Milieustrategie in de automobielsector in België: impact en evolutie van biobrandstoffen

Ellen
Bolle

Milieustrategie in de automonbielsector in België:

impact en evolutie van biobrandstoffen

 

De automobielindustrie is een belangrijke sector in de Europese Unie. Het is een zeer innovatieve sector die gekenmerkt wordt door vele technologische ontwikkelingen. Door het opkomend bewustzijn van de milieuproblematiek komt deze industrie in een slecht daglicht, doordat het voor een groot deel verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen. Deze broeikasgassen worden verantwoordelijk gesteld voor de opwarming van de aarde, wat drastische gevolgen kan hebben. In  Kyoto is er reeds een klimaatbijeenkomst geweest om dit probleem aan te kaarten en heeft men afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De automobielindustrie moet dus zoeken naar oplossingen om de conventionele brandstoffen te vervangen. Biobrandstoffen worden beschouwd als een mogelijke oplossing.

 

Ondanks voorgaand argument, blijft het aandeel van biobrandstoffen in de Europese transportsector zeer beperkt. In deze studie wordt nagegaan waar het probleem schuilt. Er wordt gekeken naar zowel de productie, distributie als het wetgevend kader rond biobrandstoffen in de Europese Unie. Bij de bespreking wordt enkel gekeken naar biobrandstoffen als alternatief voor personenvoertuigen en worden vooral de biobrandstoffen, biodiesel en bio-ethanol, besproken.

 

Ook belangrijk om op te merken is dat deze studie benaderd is vanuit een Europese visie en waar mogelijk wordt er een referentie gemaakt naar België. Een belangrijke reden is dat het om een internationale problematiek gaat en enkel een grootmacht, zoals de Europese Unie, een verschil kan maken.

 

Bij de productie werd aangetoond dat de kosten van biobrandstoffen in Europa nog veel hoger liggen dan de conventionele brandstoffen. Voor de stimulering van biobrandstoffen is het daarom noodzakelijk om fiscale voordelen toe te kennen. Dit heeft tot gevolg dat er een sterke daling is in belastinginkomsten. Daarnaast werd aangetoond dat biobrandstoffen niet kosteneffectief zijn om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Vele Europese lidstaten verantwoorden zo hun lage nationale streefpercentages voor biobrandstoffen. Men moet wel belang hechten aan de olie-afhankelijkheid van de transportsector en hun invloed op broeikasgassen. De huidige biobrandstoffen hebben een reducerend effect op broeikasgassen, als de energiegewassen duurzaam geteeld worden en niet tot vernietiging leiden van ecologisch waardevolle gebieden.

 

Ook het debat rond energiegewassen en voedselgewassen wordt aangehaald bij de productie van biobrandstoffen. Wanneer meer energiegewassen worden geteeld, leidt dit tot een tekort van voedselgewassen wat aanleiding geeft tot een stijging van de voedselprijzen. Dit heeft vooral gevolgen voor de ontwikkelingslanden waar een groot deel van de bevolking te kampen heeft met ondervoeding. Een mogelijke oplossing die werd aangehaald, zijn de biobrandstoffen van de tweede generatie, die niet concurreren met voedselgewassen. Deze generatie heeft echter ook nood aan land, waardoor biobrandstoffen slechts een bepaald percentage kunnen innemen in de transportsector

 

Bij de distributie werd aangetoond dat biobrandstoffen het grote voordeel hebben dat ze de huidige infrastructuur van conventionele brandstoffen kunnen gebruiken. Het zijn vloeibare brandstoffen die gemengd kunnen worden met de conventionele brandstoffen en compatibel zijn met de huidige voertuigen. Ondanks deze voordelen is de distributie van biobrandstoffen beperkt, vooral door het ontbreken van tankstations.

 

Ook vanuit het wetgevend kader werden de biobrandstoffen bekeken. Er zijn reeds verschillende beleidsinitiatieven, zoals belastingverminderingen, genomen om biobrandstoffen te promoten. Daarnaast zijn reeds verschillende duurzaamheidscriteria opgenomen om te voorkomen dat investeringen gebeuren in goedkopere biobrandstoffen die schadelijker zijn voor het milieu, maar deze zijn nog onvolledig. Ze zijn niet toepasbaar buiten Europa en er zijn eveneens verschillende elementen hierin nog niet opgenomen, zoals de bijdrage aan de lokale welvaart en het welzijn van werknemers en lokale bevolking. Er is ook nog gebrek aan harmonisatie tussen de verschillende Europese lidstaten bij de implementering van de verschillende richtlijnen vooropgesteld door de Europese Unie.

 

Samengevat kan gezegd worden dat biobrandstoffen nog tekortschieten op verschillende gebieden. Het beperkte aandeel van biobrandstoffen in de Europese Unie is niet enkel toe te schrijven aan productie, er moet ook gekeken worden naar de distributie en het beleid rond biobrandstoffen. Het belangrijkst is dat eerst het wetgevend kader, biobrandstoffen stimuleert die effectief een milieuvoordeel inhouden, pas dan kan men de productie en distributie stimuleren.

Download scriptie (7.54 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2008