Kanttekeningen over perceptie en noodzakelijke illusies

Jan
Duerinck

Het project vormt een onderzoek naar de menselijke gewaarwording en de poging om de werkelijkheid om ons heen te begrijpen, de basis vanwaaruit perceptie gevormd wordt en de motivatie waarom we dit doen in kaart te brengen. Perceptie wordt niet uitsluitend gevormd door wat we waarnemen maar is afhankelijk van een referentiekader dat bepaalt wie we zijn, wat we weten of juist niet weten, hoe we ingesteld zijn en wat we voor ogen hebben. Perceptie kan verstaan worden als een interpretatie op de werkelijkheid omdat we nooit in staat zijn die in zijn geheel te vatten en te begrijpen. 

In die poging, om de werkelijkheid te vatten, zijn er factoren die de vorming van onze perceptie beïnvloeden en bepalen hoe we omgaan met informatie. Daardoor kan onze interpretatie evenzeer bekeken worden als een misinterpretatie. Via het project wordt hierop verder ingespeeld, niet om een concreet antwoord te bieden op de vraag hoe perceptie juist werkt, maar wel om aan te kaarten dat de manier waarop we informatie verwerken leidt tot onze interpretatie van de werkelijkheid en afhankelijk is aan de tijdsgeest waarin we leven, het perspectief van waaruit we kijken en handelen.

Het onderzoek vertaalt zich in de creatie van een beeldtaal waarin de waarnemer, informatie, de verwerking en de voorstelling ervan, in schema's en installatie voorgesteld wordt. Het werk gaat uit van extremen. Zo ontstaat de beeldende vraagstelling hoe een cirkel kan worden waargenomen als een vierkant (squaring the circle, het onmogelijke waarmaken). 

Het onderzoek vereist achteruit te stappen en het eigen standpunt, als ontwerper, te situeren t.o.v. het invraaggestelde domein.

Bij het waarnemen van beeld doen we hoofdzakelijk beroep op ons zicht. Onze ogen reageren op licht en alles wat we zien is afhankelijk van de eigenschappen van het licht dat ons oog bereikt. Hoewel perceptie, of waarneming, berust op onze zintuigelijke gewaarwording, is er een verschil tussen beide. Gewaarwording verwijst naar de manier waarop externe prikkels de zenuwcellen van zintuigen activeren. Perceptie verwijst naar het proces dat de hersenen doorstaan in een poging die prikkels te situeren. Hoewel perceptie zijn oorsprong vindt bij de zintuigen, is onze kennis van de wereld in de vorm van herinneringen, tekens en aanwijzingen evenzeer een factor in perceptie (Sekuler, R. & Blake, R., 1990). De context van cultuur, tijd en kennis speelt dus een belangrijke rol, want des te meer tekens iemand herkent, des te beter die in staat is in het lezen van een tafereel dat zich afspeelt. Met andere woorden, hoeveel men waarneemt hangt niet alleen af van wat de zintuigen kunnen detecteren, maar evengoed van het aantal culturele tekens men herkent en begrijpt.

In het onderzoek naar een visualisatie van het abstracte begrip ‘perceptie’ en het complexe proces erachter rijst de noodzaak het proces te schematiseren, te herleiden tot zijn voornaamste spelers en die visueel voor te stellen. Daarbij krijgen verschillende spelers een plaats en wordt er naar het perspectief van het individu verwezen en dat van de maatschappij in relatie tot het onderwerp. 

Omdat de vorming van perceptie afhankelijk is aan de manier waarop we informatie lezen en communiceren, wordt onze onze taal in vraag gesteld, met de nadruk op de visuele beeldtaal. Daarbij wordt er in de scriptie teruggegaan tot de basis waaruit elke taal is opgebouwd, haar tekens. 

Hieruit blijkt dat de manier waarop we deze tekens produceren een abstractie vormt van wat werkelijk is en dat een referentiekader bepaalt hoe we dat doen. Omdat een referentiekader kan gesitueerd worden op verschillende niveaus, wordt de productie van tekens omschreven onder andere vanuit de grafiek. Daarnaast wordt er gekeken naar de productie van tekens in onze maatschappij en hoe we daaruit kunnen verstaan dat ook referentiekaders worden geproduceerd op een gelijkaardige manier. Daarbij wordt er in vraag gesteld op welke manier onze maatschappij zich daaraan aanpast en mogelijk tegenin gaat. 

Nadien wordt er teruggegrepen naar het individu en omschreven hoe een referentiekader kan gezien worden als het perspectief van waaruit we als individu handelen. Er wordt met nadruk op gewezen dat we in staat zijn mee te kijken vanuit een ander perspectief, en in staat zijn ons eigen perspectief continu bij te schaven.

Vanuit een grafische omgeving wordem ideeën uit gedrukt met behulp van beeldtaal. In deze scriptie ligt de nadruk op het gerealiseerde visuele onderzoek, maar evenzeer op het onderzoek van anderen en de invloed die ze hebben het project. 

Om deze taal te voeden wordt er inspiratie gehaald uit de ideeën van anderen, zij die de beeldtaal als onderzoeksveld ontleedden. Daarnaast door zij die de visuele beeldtaal benutten om hun persoonlijke overtuiging rond perceptie uit te drukken. 

Download scriptie (9.09 MB)
Universiteit of Hogeschool
LUCA School of Arts
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Tom Pijnenborg