Kan India de status van grootmacht behalen?

Jérémie
Degrave

Is de huidige wereldorde unipolair met de Verenigde Staten als hegemoon? Of is ze teruggekeerd naar de bipolariteit met de Verenigde Staten en de restanten van de Sovjet-Unie, met als corpus de Russische federatie? Heeft de Volksrepubliek China de fakkel van de Sovjet-Unie intussen overgenomen? Of is men reeds naar de multipolariteit teruggekeerd met polen als de Verenigde Staten, Rusland, China en de Europese Unie? Dit hangt steeds af van de definitie van grootmacht.

De vraag die in dit onderzoek gepoogd zal worden te beantwoorden is of bovenstaande lijst aangevuld mag worden met één extra staat: India.

Het onderzoek focust op India als opkomende grootmacht en regionale grootmacht. Het economische verleden van het subcontinent zal in dit onderzoek naast de geschiedenis van China geplaatst worden om een beeld te geven van wat het land nog in te halen heeft. India wordt ook vergeleken met Brazilië, in dit geval om te zien wat er vermeden kan worden.

Er zijn intussen rekken vol geschreven over het Aziatische subcontinent en diens gooi naar de status van grootmacht. Toch ontbreekt er een brandend actueel vergelijkingsluik dat gericht is op wat er anno 2015 gebeurt tussen India en haar invloedssfeer, hoe deze in twijfel wordt getrokken door China en hoe het dit dreiging opneemt. De actualiteit is in dit onderzoek nadrukkelijk aanwezig en vormt een handig instrument om de hoog oplopende spanningen in het zuiden van Azië te begrijpen.

India komt vandaag regelmatig in het nieuws als voorbeeld van een toenemende demografie (1,295 miljard in 2014) en diens groeiprognose (1,5% in 2014). (Wereldbank, 2016) Dat vertaalt zich maar al te snel in de uitspraak: “India is the next superpower”. Dit onderzoek wil deze uitspraak niet alleen ontleden, om elk fenomeen van de gehanteerde definitie van een grootmacht te doorgronden, het wil de uitspraak ook (al dan niet bevestigend) staven met cijfermateriaal en gebeurtenissen, heet van de naald.

In de eerste twee delen van het onderzoek worden de landen onderworpen aan een cijfermatige analyse van hun “hard power”. De economische en militaire macht worden uiteengerafeld om de volledigheid van deze machtsvormen te analyseren en te vergelijken. Bij elk begin van een subhoofdstuk wordt een theoretische duiding gegeven.

In het eerste segment zal aandacht besteed worden aan het bruto binnenlands product, de begrotingsbalans, het aandeel in de internationale handel, de industrie en productie alsook de verkoopcijfers, de directe buitenlandse investeringen, de arbeidsstatstieken (werkloosheid en terwerkstellingssectoren) en de internationale reserves. Deze aspecten worden voor ieder land doorgelicht en constant met elkaar vergeleken.

In het tweede luik wordt aandacht besteed aan het defensiebudget, de mankracht en het materiaal per component, de militaire infrastrucuur, het onderzoek en de ontwikkeling, de voorraad en ondersteuning en de massavernietegingswapens, waarbij er per land een synthese wordt gemaakt om deze met elkaar te kunnen vergelijken.

Binnen de term “soft power”, een begrip dat zijn oorsprong vond bij Joseph S. Nye, onderscheidt het onderzoek twee vormen van macht: institutionele en politieke macht. Bij de institutionele macht wordt aandacht besteed aan de internationale instituties waar de landen lid van zijn. Natuurlijk worden niet alle lidmaatschappen aangesneden maar wordt een beperkte selectie gemaakt. De lijst bestaat uit: de Verenigde Naties, de Wereldbank, het IMF, de Nieuwe Ontwikkelingsbank en de Wereldhandelsorganisatie.

Bij het onderzoeken van de politieke macht, zal de aandacht gevestigd worden op drie aspecten. Vooreerst de cultuur van het land en hoe het deze naar buiten brengt en propageert. Ten tweede hoe de politieke waarden van het land naar voren worden geschoven als de betere vorm om aan politiek te doen en tenslotte het daarmee gepaard gaande buitenlands beleid. (Dat laatste aspect komt vooral aan bod in aandachtspunt 3.2).

Na een eerste onderzoek in 2014-15 naar India’s potentieel om de status van grootmacht te behalen, is gebleken dat naast de vier vormen van macht, ook nog tal van cruciale aspecten bestaan waar het land hoogdringend aan moet werken. Deze aandachtspunten zijn heel numeriek maar ook hier wordt besloten om een selectie te maken om het geheel onderzoekbaar te houden.

Het onderzoek van deze aandachtspunten verloopt gelijkaardig met bovenstaande manier van onderzoeken. Er wordt eerst een korte uitleg gegeven over de belangrijkheid van dit aandachtspunt. Vervolgens worden de ondernomen stappen om het probleem te verhelpen aangehaald en de gevolgen en resultaten. Vergelijking wordt mogelijk gemaakt door korte syntheses vanuit de actualiteit, omtrent China en Brazilië (al ligt de nadruk hier op India). Dit zijn natuurlijk maar momentweergaves, maar de gevolgen zijn door pure logica wel in te zien.

De demografische ontwikkelingen met aandacht voor de gelijkheid en corruptie worden in de eerste plaats besproken. Dit wordt gevolgd door het buitenlands beleid en krijgt zo een geopolitieke tint. De afsluiter is voorbehouden voor infrastructuur en millieuproblematiek, met aandacht voor hernieuwbare energiebronnen.

Men gaat er veelal van uit dat India reeds een regionale grootmacht is. In de literatuur benadrukt men wel dat het steeds meer zal moeten opboksen tegen China, als grootste uitdager in de regio. Met het vergelijkingsaspect als rode draad (India versus Brazilië en China), zal men kunnen achterhalen hoe sterk India ervoor staat. Hiervoor maakt het onderzoek gebruik van de alledaagse informatiekanalen (in verschillende talen), boeken, audiovisuele bronnen en vooral verschillende databases van internationale organisaties zoals het Internationale Monetaire Fonds (IMF), de Wereldbank (WB), de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI), de Pew Research Center (PEW), het Institute for Defence Studies and Analysis (IDSA) en andere.

Via deze brede aanpak, creëert het onderzoek een totaalbeeld van een ontwikkelingsland, dat het niet noodzakelijk hoeft te zijn. De persoonlijke bevindingen zitten doorgaans verwerkt in het onderzoek en worden geaccentueerd in de conclusie: Wat ligt er voor India in het verschiet?

Download scriptie (2.67 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Sven Biscop