"Video killed the radio star", of toch niet helemaal?

Eline
Van der Jonckheyd

"Video killed the radio star", of toch niet helemaal?

Eline Van der Jonckheyd

Een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden, maar wat als je met woorden een beeld kan oproepen? Is het soms niet leuker om je verbeelding te laten spreken? Is dat niet spannender? Zoals bij het luisterspel, dat vooral populair was vóór de komst van televisie. Maar wacht, op televisie bestaat er nu zoiets als audiodescriptie. Lijkt dat dan niet op een luisterspel?

In mijn scriptie When accessibility becomes storytelling: from audio description to audio drama onderzocht ik de relatie tussen luisterspelen en audiodescriptie, waarbij beelden beschreven worden in woorden. Ik stelde me de vraag of een audiodescriptie kan worden gebruikt als luisterspel. Door een audiodescriptie een tweede leven te geven als luisterspel stijgt haar economische waarde. Dit resulteert in meer investeringen in de techniek, waardoor dan weer meer en betere audiodescripties worden gemaakt.

 

Het luisterspel komt terug

Het luisterspel, dat traditioneel werd uitgezonden op de radio, wint terug aan populariteit. De tijd waarin mensen op dagelijkse of wekelijkse basis met de hele familie voor de radio verzamelden om naar hun favoriete radiosoap of auditieve film te luisteren, is voorbij. En hij komt wellicht nooit meer terug. Toch kunnen we spreken van de ‘revival’ van het luisterspel, weliswaar aangepast aan de moderne tijd.

Ons leven gaat nu veel sneller dan pakweg vijftig jaar geleden. We doen heel wat dingen tegelijkertijd en zijn continu druk bezig. Toch willen we ook ontspannen. Dus, zo denkt ‘de moderne mens’, waarom de twee niet combineren? Als je dan toch de was moet doen of voor lange tijd de baan op moet, kan je ondertussen evengoed naar een verhaal luisteren. En een extra voordeel: de moderne technologie laat je toe het verhaal eender wanneer te pauzeren en te hervatten.

 

Audiodescriptie zit in de lift

Audiodescriptie is een relatief jonge techniek waarbij beelden beschreven worden in woorden. In vele gevallen gaat dit over de beelden bij een film, (kunst)tentoonstelling, televisieprogramma, muziek- of dansvoorstelling, rondleiding, of bij een andere kunstvorm. Maar ook dienstverlening kan van audiodescriptie voorzien worden. Denk maar aan een ‘sprekende’ betaalautomaat.

Audiodescriptie werd oorspronkelijk in het leven geroepen om het dagelijkse leven van blinden en slechtzienden makkelijker te maken, en om ook hen toegang te verlenen tot kunst en cultuur. Ondertussen is het echter duidelijk dat de reële doelgroep heel wat breder is. En dit brengt een groter aanbod met zich mee.

De groei van de techniek is vooral te merken op het vlak van films en televisieprogramma’s. Deze soort audiodescriptie is het meest gekend bij het grote publiek en krijgt in Vlaanderen de laatste jaren ook beleidsmatig behoorlijk wat aandacht. Er zijn quota voor televisiezenders betreffende het aantal series met audiodescriptie en alle films die gesteund worden door het Vlaams Audiovisueel Fonds moeten sinds april 2016 ook met audiodescriptie beschikbaar zijn.

 

Op subsidies overleef je, van winst groei je

De subsidies die overheden geven zorgen er op dit moment voor dat blinden en slechtzienden één Vlaamse soap per televisieseizoen kunnen volgen. Dat is meer dan vroeger, maar het blijft beperkt. Op vlak van Vlaamse films scoren we wat hoger, maar het aanbod kan nog worden uitgebreid.

Hoe kan je nu meer aanbod creëren? Door nog meer aan de mouw van de overheid te trekken? Door hen te overtuigen dat er meer subsidies nodig zijn? Of is er misschien een andere manier? Kan audiodescriptie voor haar eigen succes zorgen? Wat als we audiodescriptie op de markt gooien als een verkoopbaar product, zoals een cd of podcast?

 

Audiodescriptie als luisterspel

Het verkoopbaar product dat het dichtst bij audiodescriptie ligt, is het luisterspel. Dat probeerde ik te bewijzen in mijn scriptie. Eerst ging ik op theoretisch vlak op zoek naar de gelijkenissen en verschillen tussen het luisterspel en audiodescriptie. Ondanks de onvermijdelijke vertelstem bij audiodescriptie, bleek uit deze literatuurstudie dat de richtlijnen voor het schrijven van een luisterspel en voor audiodescriptie heel erg gelijk lopen.

 

De Who done it

In een tweede fase van mijn onderzoek deed ik een case studie naar het Who done it-genre. Meer specifiek koos ik ervoor om de audiodescriptie bij het laatste seizoen van de Vlaamse politiereeks Witse te vergelijken met de radiosoap Dams en Van Deun. De vergelijking werd vergemakkelijkt omdat beide series over hetzelfde politiekorps gaan.

Uit de case study bleek dat de audiodescriptie van een Who done it ook in de praktijk maar minimaal moet worden aangepast voor gebruik als luisterspel. Verder onderzoek zal uitwijzen of dit resultaat kan worden doorgetrokken naar andere genres.

 

Veelbelovende vooruitzichten

Deze resultaten tonen dat het marktpotentieel van audiodescriptie erg groot is. Ik heb aangetoond dat het op narratief vlak mogelijk is om van een audiodescriptie een luisterspel te maken. Aanvullende studies kunnen handig zijn om na te gaan of dit ook op vlak van productie en marketing haalbaar is.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Dr. Aline Remael