbreiden en haar claim overlapt met de aanspraken van de V.S., heeft de V.S. geen zitje aan de verdeeltafel van de UNCLOS en verliest het haar aanspraken in deze energierijke zone. Het UNCLOS-verdrag biedt bijgevolg de mogelijkheid om fricties in de Arctische regio op te lossen. Bij ratificatie van het UNCLOS-verdrag aanvaardt de V.S. automatisch de geschillenbeslechtingprocedures die het verdrag biedt en kan de zaak geregeld worden voor een tribunaal. Op 31 oktober 2007 besliste het Comité voor Buitenlandse Betrekkingen van de U.S. Senaat om de ratificatie van het verdrag te stemmen voor de plenaire Senaat.
   
 

Download scriptie (2.94 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2008