Motorways of the Sea, opportuniteiten naar duurzaam Europees goederenvervoer

Stijn
Van Hoof

Motorways of the Sea, opportuniteiten naar duurzaam Europees goederenvervoer



De wereldeconomie groeit de laatste decennia sterker dan ooit tevoren. Hoewel de

economische groei in Europa minder groot is dan in Azië, neemt het aantal te transporteren

goederen ook hier toe. Iedereen verlangt immers een steeds uitgebreider productengamma in

de winkels. Bovendien verkleinen steeds meer bedrijven hun voorraden in het licht van Just In

Time (JIT) productie en bestellen dus kleinere hoeveelheden. Deze kleinere hoeveelheden

moeten op tijd geleverd worden opdat het productieproces niet stil zou vallen wegens een

gebrek aan grondstoffen.

Al deze goederen worden vaak met de vrachtwagen geleverd, een goedkope en efficiënte

transportmanier. Of de vrachtwagen ook in de toekomst een gemakkelijke en goedkope

oplossing zal blijven, is maar de vraag. Specialisten verwachten dat het goederenverkeer in de

Europese Unie zal toenemen met 70% tegen 2020 en in de nieuwe EU-lidstaten zelfs met 95%

in vergelijking met het jaar 2001.

De bestaande transportinfrastructuur zal deze toename niet kunnen absorberen en op de

autosnelwegen zal dit onvermijdelijk voor grote problemen zorgen. Daarom besloot de

Europese Commissie in 2001 een alternatief en flexibeler transportsysteem uit te bouwen om

bestaande bottlenecks te vermijden. Door verschillende transportmodi te combineren, kunnen

goederen op een intermodale manier getransporteerd worden wat zal leiden tot een beter

gebruik van de bestaande infrastructuur en dit tegen lagere maatschappelijke kosten.

De Europese Commissie zag snel in dat ook transport over zee deel moest uitmaken van het

nieuwe Europese transportsysteem. Daartoe lanceerde ze het concept ‘Motorways of the Sea’:

een nieuwe benaming die toegewezen wordt aan belangrijke scheepvaartverbindingen tussen

EU-lidstaten. Concreet behelst een Motorway of the Sea een dagelijkse scheepsverbinding

tussen twee of meerdere zeehavens van categorie A in verschillende EU-lidstaten. Deze

verbinding moet een onderdeel zijn van een deur-tot-deur intermodale logistieke keten.

De Europese Commissie heeft Europa in vier regio’s verdeeld waarbinnen Motorways of the

Sea opgericht kunnen worden: de Baltische Zee, langsheen West-Europa, in Zuidoost-Europa

en Zuidwest-Europa. De bedoeling is om de Motorways of the Sea in de toekomst ook uit te

breiden naar buurlanden van de Europese Unie.

Twee Belgische zeehavens gaan proactief op zoek naar partners voor een deelname aan een

project voor Motorways of the Sea. Oostende werkt met vier andere havens volop aan een

projectvoorstel en hoopt dit voorstel spoedig te kunnen indienen. In Zeebrugge staat men al

een stap verder: zij werden in 2005 door de Europese Commissie geselecteerd voor

subsidiëring.

Dat de Belgische havens maar al te graag willen meewerken aan Motorways of the Sea hoeft

niet te verbazen want Motorways of the Sea heeft enorme opportuniteiten. Voor de havens

zijn naambekendheid, extra lading en de verdere economische ontwikkeling van de

havenregio belangrijk. Meer algemeen vinden we opportuniteiten in een beperking van het

wegtransport en een geoptimaliseerd intermodaal transport. Omdat er dankzij Motorways of

the Sea meer containers en trailers langs het water zullen vervoerd worden, zal men niet

alleen het fileprobleem kunnen beheersen maar zal ook de uitstoot van schadelijke

broeikasgassen afnemen. Motorways of the Sea kan er op die manier mee voor zorgen dat de

Kyoto-normen gehaald kunnen worden.

Naast deze opportuniteiten bestaan er ook heel wat belemmeringen die een optimale

implementatie van Motorways of the Sea in de weg staan. De Europese Commissie is zich

daar deels van bewust en ontwierp een lijst met bottlenecks voor Short Sea Shipping. Net

zoals bij Short Sea Shipping wordt ook bij Motorways of the Sea het grootste probleem

gevormd door administratieve procedures. Niet alleen is het aantal documenten zeer

uitgebreid, ook legt men onterecht veel striktere regels op aan schepen dan aan vrachtwagens.

Bovendien worden de opgestelde regels vaak niet nageleefd door douane- en

havenautoriteiten en hanteren zij hun eigen regels.

Motorways of the Sea kent naast de bottlenecks voor Short Sea Shipping die de Europese

Commissie aanhaalt, nog een aantal andere knelpunten. Vele rederijen menen dat het

belangrijkste nadeel van Motorways of the Sea is dat het risico op concurrentievervalsing

onderschat wordt door de Europese Commissie. Er bestaan immers al zeer veel verbindingen

en eender welke Motorway of the Sea zal volgens hen schade toebrengen aan een of meerdere

reeds bestaande verbindingen.

De uitbreiding van de Europese Unie naar Oost-Europa heeft bovendien gezorgd voor een

ander probleem, namelijk een overaanbod aan goedkope Oost-Europese chauffeurs. Omdat

wegvervoer hierdoor alweer goedkoper wordt, is de oneerlijke concurrentie die reeds bestond

in het goederenverkeer nog toegenomen.

Uit mijn interviews werd duidelijk dat vele bedrijven die interesse tonen om een Motorway of

the Sea project op te starten, niet goed weten hoe ze aan een dergelijk voorstel moeten

beginnen. Daarom heb ik een stappenplan opgesteld dat geïnteresseerde actoren een richtlijn

kan geven voor de uitwerking van een voorstel. Het stappenplan bestaat uit 14 stappen en kan

zowel door rederijen als havenbedrijven gebruikt worden.

Uit de daarbij aansluitende kostenanalyse, waarin de kosten van wegvervoer en Motorways of

the Sea worden vergeleken, blijkt dat vooral de bezettingsgraad van de schepen van groot

belang is. Wanneer de bezettingsgraad niet voldoende groot is, zal het voordeliger zijn om

vrachtwagens in te zetten in plaats van schepen. Omdat vele verladers een nogal afwachtende

houding aannemen tegenover elke vernieuwing zal de bezettingsgraad van de schepen in de

opstartfase vermoedelijk te laag zijn om een break-even situatie te creëren. Het is dus erg

belangrijk dat de Europese Commissie de eerste jaren voldoende subsidies voorziet voor de

rederijen.

Motorways of the Sea biedt dus ontzettend veel potentieel voor de ontwikkeling van

duurzamer goederentransport binnen Europa. Men mag echter niet vergeten dat er nog heel

wat kan en moet verbeterd worden vooraleer deze zeesnelwegen optimaal zullen kunnen

opereren.



Bron:

Van Hoof, S. (2006). Motorways of the Sea, opportuniteiten naar duurzaam Europees goederenvervoer,

Antwerpen, 112 blzn.

Download scriptie (2.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2006