Lokale conflicten met globale gevolgen of vice versa: de mens in de Chinese mangrove, een case study.

Liesbeth
Hiele

 

China is een hot topic, maar al te vaak wordt China belicht vanuit een eenzijdig westers standpunt. In deze thesis komt China niet enkel naar voor als economisch wonder of als een land met een rampzalig (milieu)beleid, maar aan de hand van een case study worden enkele pijnpunten en positieve aspecten van het Chinese nationale en internationale beleid geaccentueerd.

Het Shankou Mangrove Nature Reserve (Shankou hongshulin ziran baohuqu 山口红树林自然保护区) in Guangxi werd opgericht in 1990. De bedoeling was een stukje bedreigd ecosysteem te beschermen en de plaatselijke economie aan te zwengelen met behulp van een ecotoerismeplan. Vijftien jaar later blijken de doelstellingen echter grotendeels onvervuld: de toeristenstroom bleef uit, de plaatselijke bevolking was ontevreden en ging als vanouds terug vissen, hout kappen en weekdieren graven in het mangrovereservaat, waardoor ook de beschermingsdoelstelling werd ondergraven. Deze situatie kan op twee manieren worden ontleed en verklaard.

Enerzijds is er een regionale problematiek. Drie belangengroepen zijn aan het reservaat verbonden: plaatselijke bevolking, wetenschappers en lokale politici. Elke groep heeft zijn eigen belangen die botsen met die van de andere groepen. Bovendien bestaat tussen de verschillende groepen een gebrekkige communicatie en is de beleidsstructuur van het reservaat zelf erg verbrokkeld. Dit is een eenvoudige verklaring voor een kleinschalige probleemsituatie.

Anderzijds kun je stellen dat ruimere nationale en internationale verhoudingen deze regionale problematiek beïnvloeden (gevisualiseerd aan de hand van een dubbele piramidestructuur). Onder druk van de internationale gemeenschap heeft de Volksrepubliek een milieubeleid uitgestippeld en om hieraan te voldoen creëert China onder andere natuurreservaten. De internationale gemeenschap verstrekt logistieke en financiële steun en dit geeft aanleiding tot de versterking van diplomatieke banden. Er is echter ook een negatieve kant. De steun wordt niet altijd even goed aangewend. Internationale organisaties staan onder supervisie van de Chinese regeringsorganen die hen steunen en volgen noodgedwongen dezelfde kanalen als het Chinese beleid, wat zorgt voor een beperkte bewegingsruimte om bestaande problemen te corrigeren. Dit leidt ons naar een nader onderzoek van de Chinese beleidsstructuur. Hier valt een breuk te ontwaren tussen de nationale en provinciale beleidsorganen. Dit houdt verband met de socialistische planeconomie en de ontbinding ervan. De provinciale regeringen willen nog steeds “goed nieuwsrapporten” verstrekken aan de nationale regering, maar ze staan veel meer dan vroeger zelf in voor hun financiën, waardoor economische maatregelen vaker primeren dan ecologische maatregelen. De inkomsten en bezoekersaantallen van een natuurreservaat gaan dan ook zwaarder wegen dan de beschermingsmaatregelen.

 

Naast het belang van lokale natuurreservaten voor diplomatieke banden en wederzijdse belangen tussen China en de internationale gemeenschap, kwam in dit onderzoek nog naar voor dat de communicatie tussen de Chinese en westerse wetenschappelijke wereld –de band tussen de lagere niveaus in de piramide- quasi onbestaande is.

 

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2005