Kunst- en cultuureducatie in Vlaanderen: een kritisch onderzoek

Betty
Vanlangendonck
  • Betty
    Vanlangendonck

 

KUNST- EN CULTUUREDUCATIE: DE KLOOF TUSSEN PRAKTIJK EN OVERHEID


Kunst en cultuur zijn belangrijk, daar is zowat iedereen het over eens. Maar hoe gaan scholen hiermee om?En waarom moet kunst een grotere rol spelen in de klas? De Vlaamse overheid plaatst kunst- en cultuureducatie hoog op de agenda maar of ze er ook in slaagt de leerkrachten en leerlingen te motiveren en te voorzien van een productief referentiekader, is twijfelachtig. In deze scriptie werd het hedendaagse

Vlaamse kunst- en cultuurbeleid onderzocht en lieten verschillende kritische stemmen – uit het veld, de academische wereld, de overheid en de journalistiek – hun licht vallen op het onderwerp. Hoe groot is de kloof tussen papier en praktijk echt?

Kunst, cultuur en onderwijs zijn hot items, denk maar aan de hervorming van het secundair onderwijs, de eerste editie van de Kunstendag voor Kinderen, de commotie rond de subsidies voor de cultuursector of het aantal keren je de ministers Schauvliege en Smet het afgelopen jaar doorheen het journaal zag flitsen. Wist je dat wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat kunst en cultuur in de opvoeding en het onderwijs van een kind of jongere enkel positieve invloed hebben op de ontwikkeling? Het helpt je omgaan met de wereld, jezelf uit te drukken en dingen vanuit een ander perspectief te bekijken. Daarom is het niet onlogisch dat deze elementen een grote rol dienen te spelen in de klas. Een uurtje tekenen is niet genoeg: we moeten leren creatief omgaan, ook bij wiskunde of Frans.

De initiatieven op het gebied van kunst- en cultuureducatie zijn erg breed en divers: Vlaanderen beschikt over ettelijke organisaties die zich inzetten om scholen te doen werken rond creativiteit. Maar ondanks het belang dat de Vlaamse overheid hecht aan de implementering van deze elementen in het onderwijs, zijn er nog steeds kinderen die op school amper de kans krijgen om kennis te maken met de wereld van kunst en cultuur. Kinderen en jongeren die met hun ouders nooit naar het theater of een concert gaan, moeten die mogelijkheid wél op school krijgen. En daar wringt het schoentje: want hoe doe je dat, kunst en cultuur naar school brengen?

Het is de taak van de overheid om scholen te voorzien met een referentiekader: hoe kan je als leerkracht creatief met je leerlingen omgaan, waar moet je op letten en wat zijn goeie methodes om de leerlingen te prikkelen? Met het onderzoek ‘Cultuur in de Spiegel Vlaanderen’ zet de overheid de eerste stappen om zo’n kader te ontwikkelen, maar de resultaten zullen pas tegen 2016 bekend zijn. Tegen dan ben je zelf misschien al afgestudeerd en heb je niet genoeg kunnen profiteren van artistieke projecten op je school. Verder is het ook moeilijk voor scholen om te kiezen uit het ruime pakket aan kunst- en cultuureducatieve organisaties. Gelukkig is ook daar beterschap op komst: de website Cultuurkuur biedt de mogelijkheid om een gepast project of enthousiaste kunstenaar te vinden die aansluit bij de visie en noden van een school.

De ideale kunst- en cultuureducatie is echter nog lang niet bereikt. Leerlingen zullen niet worden warm gemaakt als leerkrachten niet voor kunst en cultuur openstaan. Lesgevers moeten het onderscheid kennen tussen de twee educatievormen en moeten voldoende geschoold en op de hoogte zijn van vaardigheden en technieken die kunnen worden gebruikt in de klas. Meer nadruk op die elementen in de lerarenopleiding en een master kunst- en/of cultuureducatie zijn dingen die Vlaanderen nog mist.

Onderwijs, veld en overheid moeten zoveel mogelijk voeling hebben met wat er leeft in Vlaanderen. Kwaliteit en diversiteit zijn van cruciaal belang. Het is niet de bedoeling dat we nu allen gezamenlijk potlood en papier nemen en een ballon tekenen. Nee, we moeten de vorderende vertakking van de kunsteducatieve projecten en organisaties tegen gaan en zorgen voor meer onderling overleg. De leerkracht is een cruciale speler in deze context: leerlingen mogen vandaag de dag culturele omnivoren zijn, dat betekent niet dat expertise en canon vermeden moeten worden. De ministers van cultuur en onderwijs mogen ook vaker samen het hoofd buigen over dergelijke kwesties: de nota ‘Groeien in cultuur’ (2012) was een mooie aanzet, maar er moet blijven worden geïnvesteerd en gewerkt aan een goede kunst- en cultuureducatie voor elk kind en elke jongere. Daarbij moet er realiteitszin bewaard worden: onmogelijke doelen zullen niet worden verwezenlijkt. Het Belgische (en Vlaamse) politieke systeem is complex en mist daadkracht, terwijl het net haar rol is om elke schakel – media, leerkrachten, leerlingen, directeurs, kunstenaars, noem maar op – te sensibiliseren en motiveren. Kunst hoeft geen grote K te hebben, als je maar droomt, ontdekt en plezier beleeft.

 

Betty Vanlangendonck

Oktober 2013

Download scriptie (1.14 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013
Thema('s)
Kernwoorden