Lachen zonder humor

Jemme
Dupont

Gebeten door de lachmicrobe
 
Lien Deblaere is educatief medewerkster bij VFG, de gehandicapte vereniging van Bond Moyson. Ze volgde een opleiding tot lachanimator bij de lachclubs van België. ‘Iedereen kan lachen en je kunt het ook niet verkeerd doen. Je moet het doen zoals je zelf voelt dat het goed is. Je moet je volledig los laten,’ aldus Lien. ‘We lachen zonder reden omdat we willen lachen en omdat het heel gezond is.’
 
Lachyoga werd in 1995 uitgevonden door de Indische arts Dr. Madan Kataria. Sindsdien is het een wereldwijd gebeuren en bestaan er meer dan 5 000 lachclubs in meer dan 50 landen. België telt 40 lachclubs. Erkende lachanimators willen mensen hun lach helpen terugvinden door allerlei lachoefeningen voor te tonen. Ook Lien Deblaere volgde een opleiding tot lachanimator. Lien Deblaere: ‘Normaal gezien wordt tijdens een lachsessie altijd dezelfde volgorde aangehouden. We starten met een opwarmingsoefening om in de sfeer te komen en het ijs te breken zodat de mensen zich op hun gemak voelen. Dan starten we met de lachoefeningen en ademhalingsoefeningen en op het einde is er altijd de vrije lach of lachmeditatie dit is het meest hevige. We sluiten af met een relaxatieoefening om het evenwicht terug te herstellen.’
 
Verschillende soorten ‘lach’
 
‘Je merkt heel veel verschillende soorten lach’, vertelt Lien. ‘Zo zijn er mensen die heel uitbundig lachen en die echt vanuit de buik lachen en er komen ook mensen die enkel glimlachen, vooral in het begin. Naarmate de sessies vorderen zie je wel dat iedereen loskomt. Bij de vrije lach merk je dat heel wat mensen hun lach niet kunnen inhouden. Omdat lachen heel aanstekelijk werkt.’
 
‘In het begin is het onwennig’, gaat Lien verder, ‘want mensen zijn niet meer gewend om heel uitbundig te lachen. Men leert dat ook af. Ouders zeggen vaak tegen hun kinderen die uitbundig lachen: ‘wees stil’, of ‘kan het wat kalmer, iedereen kijkt’, terwijl er aan uitbundig lachen niets verkeerd is. Het is zelfs gezond. Waarom zouden we niet mogen lachen?’
 
 
Lachen is gezond
 
‘Het is geen therapie’, zegt Lien kordaat. ‘We lachen zonder reden. We lachen niet omdat we willen genezen, maar we zijn ons wel bewust dat lachen heel wat positiefs veroorzaakt in ons lichaam. Zo worden er allerlei processen op gang gebracht en worden er bepaalde stoffen aangemaakt. Bijvoorbeeld endorfines, dat zijn natuurlijke anti-depressiva die zorgen dat je je goed en beter in je vel voelt. Ook de productie van bepaalde stoffen, die zorgen dat we beter bestand zijn tegen microbes en dergelijke, wordt gestimuleerd waardoor we minder snel ziek worden. Het heeft ook een heel positieve invloed op onze bloeddruk. Bij mensen met een hoge bloeddruk blijkt na een lachsessie dat hij gedaald is en bij mensen met een lage bloeddruk stijgt hij. Dat is heel vreemd.’
 
Lachclubs zijn er voor iedereen. Lien: ‘Het publiek is heel gevarieerd. Het hangt ervan af via welke kanalen de lachsessies gepromoot worden. Voor deze sessies was dat via de socio-culturele van Bond Moyson en vooral vanuit de VFG, de gehandicapte vereniging en de seniorenvereniging. Het is dus logisch dat hier vooral een ouder publiek is. Een lachsessie kan ook in een jeugdvereniging gegeven worden maar dan zal er natuurlijk een andere sfeer heersen en zullen we andere soorten oefeningen doen. De opwarming zal dan wat heviger zijn en dan kunnen we ook wat verder gaan.’
 
De lachmicrobe
 
Het concept lachyoga is uitgevonden door Dr. Madan Kataria. Hij heeft een aantal lachscholen opgericht in India met de bedoeling in India lachclubs te stichten. Dat was een zeer groot succes en dus wou hij het over heel de wereld verspreiden. Kataria heeft wereldwijd seminaries gegeven en overal ter wereld mensen opgeleid via een lachcursus. Die mensen leiden dan in hun eigen land mensen op. Lien vertelt: ‘Ik heb het geleerd van drie mensen die het rechtstreeks geleerd hebben van de dokter zelf tijdens een Europees seminarie rond lachyoga in Parijs.’
                                       
‘Ik ben heel toevallig op het idee gekomen om een opleiding tot lachanimator te volgen. Ieder jaar hebben wij een vormingsweekend voor onze bestuursleden en vrijwilligers. Tijdens de voorbereidingen daarvan kregen wij een e-mail van een lachanimator uit Limburg. Dat leek ons wel vernieuwend. Dus hebben we die mevrouw uitgenodigd om ons weekend af te sluiten. Maar omdat zij van Limburg kwam was dat heel onpraktisch en het was ook zeer duur om dat in onze lokale afdelingen te herhalen later op het jaar. Ik heb aan onze vrijwilligers beloofd om een betaalbaar alternatief te zoeken. Via internet ben ik op de site van de lachclubs van België gebotst. Zij gaven op dat moment een opleiding en ik ben daar op ingegaan. Daar heeft de lachmicrobe me te pakken gekregen en zo is de bal aan het rollen gegaan. Nu geef ik regelmatig lachsessies’, zegt een trotse Lien.
 

Download scriptie (2.07 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2007