Uitwerking van een pr-beleid voor het Koninklijk Technisch Atheneum uit Lier

Christophe
Van Wambeke

1 Een pr-beleid voor scholen? Christophe Van Wambeke

n Vlaanderen is het nog niet echt een trend om scholen te commercialiseren. Men

houdt blijkbaar vast aan het principe dat onderwijskunde niet te rijmen valt met de

hedendaagse marketingtechnieken die in vele economische sectoren gelden. In

Engeland - en zeker ook in de Verenigde Staten van Amerika - valt op, dat scholen

zichzelf wél commercialiseren. Om te overleven en om zoveel mogelijk leerlingen aan te

trekken moeten de zogenaamde ‘private schools’ vaak een beroep doen op

marketingtechnieken die ook in andere non-profitorganisaties worden gebruikt.

Hebt u ooit al eens gevraagd aan jongeren tussen de 12 en de 18 jaar op welke basis zij hun

schoolkeuze maken? Vaak is het antwoord eenvoudig: omdat hun vrienden ook naar die school

gaan. Ouders daarentegen zullen de keuze vaak laten afhangen van ‘de goede naam’ van de

school. Met beide – meest gehoorde – argumenten kan uiteraard in het pr-beleid van elke school

rekening gehouden worden.

In het licht van het eerste antwoord is het

belangrijk dat enkele leraren uit een secundaire

school goede contacten onderhouden met de

scholen waaruit zij leerlingen werven. Dat mag

een dynamisch en speels contact zijn, waarin de

kinderen van het zesde leerjaar (of tweede

middelbaar) zelf betrokken worden, door

bijvoorbeeld demolessen. Op die manier kunnen

jongeren zelf aan den lijve ondervinden hoe

aangenaam leren kan zijn bij hun toekomstige

leraren. Het vertrouwen dat zij hieruit putten,

kan de drempelvrees wegnemen om de eerste stappen te zetten naar ‘de grote school’.

De betrokken leraren moeten zich heel erg van hun rol bewust zijn en zich op die momenten erg

inspirerend opstellen. Een schooldirecteur selecteert zeer nauwgezet voor die opdracht enkele

personeelsleden, namelijk levendige mensen met een vriendelijk en open gezicht. Een mooi

voorbeeld van integraal personeelsbeleid… de juiste personen, met de juiste competenties, op de

juiste plaats!

De tweede reden, die vaak door de ouders zelf wordt aangehaald als schoolkeuzemotief, is ‘de

goede naam’ van de school. Een school moet permanent waken over haar naam: boeiende

projecten, interessante uitstappen, blitse resultaten van (oud-)leerlingen, … kunnen allemaal

gepubliceerd worden. Een school moet durven naar buiten komen. Hoe vaak gebeurt het immers

niet dat leraren in de krant iets lezen waarvan zij denken: “Hé, dan doen wij ook…!”. Het is in die

optiek belangrijk dat nieuwe en trendy initiatieven uitgewerkt worden. Let uiteraard op dat ze

onze jongeren wel degelijk kunnen boeien. Bevraag hen eventueel alvorens een bepaald project

tot in de puntjes uit te werken. Via gerichte inspraak zullen zij zich alleen maar meer betrokken

voelen, wat uiteraard de medewerking verhoogt en de slaagkansen van projecten groter maakt.

Indien een school zelf naar buiten komt en de pers bereikt, heeft ze ook vaak zelf meer in de

hand welke indruk mensen opdoen van de school. Op dat moment laat men de indruk van

mensen in mindere mate afhangen van het leerlingenprofiel of van toevallige taferelen in de straat

waar de school gevestigd is. Het verbeteren van de uitstraling, die huidige leerlingen in het

straatbeeld weergeven, is werk voor interne marketinginitiatieven. Een positief intern

schoolklimaat laat de school stralen! Alweer een degelijk personeelsbeleid, gebaseerd op een

sterke visie die gedragen wordt door elk personeelslid, kan hiervoor zorgen.

I

2 Een pr-beleid voor scholen? Christophe Van Wambeke

Over de visie van scholen kan veel gezegd worden. Na het lezen van vele visieteksten, valt op dat

vaak dezelfde woorden terugkeren… Nagenoeg elke school heeft het tegenwoordig over ‘elk kind

is uniek’ of ‘oog voor individuele ontwikkeling’. Dergelijke woorden zijn pure ‘windowdressing’.

Allerminst onderscheiden scholen zich ermee van elkaar. Welke school is immers niet

leerlinggericht? Maar een visie, vertaald naar een actieplan voor één of meerdere schooljaren,

waarin elementen vervat zitten die een bepaalde school verschillend maakt van een andere, komt

veel sterker over en zal meer mensen nieuwsgierig maken dan bovengenoemde zinsneden. Het

komt er immers op aan om mogelijk toekomstige leerlingen en hun ouders te grijpen, niet?

Scholen durven zich veel te weinig radicaal

verschillend profileren van andere scholen. De

schoolfolder, met een overzicht van de

studierichtingen, of een studiefolder, die het

lessenpakket weergeeft, zijn u wellicht

vertrouwd, maar wat zegt dat eigenlijk? Voor

een eerste kennismaking met een school en/of

een studierichting, is die informatie eigenlijk

niet relevant omdat elke school van hogerhand

gebonden is aan officiële lessentabellen, te

raadplegen via het internet. Wat veel te weinig

gebeurt, is het benadrukken van de vrije ruimte

waarover elke school beschikt. Dat zijn het aantal uren per studierichting die een school zelf mag

invullen. Hierin kan ze zich gemakkelijk onderscheiden van andere scholen. Indien een school

bijvoorbeeld kan beschikken over moderne sportinfrastructuur, in samenwerking met een

plaatselijke sportvereniging, kan ze één of twee extra uren lichamelijke opvoeding inrichten. Dat

oogt wellicht mooi binnen het gezondheidsbeleid en zal een bepaald publiek aantrekken. Of

misschien een iets populairder voorbeeld: indien een enthousiaste leraar informatica of

multimedia wat extra ruimte krijgt om een degelijke cursus webdesign, fotobewerking of

videocliptechnieken in te richten, zal dit niet aan de aandacht van creatieve leerlingen en hun

ouders ontsnappen door doelgerichte reclamecampagnes. Uiteraard is het verstandig de manier

waarop de vrije ruimte wordt ingericht, te laten kaderen in het actieplan van de school, ontstaan

vanuit de breed gedragen visie, zoals hierboven al vermeld.

Een laatste trend, die onlosmakelijk verbonden is aan marketing, maar die de onderwijswereld

vaak angst inboezemt, is de toenemende drang om mensen te bevragen. Nochtans is die vorm

van informatie inwinnen essentieel om het beleidsvoerend vermogen van scholen te versterken.

In concurrentie met andere scholen is dit altijd nuttig. Momenteel waait de zelfevaluatie in vele

Vlaamse scholen… Dat is een goede zaak. Indien een school wil groeien, moet zij immers

kritisch zijn tegenover zichzelf in haar geheel, maar ook tegenover elk personeelslid. Men moet

pijnpunten durven blootleggen, wil men die bespreekbaar maken om op te lossen. Men moet

sterke punten accentueren, wil men het personeel aanmoedigen tot goede toekomstige praktijk.

In het teken van een vlotte(re) leerlingenwerving een hele uitdaging…

Christophe Van Wambeke

Leraar Koninklijk Technisch Atheneum ’t Spui - Lier

********************

Download scriptie (590.43 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2008