Empathie 2.0 tussen de boeken

Melina
Ghassemi Nejad

Wij zijn allemaal helden. We hebben de ring vernietigd in Mordor en daarmee Midden-aarde gered van haar ondergang. We hebben Voldemort verslagen en zo de wereld terug in balans gebracht. Maar we hebben ook, met onze menselijke arrogantie, het monster van Frankenstein gecreëerd en vrouwen vermoord om het perfecte parfum te creëren. We zijn detectives, dokters, koningen en dictators. Dit zijn we allemaal terwijl we in bed liggen, in een comfortabele zetel zitten of zelfs tijdens het reizen. Dit fenomeen heeft een wetenschappelijke naam: getransporteerd worden in de narratief. Getransporteerd worden heeft natuurlijk nadelen. Je schrikt je te pletter als iemand tegen je praat. Of het is plots drie uur in de ochtend en je beseft dat je om zes uur weer moet opstaan. Je vrienden en familie vinden het misschien wel jammer dat je minder sociaal bent wanneer je leest.

Maar volgens wetenschappers heeft het verdwijnen in een narratief ook voordelen. Literatuur zou namelijk niet alleen een lezer socialer maken, maar ook het empathisch vermogen verhogen.

 

Aristoteles’ catharsis

            De interesse in het effect van kunst bestaat al sinds Aristoteles. Hij geloofde dat een tragedie voor catharsis zorgde. Volgens hem word je ‘gereinigd’ wanneer je naar een toneelstuk kijkt. Het verschil tussen Aristoteles en hedendaagse wetenschappers is echter groot. Vandaag de dag kunnen we door middel van technologische ontwikkelingen de effecten van verschillende kunsten zien in de hersenen. Dit beperkt zich niet tot muziek en schilderijen, maar ook de effecten van literatuur kunnen zo gemeten worden. Zo kunnen neurowetenschappers met behulp van fMRI, functional Magnetic Resonance Imaging, zien waar in de hersenen een hogere activiteit plaatsvindt wanneer iemand een boek leest. Een fMRI kan namelijk het verschil meten tussen een actief en een non-actief hersendeel. Zo toont het onderzoek van Nicole K. Speer, cognitieve psychologe, bijvoorbeeld aan dat dezelfde hersendelen actief zijn bij zowel het daadwerkelijk uitvoeren van een handeling als wanneer mensen over die desbetreffende handeling lezen. Zouden dus de observaties van vandaag overeenkomen met het catharsis-effect van Aristoteles?

 

Transporteren in een verhaal

            Verschillende wetenschappers hebben ondervonden dat lezen een positief effect heeft op sociale vaardigheden. Wanneer mensen literaire stukken lezen zouden ze empathischer worden. Daarnaast tonen sommige onderzoeken aan dat mensen zelfs pro-sociaal gedrag vertonen nadat ze hebben gelezen. Er is echter wel een voorwaarde. De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat de lezer getransporteerd moet zijn in het verhaal. Oftewel hoe meer een persoon ‘verdwijnt’ in een narratief, de te groter de kans is dat de lezer de positieve gevolgen ervaart.

            Maar hoe transporteert een lezer zich in een verhaal? Er zijn meerdere manieren, maar vaak moet er een mate van identificatie zijn. In andere woorden, een lezer moet zichzelf herkennen in het personage. Maar het kan ook zijn dat de omgeving bekend voorkomt. Door raakvlakken te vinden met een personage of omgeving raakt de lezer meer geïnteresseerd in het verhaal, iets waar auteurs ook op kunnen inspelen. Zo gaan bijvoorbeeld Young Adult boeken vrijwel altijd over tieners. Dit komt omdat mensen het van nature fijn vinden om met anderen om te gaan die op zichzelf lijken. Deze identificatie zorgt voor een verbondenheid met het personage en zorgt op zijn beurt weer dat lezers meer en meer in het narratief transporteren.

            Wanneer een lezer raakvlakken vindt in een boek, creëert hij of zij een mogelijke wereld. Hoe meer informatie de lezer krijgt, des te meer de mogelijke wereld wordt ingevuld. Dit proces van het creëren van een nieuwe wereld versterkt de transportatie. Oftewel, het gevoel dat je verdwijnt in het verhaal.

 

Met de neus in de boeken zitten

            Je zou kunnen zeggen dat het lezen van een boek helemaal niet sociaal is. Sterker nog, als je met je neus in de boeken zit, dan sluit je jezelf toch helemaal af van de wereld? Dat zeker, maar toch ben je niet helemaal asociaal bezig. Wanneer je met name fictie, of literaire non-fictie, leest, dan ervaar je als het ware sociale gebeurtenissen. Dit zijn scenario’s die dan onbewust kunnen worden opgeslagen. Raymond A. Mar en Keith Oatley, cognitieve psychologen, leggen uit dat dit zeer positief is. Doordat de lezer in een fictieve wereld een bepaald scenario doormaakt, weet de lezer hoe hij of zij moet reageren wanneer er in de echte wereld een soortgelijke gebeurtenis zich voordoet. Volgens hen kan literatuur een soort levensschool zijn.

            De positieve effecten van literatuur houden hier niet op. Zo onderzocht de cognitieve psycholoog Dan R. Johnson of literatuur vooroordelen jegens minderheden kan verminderen. Zijn onderzoek toont aan dat mensen inderdaad een positievere blik hadden naar Arabieren na het lezen van een kortverhaal over hen.

Betekent dit dus dat we iedereen moeten dwingen om te lezen? Nee. Critici zeggen dat het te optimistisch is om te denken dat iets ‘simpels’ als een boek de mensheid kan verbeteren. Daarnaast is iedereen natuurlijk anders. Persoonlijkheid kan een grote rol spelen. Sommigen zijn van nature eenmaal empathischer. En het is mogelijk dat mensen die empathischer zijn, eerder geneigd zijn om getransporteerd te worden in een verhaal. Het is dus te kort door de bocht om te zeggen dat boeken lezen mensen inderdaad empathischer maakt. Maar is het proberen ten alle tijden waard!

Download scriptie (591.43 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Luc Herman
Kernwoorden