Geldwolf in schaapskleren? De invloed van Clear Channel Entertainment op de Belgische concertmarkt.

Tom
Evens

Bijna-monopolie Clear Channel houdt prijzen concerttickets laag

 

Met het vallen van de bladeren gaan ook de festivalpodia weer een jaartje op zolder. En bij dat alles klinkt elk jaar weer de vraag of Clear Channel Entertainment (CCE) het aanbod niet al te sterk in handen heeft.  Toch hoeft de aanwezigheid van één dominante concertpromotor niet noodzakelijk nadelig te zijn voor de Belgische concertmarkt en festivalliefhebber.

 

Festivalolie

 

Toen de Amerikaanse concertgigant SFX (de vroegere naam van CCE) in maart 2001 de evenementenorganisaties rond Paul ‘Boogie Boy’ Ambach en Herman Schueremans opslorpte, schreeuwden critici moord en brand. Terwijl de promotor verwijten van monopolievorming en machtsmisbruik naar het hoofd geslingerd kreeg, trokken muziekliefhebbers hard van leer tegen de sterk gestegen ticketprijzen. CCE ís ongetwijfeld een sleutelspeler binnen de Belgische muziekindustrie en zijn invloed is niet gering. Het is de absolute marktleider op vlak van promoten en boeken van internationale artiesten en daarnaast nauw betrokken bij de organisatie van populaire zomerfestivals als Rock Werchter en Pukkelpop. Bovendien verzorgt CCE ook de boekingen van tal van Belgische rockartiesten als Ozark Henry, Millionaire, Arno en Soulwax. Maar een arrogante monopolist? Neen, dat is CCE niet.

 

De ongetwijfeld sterke marktpositie van CCE heeft evenwel niet verhinderd dat België een indrukwekkend aantal onafhankelijke boekingskantoren telt. Zo zijn er een dertigtal lokale agenten op de markt met Busker (Stash, Gabriel Rios), Keremos (Sioen, Absynthe Minded), Primo Piano (Daan, Hooverphonic) en Greenhouse Talent (Novastar, Admiral Freebee) als belangrijkste. Het is dus absoluut nog mogelijk om zonder de steun van CCE een evenement met binnenlandse, succesvolle én commerciële artiesten op poten te zetten. Wanneer deze concert- en festivalorganisatoren evenwel een publiekstrekker met internationale allure op hun affiche wensen, moeten ze meestal langs CCE passeren en zijn ze in die zin afhankelijk van het aanbod én de goodwill van de leverancier. CCE fungeert dus als peperdure olie voor het festivalcircuit dat in Vlaanderen meer dan ooit een fenomenaal aanbod kent. En hoewel de afhankelijkheid steeds groter dreigt te worden, vinden veel organisatoren deze dominantie niet verstikkend.

 

Blokkenvorming

 

Toch hoeft deze herverkaveling van de Belgische concertmarkt niet noodzakelijk negatieve gevolgen te hebben. Een overname was volgens Ambach en Schueremans nodig om de plaats van Vlaanderen op de wereldkaart van de rock ’n roll te consolideren. De internationalisering en commercialisering van de entertainmentindustrie vereisten immers schaalvergroting en kapitaalkrachtige concertpromotoren. Door een inflatie van de productiekosten en de soms waanzinnige financiële eisen van rotverwende artiesten was blokkenvorming onvermijdelijk. De commerciële druk op onafhankelijke promotoren werd te groot zodat het binnenloodsen van internationale topacts voor deze lokale organisaties onmogelijk bleek. België is met de komst van CCE definitief ingeschakeld in het globale concertcircuit en zowel organisatoren als consumenten draaien op voor de gevolgen. Organisatoren zijn in een globale opbodspiraal terechtgekomen terwijl de consument geconfronteerd wordt met steeds hogere ticketprijzen.

 

Deze concentratie en globalisering hoeven echter niet tot een verschraald aanbod te leiden. Wie de concertkalender al eens durft open te slaan, zal merken dat het concertaanbod in België nog nooit zo groot en kwaliteitsvol geweest is. De aanwezigheid van één kapitaalkrachtige concertpromotor in België is noodzakelijk om concurrentieel te blijven met andere landen en om buitenlandse groepen naar ons kleine landje te lokken. België mag dan wel een uitstekende reputatie als festivalland genieten, artiesten stellen steeds strengere financiële eisen die kleine promotoren onmogelijk kunnen ophoesten. Het voordeel van één sterke promotor is immers dat concurrenten elkaar niet kunnen neutraliseren en verstrikt raken in waanzinnige opbodspelletjes. Dat messcherpe concurrentie niet altijd tot een gezonde markt leidt, toont de situatie in de Verenigde Staten duidelijk aan. Verscheidene promotoren boden er zo hoog tegen elkaar op dat de ticketprijzen de lucht werden ingejaagd en het volk massaal wegbleef. CCE ligt dus niet aan de basis van de sterk gestegen ticketprijzen. Integendeel zelfs, de sterke concentratie op de Belgische markt heeft de stijging van de ticketprijzen enigszins tegengehouden. Maar het is niet uit te sluiten dat met de komst van buitenlandse promotoren als Drouot of AEG Live op onze markt de vraag- en ticketprijzen zullen toenemen.

 

Vlaanderen boven

 

Ook de groepen van eigen bodem zijn niet verzopen tussen al dat buitenlands muziekgeweld. Vlaamse artiesten zijn enorm gegeerd op de binnenlandse muziekpodia en bands als dEUS, Novastar en Soulwax scheren in het buitenland hoge toppen. Ook CCE heeft volop Vlaamse artiesten ondersteund. Niet alleen verzorgt het de boekingen van een aanzienlijk aantal Belgische groepen, ook de affiche van Rock Werchter kleurt elk jaar Vlaamser. Dit jaar stonden liefst vijftien binnenlandse groepen op het grote rockpodium, een bewijs dat de Belgische muziek volwassen is geworden en kwaliteitsvolle artiesten aflevert. De tijd dat The Scabs als enige Belgische band in Werchter mochten aantreden, ligt gelukkig al een tijdje achter de rug. Het verwijt dat Herman Schueremans alle goede groepen systematisch naar Rock Werchter afleidt, is trouwens larie: de betrokken artiesten willen niets liever. Rock Werchter behoort immers tot de beste muziekfestivals in de wereld en toppers kiezen bewust voor deze festivalklassieker. Niettemin CCE er eigen jonge groepen graag een extra duwtje in de rug geeft, heeft Werchter ook oog voor artiesten uit een andere stal. Bands van andere boekingsagenten vinden dus in ons uniek festivalaanbod zonder problemen hun plaatsje op de beste podia.

 

Toch heeft de komst van CCE niet echt een revolutie ontketend. Het is immers opmerkelijk dat de zaken die CCE vandaag worden aangewreven, dezelfde zijn als deze die Herman Schueremans vroeger werden verweten. De organisatoren die toen al aan de klaagmuur stonden, staan er vandaag nog steeds. Alleen lijkt het nu hipper dan ooit om een Amerikaans bedrijf op de korrel te nemen, zeker als dat concern er ook nog eens nauwe banden met president Bush op lijkt na te houden. De concertbusiness is een meedogenloos spel van vraag en aanbod geworden waarin de wet van de sterkste regeert. Door de commercialisering en globalisering van het concertgebeuren vallen kleine organisatoren uit de boot, draaien concertbezoeker op voor de duurdere tickets en schuiven deze hun frustraties door naar marktleider CCE. Een kritische houding op zak hebben is vooralsnog niet ongezond gebleken, ook al lijkt een worst case scenario in elk geval écht nog niet voor morgen…

Download scriptie (1.23 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005