Mystiek in de twaalfde eeuw belicht vanuit de transformationele methodologie

Jo
Heirman


Wat is dat nu, mystiek?
 
 
Mystiek. Het woord is gevallen. Je hebt er wel al eens van gehoord. En je weet wel ongeveer wat het betekent. Maar als ik je zou vragen: wat is dat nu, mystiek? Wat zou je dan antwoorden? Je zou niet meteen een pasklaar antwoord klaar hebben. Ofwel spreek je vanuit je buik, meng je improvisatie met informatie ‘van horen zeggen’. Ofwel ga je eerst rondneuzen op het net of in de bib om wat te lezen over mystiek. Wel, dat heb ik gedaan: 136 werken van en over mystiek heb ik doorgenomen. En nu zal ik je proberen uitleggen welke visies er bestaan op mystiek.
Je denkt nu misschien: 136 boeken, dan zullen er wel heel erg veel uiteenlopende meningen zijn. Vreemd genoeg is dat helemaal niet geval. Twee grote denksporen kan je onderscheiden in de opvattingen over mystiek. Enerzijds zijn er die mystiek zien als een ervaring van contact met ‘god’, anderzijds wordt mystiek gezien als een proces waarbij god de mens een andere mens maakt.
Ik zal deze twee denksporen uitleggen en aantonen met enkele voorbeeldjes.
 
Ik begin met de eerste stroming die mystiek ziet als een ervaring. De mens heeft het gevoel dat god rechtstreeks in contact met hem treedt. Een wonderlijk gevoel van immense vreugde, zonder precies te beseffen wat er gaande is, overvalt de mens. Hij heeft het gevoel dat hij god zo nabij is dat ze samen zijn. Dit gevoel van een liefdevolle vereniging met god wordt als iets heel onverwachts ervaren.
Om dit alles te verhelderen laat ik je een passage lezen van een tekst waarin een mystieke ervaring wordt beschreven.
 
 
Toen trof en overwon mij
 de zoete Jager,
en mijn ziel viel in de armen
van de Liefde ;
en ik kreeg een nieuw leven
en deed zo’n ruil :
dat mijn Geliefde van mij is
en ik van mijn Geliefde.
 
Hij schoot op mij een pijl af,
purperrood gekleurd door liefde,
en, omgevormd, werd mijn ziel
met haar Schepper één ;
geen andere liefde wil ik meer,
want ik gaf mij aan mijn God gewonnen :
en mijn Geliefde is van mij
en ik van mijn Geliefde.
Deze tekst is geschreven door Theresa van Avila, een mystica die in Spanje in de zestiende eeuw leefde. In deze tekst spreekt ze over een mystieke ervaring die haar is overvallen. Met de zoete Jager bedoelt zij god. Ze wordt op een wonderlijke en vreugdevolle manier getroffen door de liefde van god. Daardoor voelt ze zich één met god. Ze zijn als twee geliefden die van elkaar genieten.
Ik wil nog wijzen op één woordje in de tekst, namelijk op ‘omgevormd’. In de mystieke ervaring heeft Theresa het gevoel dat god haar een andere mens maakt. Het aspect ‘omvorming’ staat centraal in de tweede stroming, waarin mystiek wordt gezien als een omvorming. Ik leg je uit wat omvorming precies inhoudt.
 
De laatste jaren leggen geleerden er de nadruk op dat mystici hun ervaringen beschrijven als een proces van omvorming. Het is alsof god de mens een nieuwe mens maakt. Probleem is dat veel geleerden niet duidelijk maken wat ze onder omvorming verstaan. Ik denk dat je de omvorming het best als volgt ziet. De mens voelt, denkt en handelt op een nieuwe manier. Het is niet meer de mens die zelf aan het roer staat van het menselijke schip: god heeft nu de controle overgenomen. God beslist waarheen het menselijke schip vaart. Het is als bij een formule 1-spel op de computer: god heeft een spelconsole vast en stuurt de bewegingen van de wagen, de wagen die de mens voorstelt. Toch mag je niet denken dat de mens een passief wezen is geworden. Eerder is het zo dat de mens ‘samen-werkt’ met god. Terwijl god en de mens vroeger wel eens aan touwtrekken deden, staan ze nu aan dezelfde kant. God en de mens willen voortaan hetzelfde. Een voorbeeldje kan misschien opnieuw verheldering brengen:
 
 
Alles wat in hen leeft hangt af van de wil van een Ander. Zo handelen zij niet meer uit eigen wil. Ze laten helemaal niets over aan hun eigen beslissing, maar ze vertrouwen alles toe aan gods beschikking. Elke wens en elk verlangen van hen hangt af van gods wil en is gericht op gods beslissing.
(…)
Zoals de smelters, nadat het metaal gesmolten is en de modellen zijn voorgelegd, hun gewenste vorm naar believen vervaardigen en ze eender welk vaatwerk volgens de gepaste maat en de beoogde vorm voortbrengen, zo voegt de ziel in deze toestand zich makkelijk naar elke wens en wil van god. De ziel schikt zich zelfs door haar spontaan verlangen naar elke beslissing van hem en ze geeft vorm aan elke wil van haar volgens gods welwillendheid. En zoals het gesmolten metaal, als hem ruimte wordt geboden, gemakkelijk naar beneden stroomt, zo maakt de ziel zich in deze toestand spontaan nederig en volledig gehoorzaam en met genoegen neigt ze tot elk vorm van nederigheid volgens gods beschikking.
 
 
Dit is een tekst geschreven door Richard van Saint-Victor. Hij was een Fransman uit de twaalfde eeuw die schreef in het Latijn. Richard schrijft in deze tekst, die gaat over de liefde (tot god), over hoe god mystici omvormt. Door die omvorming handelt de mens niet meer volgens de eigen wil, maar volgens de wil van god, zo zegt Richard. God is de drijvende motor geworden achter het doen en laten van de mens. Richard geeft een beeld om het omvormingsproces uit te leggen.
God is als een metaalsmelter en de mens is het metaal. God smelt het metaal naar de vorm die hij voor ogen heeft: hij vormt de mens met andere woorden om volgens zijn wil en volgens het model dat hij voor ogen heeft.
Om een voorbeeld te geven: het zou kunnen dat de mens in het vervolg aandachtig en liefdevol omgaat met armen en zieken, omdat god vanbinnen in de mens werkt en wil dat de mens zich inzet voor de andere mensen. Richard zegt verder in de tekst dat het de wil van god is dat de mens alles doet voor de andere mensen.
 
Het is tijd nu om af te ronden. Ik hoop dat ik je wat wijzer heb gemaakt over de vraag wat mystiek is. Mystiek blijkt dus niet alleen een ervaring te zijn van een liefdevol samenzijn met god, maar ook en vooral een een proces van omvorming van de mens door god. De twee visies op mystiek - ervaring en omvorming - worden dikwijls tegenover elkaar geplaatst, alsof het ene het andere zou uitsluiten. Ik denk dat die twee visies perfect bij elkaar aansluiten. Tijdens de ervaring van de vereniging met god vormt god de mens om volgens zijn wil zodat god en de mens één blijven in denken, handelen en voelen…
 

Download scriptie (1.07 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008