Extra kosten voor bedrijven door strengere regelgeving inzake transferprijzen

Eline
Vermeersch

Om agressieve belastingplanning bij multinationals tegen te gaan, werd het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) actieplan recentelijk gepubliceerd. Verschillende landen hebben dit plan al omgezet naar regelgeving en ook in België ligt de ontwerpwet reeds op tafel. Dit onderzoek bestudeert de impact die deze nieuwe regels hebben op multinationals in termen van kosten en transfer pricing strategie.

Impact op ondernemingen

Transferprijzen zijn prijzen die gezet worden om transacties tussen verbonden ondernemingen te waarderen. Uit het onderzoek blijkt dat de strengere wetgeving inzake deze transfer pricing verschillende kosten met zich mee brengt. Grote multinationals ervaren hierbij nog niet echt moeilijkheden, maar proberen ze toch te drukken door middel van schaalvoordelen, automatisatie en standaardisatie van processen. Bovendien is er een trend dat bedrijven beslissingen inzake transfer pricing meer centraal willen beheren. Zo kunnen ze controle bewaren en misbruik uitsluiten. Deze strategie wordt niet altijd hartelijk ontvangen door de sub-entiteit managers die dan een verlies aan autonomie ervaren. In sommige bedrijven speelt deze trend geen rol aangezien de bonus van de managers niet gebaseerd is op het transferprijssysteem, maar bijvoorbeeld op EBIT (earnings before intrest & taxes). Wel rekent het hoofdkwartier de kosten inzake transfer pricing vaak door aan de sub-entiteiten via een verdeelsleutel. In een bevraagde multinational liepen deze kosten op tot 2% van de omzet. Managers vinden dit niet altijd fair, want het zijn kosten van diensten waarvan niet iedereen weet wat deze precies doen voor het bedrijf. Om deze reden worden er op regelmatige basis trainingen geïnitieerd over het begrip transfer pricing.

Belangrijkste kosten

De zwaarste kosten die gepaard gaan met de nieuwe wetgeving, zijn onder andere de technologiekosten. De kostprijs van standaardisering of investering in technologiesystemen kan tot 50 miljoen euro bedragen. Daarnaast is er een grote kost om documentatie voor transfer pricing aan te leggen. Deze ligt ongeveer rond de 2 miljoen euro. Ook personeels –en consultancykosten blijken behoorlijk hoog te zijn. De overname van een wereldwijde compliance neemt namelijk de volle tijd van 3 à 4 experts in beslag. Als bedrijven echter niet in regel zijn met de wetgeving hebben ze de kans om een nadelige controle te ondergaan. Het onderzoek geeft weer dat de gevolgen hiervan veel ingrijpender zijn. Bedrijven ondergaan dan namelijk boetes, dubbele heffingen en negatieve publiciteit.

Download scriptie (613.23 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Martine Cools