Moslims in Vlaanderen over disability en "zorg"

Karima
El Boujaddayni

Hoe kijken moslims in Vlaanderen naar een handicap?

Waarom moet een doof kind het gehoorapparaat uitdoen als er familiebezoek is? Waarom mag een meisje haar kousenbroek nooit uitdoen in het dagcentrum? Waarom is de opkomst van moslimouders op oudercontacten zo laag in het buitengewoon onderwijs? Hebben allochtone gezinnen een ‘andere’ aanpak nodig? Het zijn slechts enkele van de vele vragen die gesteld worden in het onderwijs en in de zorgsector.

In de praktijk kunnen moslims positief, maar ook negatief tegenover een handicap staan. De gezinnen die een handicap op positieve wijze aanvaarden, focussen vooral op het idee dat Allah (God) weet wat het beste voor hen is. Deze gezinnen voelen de verantwoordelijkheid om de wil van God te aanvaarden, omdat ze ervan overtuigd zijn dat Hij de mens geen problemen geeft die hij niet aankan. “Niet belast God een ziel dan naar de ruimte van haar vermogen”, lezen we in de Koran . In deze gezinnen wordt een kind met een handicap eerder gezien als een gewoon kind dan als een verschillend kind, waar ouders erg veel van houden en trots op kunnen zijn. De persoon met een handicap vormt een gewaardeerd lid van de familie. Er zijn echter ook moslimgezinnen die een negatieve attitude aannemen tegenover personen met een handicap. De negatieve impact op de familie wordt dan centraal gesteld en de handicap wordt voornamelijk gelinkt met emotionele, financiële en vooral sociale last. Het krijgen van een kind met een handicap wordt binnen deze gezinnen als een familietragedie ervaren. Het is iets waar ouders zich vaak voor zullen schamen en het is een situatie waarvoor andere mensen medelijden tonen.

Doorverwijzingen naar het buitengewoon onderwijs

Soms begrijpen leerkrachten niet goed waarom (moslim)ouders zoveel weerstand bieden als hun kind naar het buitengewoon onderwijs wordt doorverwezen. Omgekeerd echter, begrijpen ouders ook niet altijd waarom hun kind niet op een “gewone” school mag blijven. Begrijpen de ouders wel wat dat betekent, autisme en dyslexie? Verstandelijke beperking of ADHD? “Je ziet het nut van dat bijzonder onderwijs niet in dan”, zegt de mama van Hayat, een meisje met leerstoornissen.“Als je dat niet weet? Weten van in een kleinere groep kunnen kinderen zich beter ontplooien, gaat er op maat gewerkt kunnen worden,… Ik zou enkel zien aah racisten, alleen allochtonen, die moeten allemaal naar het Buitengewoon onderwijs? Het puilt er uit van de allochtonen.” Psychologe Sultan Balli merkt ook op dat ontwikkelingsstoornissen meestal niet gekend zijn in de moslimgemeenschap. “Alles wat te maken heeft met ontwikkelingsstoornissen en gelinkt is aan onderwijs, daar staan ze heel erg twijfelachtig over omdat er heel weinig vertrouwen is in CLB-medewerkers en leerkrachten. Dat maakt dus dat deze gezinnen denken:wat weten zij daar van? Weeral zoiets om ons kinderen achteraan te steken. Ze zijn racistisch, ze moeten ons niet,…” Toch zijn het niet enkel ouders, maar ook leerkrachten die vragen stellen bij de doorverwijzingen. Juf Hanane geeft les in het lager buitengewoon onderwijs. Veel van haar islamitische leerlingen zaten in het gewoon onderwijs, maar werden na hun tweede of derde leerjaar doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Zij stelt zich de vraag of het de leerlingen zijn die plots niet meer kunnen functioneren, of is het de school die er misschien gewoon geen zin meer in heeft? “Ok er zijn leerlingen bij die echt mentale en fysieke beperkingen hebben, maar er zijn ook kinderen die honderd procent, gewoon naar het buitengewoon onderwijs worden gebracht omwille van hun taalachterstand. Kinderen die eigenlijk een taalbad nodig hebben.”

Ouderbetrokkenheid: bekijken scholen dit anders voor moslimouders?

(Moslim)ouders betrek je volgens juf Bouchra het best met een beetje inlevingsvermogen. Op haar school werd een kaas- en wijn avond georganiseerd met het doel zoveel mogelijk ouders te verwelkomen en geld in te zamelen. Het was geen succes vertelt Bouchra. “Er was veel te weinig inlevingsvermogen. Meestal ook de andere leerlingen op mijn school, niet alleen de moslimleerlingen, die komen uit kansarme gezinnen. Veel armoede, echt superveel. En je gaat hen wijn aanbieden en kaas? Das een luxeproduct eigenlijk. Dus dat ding dat werkt niet. Die kaas- en wijnavond dat marcheert niet. Wie komt er wel? Massaal veel de collega’s, hun gezinnekes, de grootouders. Daardoor halen ze toch wel geld binnen, maar je ziet er amper ouders en je ziet er geen één moslimouder.”

De juiste attitude

In het contact met ouders speelt ook de attitude van de leerkracht een bepalende rol. Leerkrachten zijn het best af met een attitude die niet focust op stereotypen en vooroordelen. Personen met een andere culturele achtergrond willen benaderd worden als uniek individu en niet vanuit een (toegewezen) identiteit als ‘de Ander’. De eerste generaties allochtonen die als gastarbeiders naar België kwamen waren ‘vreemden’. België was vreemd voor hen en om daar dan ‘de Ander’ te zijn was logisch. Jongere generaties daarentegen, vooral als zij in België zijn opgegroeid, voelen zich niet van nature de 'Ander'. Hen toch ongewenst in dat hokje dwingen leidt doorgaans enkel tot irritatie, zoals in de situatie van Nasira bijvoorbeeld: “uiteindelijk wat zien we nu en dat zeg ik ook altijd: wij zijn geëvolueerd, maar zij niet. De rest is, als we dan gaan spreken in “wij” en “jullie” ,ja, blijven stilstaan. Want onze ouders he? Wat wij doen met onze kinderen, dat konden onze ouders niet, omdat zij ook vanuit een andere context naar hier zijn gekomen. Onze ouders gingen niet altijd mee naar het rapport, maakten niet samen ons huiswerk , zaten er niet op toe te kijken dat we naar logopedie ofzo moesten, dus wij doen dat nu wel, maar wat doet het andere? Het systeem? Die gaan met ons om, zoals ze omgingen met onze ouders en dat is ook wat ik voel he. Wij staan verder en zij zitten nog altijd in gebrekkig Nederlands tegen ons te spreken bij wijze van spreken.”

Same, but different

“Ik denk iedereen met een handicap of iets anders dan een doorsnee mens, die is zowat afgesloten van de gewone samenleving en zolang die  muren niet  afgebroken worden,kunnen we eigenlijk niets van mekaar leren.” (Amal)

Download scriptie (1.61 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012