Natuurlijk bevallen in het ziekenhuis - de rol van de vroedvrouw

Nele
Schelstraete

Natuurlijk bevallen lijkt vandaag de dag een hot item te zijn door de steeds stijgende medicalisering van het geboorteproces. De cijfers van het SPE liegen er dan ook niet om want in 2008 beviel slechts 6% van de eerstbarenden zonder inleiding, epidurale verdoving, knip, kunstverlossing of keizersnede (SPE, 2009). Het beroepsprofiel van de vroedvrouw benadrukt echter op verschillende manieren één van haar belangrijkste taken: ‘de vroedvrouw als bewaker van de fysiologie’ (NRVR, 2006). Het lijkt dus belangrijk te zijn om antwoorden te vinden op de volgende vraag: wat kan de vroedvrouw doen in het ziekenhuis om de kansen tot een natuurlijke bevalling te optimaliseren?

De fysiologie is de sleutel tot een succesvolle natuurlijke bevalling. Dit kan men besluiten wanneer men verschillende fysiologische verloskundige processen bestudeert, zoals de ingenieuze werking van het hormoonstelsel (Bogaerts, Geerdens & Gooris, 2009; Buckley, 2004), de baarmoedertransformatie (Bruinse & Reuwer, 2002) en het baringsmechanisme (Bogaerts et al., 2009). De fysiologie lijkt in de dagdagelijkse praktijk echter soms te worden vergeten, daar de SPE-cijfers aantonen dat de natuurlijke bevalling in Vlaanderen een zeldzaamheid is geworden en medische interventies courant worden toegepast. Zo werd bij 32,8% van de vrouwen hun arbeid ingeleid, kreeg 67,7% van de vrouwen epidurale verdoving, werd bij 54,0% van de vrouwen een knip geplaatst, eindigde 10,3% van de bevallingen in een instrumentele verlossing en werden 19,4% van de kinderen geboren met behulp van een keizersnede (SPE, 2011).

Mogelijkheden in de zich steeds ontwikkelende medische technologie hebben de laatste decennia geleid tot een stijging van verloskundige interventies. Er kan echter worden aangetoond dat elk van vooraf genoemde medische interventies een vorm van ingrijpen is in het natuurlijke proces welke gepaard gaat met een risico op complicaties bij moeder en kind, wat dus zou moeten vermeden worden wanneer hiertoe geen medische indicatie aanwezig is (Buckley, 2004: NICE, 2004; NVOG, 2005; Walsh, 2007).

Met de kennis van het belang van de fysiologie enerzijds en de stijgende medicalisering in de Vlaamse verloskamers anderzijds, is het uitermate interessant om stil te staan bij de rol van de vroedvrouw. Uit haar beroepsprofiel lijkt het dan ook haar taak te zijn de fysiologie te beschermen (NRVR, 2006). Literatuurstudie toont aan dat de vroedvrouw over verschillende mogelijkheden beschikt om deze belangrijke taak in de praktijk te realiseren, of op zijn minst te optimaliseren. Zo kan men de natuurlijke bevalling meer kansen geven als men rekening houdt met optimale omgevingsfactoren, zoals het dimmen van licht en geluid (Buckley, 2004; Laureys, 2011; van Tuyl & Zwart, 2004). Ook speelt de pijnbenadering een grote rol. Zo kan je als vroedvrouw helpen om te werken met de baringspijn in plaats van de pijn te bestrijden (Leap en Anderson, 2008). Verdere factoren die een grote bijdrage kunnen leveren aan het creëren van optimale kansen voor het fysiologisch geboorteproces, zijn  het aanbieden van continue begeleiding (Carolan & Hodnett, 2007), het rekening houden met houding en beweging (Walsh, 2007; Romano & Lothian, 2008),…

Uit wetenschappelijke literatuur kan men veel wijsheden halen, maar hoe kan men beter een antwoord bekomen op een praktijkgerichte vraag dan door de Vlaamse vroedvrouw zelf aan het woord te laten. Daarom werd via een vragenlijst een antwoord gezocht op verschillende relevante vragen. De vragenlijst werd uitgedeeld in de vier Gentse ziekenhuizen en in totaal werden 46 ingevulde vragenlijsten opgehaald en verwerkt.

In eerste instantie werd aan de hand van stellingen gepolst naar de visie van de vroedvrouw op natuurlijk bevallen. Hieruit bleek dat 90% van de deelgenomen vroedvrouwen een positieve visie heeft op natuurlijk bevallen en zich kan vinden in uitspraken zoals ‘Als vroedvrouw ben ik de bewaker van de fysiologie. Ik zal er dan ook alles aan doen om de fysiologie tijdens arbeid en bevalling te bewaken en promoten.’ De vroedvrouwen gaven aan deze taak het best te kunnen vervullen door het koppel correct en volledig te informeren, niet-farmacologische pijnstilling aan te bieden en te streven naar one-to-one en continue begeleiding. Tenslotte werd het lage percentage natuurlijke bevallingen in de Vlaamse ziekenhuizen verklaard door de hedendaagse attitude in verband met pijn en door de organisatie van de verloskundige zorg in Vlaanderen.

Aan de vroedvrouwen werd ook gevraagd om suggesties te geven om deze oorzakelijke factoren te verbeteren, waardoor opnieuw werd gepolst naar de relevante vraag hoe de vroedvrouw denkt de natuurlijke bevalling in het ziekenhuis te optimaliseren. Als suggestie voor het veranderen van de hedendaagse attitude in verband met pijn werd frequent aangehaald dat het koppel informeren heel belangrijk is, door bijvoorbeeld informatie te geven over het fysiologisch geboorteproces, medische interventies met hun voor- en nadelen, en mogelijkheden om met pijn om te gaan. Hieruit kan worden besloten dat de deelnemende vroedvrouwen een groot belang hechten aan hun taak om informatie te geven, en het geloof dat men hiermee de natuurlijke bevalling meer kansen kan geven.

Over de factor organisatie van de verloskundige zorg in Vlaanderen werden verschillende suggesties ter verandering gegeven, waarbij er voornamelijk werd gereflecteerd op het beleid van de arts. Verschillende vroedvrouwen gaven aan dat hun beleid soms kan worden omschreven als technisch, niet fysiologisch, haastig door een te grote tijdsdruk en weinig geduldig. Vroedvrouwen die hierover kritisch reflecteerden, deden verschillende keren het voorstel om de fysiologische arbeid en bevalling te laten begeleiden door de vroedvrouw en pas bij pathologie door te verwijzen naar de arts.

Deze bachelorproef heeft kunnen omschrijven wat een natuurlijke bevalling inhoudt, waarom de fysiologie binnen het geboorteproces van uiterst groot belang is, hoe de medicalisering invloed kan hebben op de fysiologie en wat de vroedvrouw kan doen om de kansen tot een natuurlijke bevalling in het ziekenhuis te optimaliseren. Maar hiermee is dit onderwerp zeker niet afgesloten. Het concept natuurlijk bevallen zal zowel in theorie als in praktijk blijven leven waardoor verder onderzoek, bedenkingen en ontwikkeling van dit concept nodig is. Mijn hoop is dan ook dat deze bachelorproef de vroedvrouw zal aanzetten om de natuurlijke bevalling in het ziekenhuis optimale kansen te geven en hiermee één van haar belangrijkste taken te vervullen: de vroedvrouw als bewaker van de fysiologie.

Download scriptie (2.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2012
Promotor(en)
Mw. Deroo Francine, Mw. Van der Jeught Lisa
Thema('s)