Iran en zijn nucleaire ambities: een analyse vanuit economisch, technologisch en diplomatiek standpunt

Stijn
Somers

Iran en zijn nucleaire ambities



De Islamitische Republiek Iran was tot 1935 officieel Perzië. Perzen zijn van Indo-Europese,

ja zelfs Arische afkomst. Niet te verwarren met het Arabische origine van hun schrift. Terwijl

de taal zelf wel Indo-Europees is, in tegenstelling tot de religie. De staatsstructuur is dan weer

uniek Iraans. Nee, niet de president, maar de religieuze Leider is daarvan het hoofd. Hij is niet

rechtstreeks verkozen, maar door een raad die het volk wel mag kiezen. De leden daarvan

moeten goedgekeurd zijn door ... de religieuze Leider.

Kortom, Iran is uniek, en dat zorgt voor veel onwetendheid. Nochtans is er aan actuele

berichtgeving over het land geen gebrek. Het merendeel kan echter rechtstreeks geklasseerd

worden onder de rubriek “non-informatie”. Wat is het nut te weten dat een spits al dan niet

buitenspel staat als je de buitenspelregel niet kent? Oordelen of de scheidsrechter al dan niet

gelijk heeft, is al helemaal onmogelijk.



Zeker? Misschien...



Staat Iran met zijn kernprogramma op het veld van de wereldpolitiek buitenspel? De regel

bevindt zich in het non-proliferatieverdrag: “Niets in dit Verdrag zal geïnterpreteerd worden

als beïnvloedende het onvervreemdbare recht van al de Partijen van het Verdrag om

onderzoek, productie en gebruik van nucleaire energie voor vreedzame doeleinden te

ontwikkelen ...” Het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) moet deze “vreedzame

doeleinden” controleren. In Iran heeft het agentschap geen enkel bewijs gevonden dat de

nucleaire activiteiten een ander doel dienen. Dus, nee, er is geen enkele regel of wet die ze

kan verbieden.

Het probleem is echter dat het moeilijk is om te bewijzen dat de doeleinden al dan niet

vreedzaam zijn. Er zijn echter wel aanwijzingen die doen vermoeden dat het regime minstens

interesse heeft in kernwapens. Bij inspecties van het IAEA kwamen nl. drie verdachte zaken

aan het licht. Zo vond het agentschap een document dat procedures beschrijft gerelateerd aan

de fabricage van componenten van nucleaire wapens. Het stelde ook vast dat Iran geprobeerd

heeft    bepaalde     chemische   stoffen  te   verkrijgen     die   worden     gebruikt   in  het

ontstekingsmechanisme van bepaalde types van kernwapens. Een derde aanwijzing is de

afbraak van een site vóór het IAEA er inspecties ging uitvoeren. Daarenboven heeft het

agentschap tot nu toe nog geen Iraanse toestemming gekregen om de plaats te onderzoeken.

Het lijkt er sterk op dat Iran wel degelijk geïnteresseerd is om een kernmogendheid te worden,

maar dat de beslissing hierover nog niet definitief genomen is. Er zou een debat aan de gang

zijn tussen de voorstanders, de conservatieven van de harde lijn, en de tegenstanders, de meer

gematigde conservatieven en de hervormingsgezinden. Het belangrijkste argument van de

voorstanders is de vijandigheid met de VS.



Amerika als oorzaak van Irans nucleaire ambities?



De wortels hiervan zijn ontstaan gedurende tientallen jaren van continue Amerikaanse

inmenging in Irans binnenlandse aangelegenheden. In 1953 al zorgde een (mede) door

Amerikanen (en Britten) opgezette staatsgreep voor het einde van de eerste echte opening

naar meer democratie. De onvrede onder de bevolking nam toe, en kwam in 1979 tot

ontploffing met het uitbreken van de Islamitische Revolutie. Een jaar later al steunden de VS

Saddam Hoessein (!) bij zijn inval in Iran, die acht jaar zou duren. Dat de Iraanse interesse

voor massavernietigingswapens door die oorlog is ontstaan, blijkt uit de woorden van

Rafsandjani, toenmalig voorzitter van het parlement en later president: “met betrekking tot het

gebruik van chemische, bacteriologische en radiologische wapens, is het heel duidelijk

geworden tijdens de oorlog dat deze wapens erg beslissend zijn ... We zouden onszelf volledig

moeten uitrusten zowel op het vlak van het offensieve als op het vlak van het defensieve

gebruik van chemische, bacteriologische en radiologische wapens.” Of toen gedacht werd om

zelf nucleaire wapens te ontwikkelen staat niet vast, maar feit is dat gedurende de jaren 1990

het nucleaire programma, dat trouwens vóór de Revolutie met Amerikaanse steun was

opgestart, langzaamaan werd hervat.



Het kernprogramma nu...



Iran wil volledig onafhankelijk nucleaire energie kunnen opwekken, en de bom waarschijnlijk

(nog) niet. In functie daarvan gebruikt het de onderhandelingen met het buitenland om tijd te

winnen en vooruitgang te boeken op technologisch vlak. Bij dit alles heeft Teheran in feite

niets te verliezen. Als het te weinig tegenstand ondervindt, kan het zijn ambitie waarmaken en

de cyclus beheersen. Als de leiders het dan nodig achten, kan het zich terugtrekken uit het

non-proliferatieverdrag en een wapen ontwikkelen. Onder optimale omstandigheden lijkt

2010 hiervoor het vroegst haalbare.

In het omgekeerde geval, nl. als Iran door de omstandigheden gedwongen zou worden om

delen van zijn programma op te geven, is dat nog geen probleem. Zelfs al zou Teheran

(gedeeltelijk) afhankelijk nucleaire energie opwekken, dan nog beschikt het over een manier

om elektriciteit op te wekken die minstens even rendabel is als via de klassieke verbranding

van fossiele brandstoffen, zeker als de olie- en gasprijzen verder stijgen.

Dat is wat de Verenigde Staten trachten te bereiken: Teheran dwingen zijn nucleaire

programma op te geven. Het Amerikaanse buitenlandse beleid heeft echter de eigen

machtspositie verzwakt en die van Iran versterkt. Teherans grootste vijanden in de regio

werden nl. door de VS zelf verwijderd. In Afghanistan werden de taliban verdreven. In Irak

werd dan weer Saddam Hoessein, de man die Iran acht jaar had belegerd (1980-1988), van de

macht verdreven en vervangen door een overwegend sjiietische regering, waarvan de leidende

figuren jaren in Iraanse ballingschap zouden hebben gezeten. Voor de machthebbers van de

sjiitische theocratie in Iran is dit uiteraard een positieve evolutie. Verder lijkt de buitenlandse

dreiging, vanuit een nationalistische reflex, ook de binnenlandse positie van het Iraanse

regime te verstevigen.



... En in de toekomst



Een akkoord is eigenlijk de enige echte oplossing. Het opleggen van sancties die beduidend

genoeg zijn om het Iraanse gedrag te beïnvloeden lijkt moeilijk haalbaar. Amerika legt Iran al

een (bijna) volledig economisch embargo op, en het vindt weinig medestanders voor zware

sancties. Voor VN-sancties zal Teheran daarenboven het non-proliferatieverdrag moeten

schenden, aangezien dat een reden is voor Rusland en China, beide vetohoudende leden van

de Veiligheidsraad. Een militaire invasie is dan weer niet realistisch, omdat de VS de situatie

in Irak alleen al amper (of niet) kunnen controleren. De enige andere optie zijn gerichte

bombardementen, die in feite het probleem alleen kunnen uitstellen. Daarenboven zouden ze

niet alleen Iran, maar de hele regio in brand zetten en de rest van de wereld pijn doen via de

stijging van de energieprijzen.

Het is zo ver gekomen dat Amerika, het machtigste land ter wereld, moet hopen dat Iran een

akkoord aanvaardt. Teheran: Game, set and match.

Download scriptie (1.39 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2006