Het effect van babymassage op de hechting

Neanke
Van Antwerpen

In een onderzoek aan de universiteit van Gent werd dit jaar nagegaan of babymassage een invloed kan hebben op de hechtingsband die tussen moeder en kind ontstaat.

Voor dit onderzoek werd er gebruik gemaakt van een controlegroep en een massagegroep. In beide groepen werd eerst een hechtingsprofiel opgesteld aan de hand van de Strange Situation Test en de Maternal Responsiveness Test.

De Strange Situation Test bestaat er uit dat moeder en kind in een vreemde ruimte worden gebracht en dat vervolgens een vreemde binnenkomt. Er wordt nauwlettend geobserveerd hoe het kind reageert. Vervolgens worden nog enkele stappen doorlopen zoals het alleen laten van het kind bij de vreemde, het kind compleet alleen laten, het terugkeren van de moeder, …

De Maternal Responsiveness Test gaat na hoeveel positieve gedragingen; zoals lachen naar de ouder, het uitstrekken van de armpjes om opgenomen te worden, … de baby vertoond. Op basis van al deze observaties wordt dan een hechtingsprofiel opgesteld.

Kinderen kunnen veilig, gedesorganiseerd, vermijdend of angstig - ambivalent gehecht zijn. Veilig gehechte kinderen voelen zich goed bij aanwezigheid van de ouder en zijn minder gerust als de ouder afwezig is. Wanneer de ouder echter terugkeert, voelen ze zich direct terug veilig en ‘op hun gemak’. Gedragingen van veilige hechting worden meestal aanzien als het gezondste, meest gewenste gedragspatroon. Op de leeftijd van zes maanden tot drie jaar wordt de hechting voornamelijk gevormd en kunnen bepaalde handelingen en gedragingen van de ouders een belangrijke invloed uitoefenen. Het kind wordt heel gevoelig voor het gedrag en de intenties van de ouder.

Tijdens het onderzoek kregen de moeders uit de massagegroep babymassage aangeleerd. De moeders uit de controlegroep kregen niets aangeleerd. De baby’s uit de massagegroep werden gemiddeld drie keer per week gemasseerd door hun moeder, dit gedurende een periode van vier weken. Na deze periode werd er in beide groepen opnieuw een hechtingsprofiel samengesteld. De verwachting van het onderzoek was, dat wanneer baby’s herhaaldelijk gemasseerd worden, de hechting tussen moeder en kind verbetert. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat deze verwachting beaamd wordt en dat er daadwerkelijk een verband bestaat tussen het toepassen van babymassage en de hechting tussen moeder en kind. Baby’s die gemasseerd worden vertonen meer positieve respons naar hun moeder toe. Ze gaan meer lachen, hun armpjes uitstrekken om opgepakt te worden en maken meer oogcontact met hun moeder. Ook voor wat betreft het hechtingsprofiel werd er een positieve evolutie gevonden in de massagegroep. Het hechtingsprofiel verbeterde significant, wat opmerkelijk is voor zulk een korte periode. In de controlegroep werden geen verbeteringen gevonden voor wat betreft de hechting tussen moeder en kind.

Door een baby te masseren is er naast warmte en contact ook de geruststelling dat hij niet alleen is. Verder krijgt de baby zo een bevestiging van zijn eigen bestaan en eigenwaarde. De tastzin van een baby ligt in het grootste en meest gevoelige orgaan, namelijk zijn huid. Lichamelijk contact is daarom heel belangrijk voor de emotionele, lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van een baby.

Verder werd er gevonden dat meisjes gevoeliger zijn voor de positieve effecten van de babymassage op de hechting, dit in vergelijking met jongens van dezelfde leeftijd.

Download scriptie (1.03 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2006