De maatschappij vernieuwen door spullen te delen?

Margo
Larosse

Margo Larosse is sociaal-cultureel pedagoog en onderzocht hoe ons doen en denken verandert doorheen enkele ‘deeleconomische’ praktijken: de Leuvense Repair Cafés, geefpleinenen en weggeefwinkel.

Je voelt je machteloos bij het zien van de eerste klimaatvluchtelingen, maar tegelijkertijd lijkt het onoverkomelijk om maandelijks een nieuwe outfit te shoppen bij kledingketens die ecologische en sociale belangen opzijschuiven voor die extra euro winst? Je hebt ondertussen al geaccepteerd dat printers geprogrammeerd zijn om het na 2000 kopieën te begeven en je werpt zonder verpinken het kapotte exemplaar op de groeiende afvalberg, terwijl je jammerend in kranten leest hoe het einde van de beschikbare grondstoffen in zicht komt? Het is duidelijk: de logica van onze kapitalistische consumptiemaatschappij strookt niet met onze maatschappelijke bezorgdheden over milieu en sociale ongelijkheid. Maar als je nog niet van ‘deeleconomische praktijken’ gehoord hebt, heb je de laatste acht jaar waarschijnlijk in een cocon geleefd. Sinds 2008 zijn ze als paddenstoelen uit de grond gerezen: Repair Cafés, geefpleinen, weggeefwinkels en andere initiatieven waarin het mogelijk wordt om consumptiegoederen te hergebruiken door die spullen, of de diensten die erbij komen kijken, te ‘delen’. In het Repair Café kun je spullen gratis laten of komen herstellen. In de weggeefwinkel en op de geefpleinen krijgt iedereen de kans om spullen weg te geven of gratis mee te nemen. Het zijn kleinschalige initiatieven die zich verzetten tegen een kapitalistische maatschappij, want onze samenleving is aan vernieuwing toe, en wel nu! Kunnen die deeleconomische praktijken de weg effenen naar een ‘betere’ samenleving? En hoe doen ze dat?

Concrete deeleconomische initiatieven, zoals de Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel zijn kleinschalige alternatieve die binnen de heersende consumptie-logica een kwetsbare positie lijken in te nemen: hun ‘deeleconomische logica’ lijkt nog niet sterk genoeg om komaf te maken met bijvoorbeeld ‘graaiers’ – die enkel uit winstbejag zoveel mogelijk meenemen – of met ‘efficiëntie-eisers’ – die enkel uitzijn op een ‘gratis hersteldienst’. En toch: in de scriptie ‘de pedagogie van het anders omgaan met spullen in het Repair Café, het geefplein en de weggeefwinkel’ wordt aangetoond dat die fragiliteit net de kracht is van de praktijken. Doordat niet een krachtig ‘deeleconomische verhaal’, maar wel de zorg voor het voortbestaan van de spullen er centraal staat, zijn de praktijken een bron van radicale vernieuwing van de samenleving.

‘De deeleconomie’ is voor velen het politieke antwoord op concrete maatschappelijke problemen. Er wordt geredeneerd dat deeleconomische praktijkenkunnen bijdragen aan een meer duurzame samenleving door een ‘deeleconomisch’ antwoord te bieden op de huidige uitdagingen van een verwoestende kapitalistische markt, van verspilling, enzovoort. Ook de initiatiefnemers van de Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel zijn sociaal-activisten die zich engageren in de hoop een oplossing te bieden voor bepaalde maatschappelijke tekortkomingen. Zo wil Jan Roeckx met zijn weggeefwinkel het asociale karakter van de Leuvense binnenstad doorbreken en een ‘verbonden dorpsgemeenschap’ creëren; zo ziet initiatiefneemster van de Repair Cafés en geefpleinen in Leuven, Magda Peeters die praktijken als een baken van solidariteit, een bewustmaker voor een meer ecologisch verantwoorde manier van leven en op die manier als de voedingsbodem voor een ‘actieve burgersamenleving’.

Deze visie veronderstelt dat de betrokkenen in deeleconomische praktijken veranderen doordat ze zich een deeleconomisch waardepatroon eigen maken. Het gaat om het aanleren van, of het gezamenlijk zoeken naar een ‘juiste’ manier van omgaan met spullen en met elkaar. Met andere woorden: de concrete deeleconomische praktijken dienen om te komen tot een gemeenschappelijk deeleconomisch verhaal, dat de basis moet vormen voor ons denken en handelen.

Maar – ten eerste – is zo een gemeenschappelijk verhaal wel mogelijk in onze huidige snel veranderende en superdiverse samenleving? Moeten we net niet leren omgaan met de onoverkomelijke pluraliteit van een steeds sneller veranderende samenleving? En – ten tweede – heeft niet iedereen het recht om een bijdrage te leveren aan wat een ‘betere’ toekomst precies inhoudt, ook diegenen die zich niet in het deeleconomische verhaal kunnen vinden? Sluit een gemeenschappelijk deeleconomisch verhaal echte vernieuwing niet uit, doordat het een onderscheid maakt tussen zij-die-de-juiste-manier-van-delen-kennen en zij-die-de-juiste-manier-van-delen-niet-kennen? Maakt een hermetisch afgesloten deeleconomisch verhaal zijn eigen kritische potentieel daardoor niet monddood? En is het dus wel wenselijk als basis voor een ‘betere’ toekomst?

Het zijn retorische vragen, die doen inzien dat een ‘deeleconomisch verhaal’ haar limieten heeft als het gaat over het mogelijk maken van maatschappelijke vernieuwing. Maar in Margo Larosse’s onderzoek wordt duidelijk dat het Repair Café, het geefplein en de weggeefwinkel geen hermetisch afgesloten verhalen zijn. Het zijn reële praktijken waarin mensen om veel verschillende redenen samenkomen. Want Jan en Magda hebben naast hun activistisch engagement, een nog veel sterkere intentie om – met vallen en opstaan – de praktijken open te houden voor de gehele Leuvense diversiteit. De een komt uit ecologische overtuiging of spirituele onthechting, de ander ziet het meer als een vorm van liefdadigheid. De verschillende ‘deel-logica’s’ die mensen binnenbrengen doorbreken elkaar tijdens het herstel of doorgeef-proces. Hoe het ‘delen’ dan moet gebeuren en hoe we ons daarbij moeten verhouden tot onze spullen en tot elkaar is dan maar de vraag. Een vraag die we enkel kunnen oplossen door te zoeken naar een gezamenlijke manier van zorgen voor het voortbestaan van de spullen. Op dit moment is niet een bepaald ‘deeleconomisch’, ‘kapitalistisch’ of ‘persoonlijk verhaal’ het vertrekpunt voor ons denken en handelen. Op dit moment veranderen de deeleconomische praktijken ons op een zeer bijzondere manier: niet door ons een overtuiging bij te willen brengen, maar wel door ons een ervaring te geven, die inbreekt op onze maatschappelijke routines en ons in de positie zet om hier en nu opnieuw te beginnen.

Om de vernieuwingskracht van de praktijken naar waarde te schatten, moeten we ze dus niet begrijpen als ‘deeleconomisch verhaal’, maar wel als een proces dat mensen in staat stelt om boven hun eigen verhalen uit te stijgen naar nieuwe verhalen. Het ontstaan van een radicaal nieuw politiek verhaal is slechts een bijproduct van zo een educatieve ervaring en niet omgekeerd. Of de Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel maatschappelijk transformatief zullen zijn en in welke richting die transformatie zal gaan, weten we niet. Maar we weten wel dat de praktijken een enorm educatief potentieel hebben.

Download scriptie (1.13 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
prof. dr Joke Vandenabeele